Deventerweg 73, Zutphen
Inleiding
VILLA, gebouwd in 1913 door architect A. Th. van Elmpt uit Groningen, in overgangsarchitectuur. De blokvormige, vrijstaande villa is gesitueerd tussen twee woonblokken van Jugendstil panden die voor dit gedeelte van de Deventerweg kenmerkend zijn binnen de overwegend gesloten straatwand. In 1938 heeft het pand ten behoeve van de ingebruikneming als onder meer kraamkliniek, enkele aanpassingen ondergaan. Op het moment van inventarisatie biedt het pand huisvesting aan het psychiatrisch Spectrum Gelderland Oost waarvoor met name de tweede bouwlaag, voor wat betreft het interieur, de indeling in kamers is gewijzigd.
De temidden van een grindpad gelegen villa ligt aan de noordzijde van de Deventerweg die vanuit de bebouwde kom van Zutphen in noordoostelijke richting leidt. Het pand is door een ondiepe voortuin, afgescheiden door een buisleuning tussen gemetselde kolommen en door een stoep en parallelweg van de hoofdweg gescheiden. De lagere diepe achtertuin is naar achter toe door een smal bedrijfsterrein van het spoor verwijderd. Genoemde onderdelen vallen echter niet onder de bescherming.
Omschrijving
De geheel onderkelderde villa is gebouwd op een nagenoeg vierkant grondplan, telt twee bouwlagen met een zolderverdieping en wordt door een samengesteld dak met rode opnieuw verbeterde Hollandse pan gedekt. De in baksteen (kruisverband) opgetrokken gevels zijn per zijde voor een deel gepleisterd. Alle gevels zijn voorzien van een door een rollaag afgesloten trasraam. De lekdorpels onder de ramen bestaan merendeels uit hardsteen, waarbij die in de eerste bouwlaag rijker zijn uitgewerkt door uitspringende en afgeronde hoeken. De in drie vensterassen te verdelen VOORGEVEL wordt gekenmerkt door een grote verscheidenheid aan architectonische vormen in vensters en daken, alsook in materiaal. In de middenas van de eerste bouwlaag bevindt zich een inpandig portiek met hardstenen vloer bereikbaar via drie gemetselde treden. De oorspronkelijke, bewerkte paneeldeur is voorzien van een ovaal ruitje. Het deurkozijn rust op hardstenen neuten en dito dorpel en bevat boven een uit drie glas in lood ramen bestaand bovenlicht. Ter weerszijden van de deur en gescheiden door uit spekbanden bestaande muurdammen is een glas in loodraam geplaatst met dito bovenlicht. In het linkervlak komt een gevelsteen voor met initialen en jaartal 'W.F.M./ 1913'. Aansluitend op de portiek komt ter weerszijden van het toegangspad een lage, halfcirkelvormig naar de zijmuren van de portiek afbuigende balustrade voor. Voor de portiek staan twee gemetselde en van spekbanden voorziene kolommen opgesteld. Deze staan op een sokkel en afgeschuinde plint. De met hardstenen kapitelen uitgeruste kolommen, ondersteunen een met shingles belegd aangekapt schilddak dat reikt tot de verdiepingsvloer. Dit afdak loopt door tot boven de in het rechter gedeelte van de gevel voorkomende, rechthoekige houten erker op gemetselde voetmuur. Aan de voorzijde bevat deze een venster met meerruits raam voorzien van bovenlichten. De zijden van de erker bevatten elk een raam met bovenlicht. Het linker gedeelte van de gevel bestaat uit drie gekoppelde smalle vensters, boven voorzien van een doorlopende strek met boven de muurdammen hardstenen blokken met uitkragende neggen. Onder de drie afzonderlijke hardstenen lekdorpels (met afgeronde hoeken) komen hier evenals in de erker drie kelderramen voor die door een boven het maaiveld uitstekende strek worden afgesloten. Boven de portiek in de tweede bouwlaag is een uitgebouwd tweezijdig venster aanwezig. De met bovenlichten uitgeruste twee schuiframen vormen samen een hoek van negentig graden. Aan de onderzijde van het venster is een lambrizering aangebracht die in het boven de portiek voorkomende afdak ingrijpt. Boven het uitspringende venster met platdak, is een geprofileerde driehoekige bakgoot geplaatst onder door gesneden consoles ondersteunde bakgoot van het dak. Tussen laatstgenoemde consoles is siermetselwerk aangebracht. Met het inpandige balkon rechts is ten opzichte van de eerste bouwlaag een negatief beeld in de vensterassen ontstaan van in- en uitgebouwde ruimten. Het balkon wordt door een 1½ steense korfboog afgesloten terwijl in het midden van de deels gesloten met een hardstenen dekplaat afgewerkte borstwering, een open spijlen balkonhek voorkomt. De indeling van het naar achter geplaatste venster is op de dubbele balkondeuren na overeenkomstig dat van de erker. De linkerhoek van de voorgevel die driezijdig wordt beëindigd door een venster met drie gekoppelde schuiframen met bovenlichten, ligt ten opzichte van de in een rechte hoek geplaatste muurvlakken van de eerste bouwlaag, terug. Ter hoogte van de verdiepingsvloer is op de hoek een driehoekige bakgoot op gesneden klossen geplaatst. Rechts van deze gekoppelde ramen komt een venster met een raam van hetzelfde type als hiervoor beschreven voor dat door een tweesteens strek wordt beëindigd. Ter hoogte van de wisseldorpels van de ramen eindigt de, door een strek afgesloten in baksteen opgetrokken gevel en zet zich in gecementeerde vorm voort. In de middenas komt in het dakschild een platgedekte dakkapel met twee draairamen voor. Het rechter gedeelte van de gevel bezit halverwege de, met een windveer uitgeruste topgevel, een 'bow-window' op uitkragende consoles. Het middenraam bestaat uit een stolpraam; de zijramen zijn vast. Het venster ondersteunt tesamen met links en rechts klossen, een houten lijst onder de uitspringende van siermetselwerk voorziene gevel onder de kruin. Het linker gedeelte van de gevel bevat in deze hoek een platgedekte derde bouwlaag die in het samengestelde dak is doorgetrokken. De hoek wordt, evenals de lagerliggende verdieping, gevormd door drie gekoppelde draairamen en een, rechts hiervan bevindend, venster dat nu een gekoppeld draairaam bevat. Beide vensters worden door een strek afgesloten. Een brede, overkragende daklijst sluit de hoek boven de voorgevel en linker zijgevel af.
Aan de LINKER ZIJGEVEL is over de gehele hoogte een moderne brandtrap (spiltrap) aangebracht. In het trasraam zijn drie kelderramen met roosters aanwezig. De gevelopeningen bevinden zich hoofdzakelijk links en even rechts van de middenas van de gevel. Geheel links bevindt zich, naar achter geplaatst tussen gecementeerde zijmuren, een later aangebrachte zij-ingang en via drie treden bereikbaar. De paneeldeur is in vier ruitjes en panelen onderverdeeld. Boven het brede kalf bevindt zich een bovenlicht. Rechts van de deurnis bevindt zich een gekoppeld schuifraam met bovenlicht dat door een 1½ steens strek wordt afgesloten. Het toiletraam rechts hiervan is als valraam uitgevoerd. In de tweede bouwlaag komt een moderne deur voor die aansluit op de brandtrap. Het toiletraam en de gekoppelde draairamen zijn van het hiervoor beschreven type en worden eveneens door een in het gecementeerde deel van de gevel uitgespaarde 1½ steens strek beëindigd. Links in de gevel komt een balkondeur voor met balkon afgeschermd door een moderne buisleuning. De bovenste bouwlaag bezit een zelfde moderne deur en twee gekoppelde zesruits ramen en gekoppelde draairamen. Een op de tweede bouwlaag licht, van een casement voorzien, uitgemetseld rookkanaal.
De ACHTERGEVEL wordt door twee bouwmassa's bepaald waarvan het rechter naar voren springt, middels een annex is uitgebouwd, drie bouwlagen bezit met een aangekapt schilddak met hogere dakvoet. De platgedekte (later toegevoegde) uitbouw bezit in de haaks op de achtergevel staande rechter zijde een paneeldeur overeenkomstig de zijingang in de linker zijgevel van het huis en wordt door een strek afgesloten. Het deurkozijn rust op granito neuten en dito dorpel. De voorzijde van de uitbouw bezit een venster met vier gekoppelde ramen waarvan de buitenste van een bovenlicht zijn voorzien. De linkerzijde is blind uitgevoerd. In het trasraam komen evenals in de linker zijgevel, drie kelderramen voor met gewapend glas, door een steens strek afgesloten. Het venster rechts van de middenas is identiek aan dat voorkomt in de erker in de voorgevel. Het hoekraam rechts met 2x2 ruits bovenlicht wordt evenals het hiervoor genoemde venster door een tweesteens strek afgesloten. Het venster boven de uitbouw bevat vier gekoppelde ramen waarvan de buitenste draairamen betreffen. Het stolpraam met bovenlicht, rechts in de gevel, lijkt zich tussen twee verdiepingen te bevinden. Ter hoogte van de wisseldorpel gaat de gevel van schoonmetselwerk over in een gecementeerd bovengedeelte. Tot dusverre rusten alle genoemde ramen in deze gevel op hardstenen lekdorpels met afgeronde hoeken. Het enige raam in de gecementeerde laag bestaat uit vier gekoppelde ramen die tegen de daklijst zijn gedrukt. In het dakschild komt rechts van de middenas een platgedekte dakkapel voor met drie ramen waarvan de buitenste draairamen betreffen. In het linkergedeelte van de gevel komt boven de erker een groot balkon voor. Midden onder de rechthoekige erker is, haaks op de gevel een trap die tussen gecementeerde wanden naar de kelder leidt onder eensteens toog. De toegang bestaat uit dubbele (paneel) kelderdeuren met tweemaal tweeruits indeling. Het kozijn rust op hardstenen neuten en dito dorpel. Eenvoudige buisleuningen aan weerszijden rusten op de met bakstenen op hun kant afgesloten zijkanten van het trapgat. De voorzijde van de houten, op een voetmuur rustende erker bestaat uit vier ramen (met bovenlichten), waarvan alleen de twee in het midden draaien. Een aangekapt met rode Tuile du nordpannen belegde schilddak met driekante vorstkepers, dekt de erker die is voorzien van een bakgoot op gesneden klossen. De zijden van de erker zijn blind uitgevoerd. Het ten opzichte van de erker bredere balkon wordt door gemetselde balusters, gevat tussen gemetselde kolommen, aan twee zijden omgeven. Het deurkozijn met zijlichten is identiek aan dat voorkomt in het inpandig gelegen balkon in de voorgevel. In het dakschild is een platgedekte dakkapel geplaatst met drie draairamen.
De RECHTER ZIJGEVEL wordt in de eerste bouwlaag door een uitgebouwde haardplaats met dito rookkanaal bepaald. De uitbouw wordt gedekt door een schilddakje met daktegels. Het overstek is voorzien van een bakgoot op gesneden klossen. De gevel wordt vanaf deze haardplaats door een uitgebouwd rookkanaal symmetrisch in tweeën gedeeld en reikt tot in de kruin van de door een geprofileerde windveer voorziene topgevel. Links en rechts van het alleen op de begane grond zich verjongende rookkanaal, bevindt zich een raam rustend op hardstenen lekdorpels zoals beschreven. Links komt een klein drieruits raam voor. In de rechterzijde van de uitbouw komt een raam voor, de straatzijde is blind uitgevoerd. Naar boven toe versnijdt het kanaal zich tweemaal met op de afzaten daktegels. Halverwege de verdiepingsvloer reikt het rookkanaal van de uitbouw middels een door een afzaat gedekte gemetselde halve boog naar de ten opzichte hiervan teruggelegen gevel van de eerste verdieping waar links van het rookkanaal twee gekoppelde draairamen voorkomen en rechts hiervan behalve een identiek gekoppeld raam, een halfrondafgesloten (later) raam onder een dubbele rollaag. Op de tweede verdieping komen nog twee gekoppelde ramen voor van het eerder beschreven type. De twee kelderramen in het trasraam bezitten een drieruits indeling en worden door een steens strek afgesloten.
Het INTERIEUR is ondanks de eerder genoemde gewijzigde functie van het huis in relatief goede staat behouden. Rijk uitgevoerd is het tochtportaal met fraaie voordeur met glas in lood in zij- en bovenlichten, de tochtdeuren en de in Art-Déco stijl gedecoreerde muren met apekoppen in stucwerk. Op de statige hal, gelegen in de middenas van het huis, komen diverse kamers uit waarvan de brede geprofileerde deurkozijnen met versieringen als cannelures, voluten en breukstaaf zijn uitgerust. De beide voorkamers zijn voorzien van een in Art-Déco stijl uitgevoerd geornamenteerd stucplafond. In de kamer op de hoek van achtergevel en rechter zijgevel bevindt zich een opmerkelijk grote haardnis waarvan alleen de schouwbalk met consoles resteert. De vele kamers op de verdiepingen zijn of wel opgedeeld in twee kamers, bezitten een verlaagd plafond of zijn sterk gewijzigd. De enorme kelder wordt door onderling met elkaar in verbinding staande ruimten onderverdeeld, waarbij de aanwezigheid van een verhoogd geplaatste, robuuste badkuip vermoedelijk een overblijfsel is uit de tijd dat het huis als kraamkliniek dienst deed.
Waardering
VILLA, gebouwd in 1913 door architect A. Th. van Elmpt uit Groningen, in overgangsarchitectuur.
- Van architectuurhistorisch belang vanwege zijn uiterlijke verschijningsvorm die door verschillende bouwmassa's wordt gekenschetst, waarbij diverse elementen voor een met name rijke en plastische voorgevel zorg dragen. Zo zijn verschillende typen houten vensters ('bow-window' en een uitgebouwd tweezijdig venster) en een loggia aanwezig; zijn de gevels opgetrokken in baksteen en deels gepleisterd; is spaarzaam siermetselwerk toegepast en zijn dakpannen en daktegels gebruikt. Tevens is een aantal belangrijke interieurelementen bewaard gebleven.
- Van stedenbouwkundige waarde als goed en gaaf voorbeeld van een vrijstaande villa die deel uitmaakt van een door stadsuitbreiding in het begin van deze eeuw ontstane gesloten straatwand met verscheidene jugendstilpanden aan de rand van de bebouwde kom van Zutphen. Het pand vormt door de plaatsing aan de rooilijn, dakhoogte en topgevel met overeenkomstige 'bow-window' als in het rechts naast gelegen pand, een goede latere invulling.
- Van cultuurhistorisch belang als goed voorbeeld van een vrijstaande villa van de gegoede burgerij die zich omstreeks 1900 steeds meer buiten het stadscentrum wilde vestigen.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Woonhuis | Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Deventerweg | 73 | – | 7203 AD | Zutphen | – | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | – | Villa |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | B | 1642 | – | Zutphen |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1913 | 1913 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Elmpt, A.Th. ; Gelderland | architect / bouwkundige / constructeur | – |