Inleiding

Rijk uitgevoerde kleine VILLA met TUINHEK genaamd VREDE gebouwd in 1901 naar ontwerp van de Oosterbeekse architect J. VAN BURK in opdracht van de architect J.A. VOORHOEVE (1847-1929) uit Rotterdam. De villa vormt een goed voorbeeld van de voor bouwtijd kenmerkende Overgangsarchitectuur waarbij met name sprake is van invloeden van de Chaletstijl, de Neo-Renaissancestijl en in mindere mate de Art Nouveaustijl. De opdrachtgever verhuurde het pand in eerste instantie en betrok pas na enige jaren de woning. De villa is gelegen in een gebied begrensd door de Wilhelminastraat, Jacobaweg, Prins Hendrikstraat en Utrechtseweg waarvoor het stedenbouwkundige ontwerp gemaakt werd door de bekende tuinarchitect Samuel Voorhoeve (1880-1948), zoon van J.A. Voorhoeve. De Wilhelminastraat heeft haar oorspronkelijke karakter goed behouden. Het fraai op de hoek van deze straat en de Jacobaweg gelegen pand is overhoeks gesitueerd en word omgeven door een kleine tuin met een halfrond oprijlaantje. Het perceel wordt omgeven door een giet- en smeedijzeren spijlenhek waarin zich zowel aan de zijde van de Wilhelminastraat als aan de zijde van de Jacobaweg een dubbel draaihek bevindt. De op de tegenoverliggende straathoek gelegen Remonstrantse kerk is eveneens ontworpen door J. van Burk.

Omschrijving

De VILLA is gebouwd op een nagenoeg rechthoekige plattegrond en heeft één bouwlaag onder een zadeldak met de nok gericht op de samenkomst van de Wilhelminastraat en de Jacobaweg. Het dak is belegd met rode grotendeels geglazuurde Tuile du Nordpannen en is op de nok voorzien van een terra-cotta crète die aan de zijde van de voorgevel eindigt in een terra-cotta piron. In het linker dakschild bevindt zich een hoog opgaande gepleisterde schoorsteen terwijl zich in het rechter dakschild een kleine dicht tegen de nok aan geplaatste eveneens gepleisterde schoorsteen alsook een tweede gepleisterde bescheiden schoorsteen bevinden. In beide dakschilden bevinden zich meerdere moderne dakramen van bescheiden afmetingen. De topgevel aan de voorzijde is voorzien van door twee korbeelstellen gedragen rijk uitgevoerde sierspant met in ajour uitgevoerde panelen. Beide topgevels zijn voorzien van geprofileerde windveren. De gevels van het pand zijn gepleisterd en wit gesausd en bezitten een grijs gesausde plint. De gevels worden onder meer verlevendigd door een in rode, gele en zwarte verblendsteen uitgevoerde band ter hoogte van de bovenlichten van de ramen. De voor- en achtergevel bezitten tevens in de topgevels ter plaatse van de onder- en bovendorpels van de ramen verblendstenen sierbanden. De zijgevels worden afgesloten door een uitkragende tandlijst in rode verblendsteen die op regelmatige afstanden wordt onderbroken door kleine muurdammen. Boven deze bevindt zich een geprofileerde houten bakgoot op gesneden klossen. De venster- en deuropeningen worden merendeels afgesloten door blinde segmentboogjes in rode verblendsteen met aanzet- en sluitstenen in gele verblendsteen. De boogtrommels zijn gevuld met patroontegels met blokmotief in blauw, wit en zwart. Ter plaatse van deuropeningen sluiten de segmentboogjes aan op de omlopende verblendstenen band. De houten lekdorpels zijn grijs geschilderd. Onder iedere lekdorpel bevindt zich een decoratieve band in rode en gele verblendsteen. De vensters zijn merendeels voorzien van persiennes. De VOORGEVEL is symmetrisch ingedeeld en is drie traveeën breed. De in de middentravee gelegen inpandig portiek bezit een vloer belegd met zwarte en okerkleurige tegels. De ingang is voorzien van een fraaie paneeldeur met twee gietijzeren roosters met middenornament en een enkelruits bovenlicht. Aan weerszijden van de portiek bezit de gevel een venster met een T-schuifraam. De verdieping bezit twee vensters met stolpramen en enkelruits bovenlichten. In het gevelvlak midden boven beide vensters bevindt zich een hardstenen naamsteen met in relief het opschrift VREDE. De asymmetrisch ingedeelde LINKER ZIJGEVEL heeft iets links van het midden een venster met een T-raam en rechts een deuropening met een schuifdeur met twee glaspanelen en een enkelruits bovenlicht. De ACHTERGEVEL is asymmetrisch ingedeeld en op de begane grond van links naar rechts: een later ingehakt venster, twee kleine vensters met tralies en enkelruits raampjes en tenslotte een deuropening met een vernieuwde deur en een vierruits bovenlicht waarboven een moderne luifel. De verdieping heeft een centraal geplaatst rond venster met gietijzeren margrietraam ter verlichting van het achterliggende trappenhuis. Aan weerszijden van dit venster bevindt zich een venster met stolpraam en enkelruits bovenlicht. De RECHTERZIJGEVEL heeft links een fraaie in hout en glas opgetrokken serre met schuifdeuren onder een lessenaarsdak gedekt met rode Tuile du Nordpannen. De serre is samengesteld uit een stijl- en regelwerk ingevuld met panelen, meerruits ramen en bovenlichten. De korte zijden van de serre worden aan de bovenzijde afgesloten door beplankingen. Rechts van de serre bevindt zich een venster met een T-schuifraam. In het INTERIEUR bevinden zich nog onder meer nog een gang met tegelvloer, paneeldeuren, schoorsteenmantels, stucplafonds, een trap met gesneden trappaal, diverse betegelingen in de trant van de Nederlandse variant van de Art Nouveau de Nieuwe Kunst. De onder de keuken gelegen kelder is voorzien van troggewelfjes.

Het perceel wordt omgeven door een giet- en smeedijzeren spijlenHEK, waarin zich zowel aan de zijde van de Wilhelminastraat als aan de zijde van de Jacobaweg een dubbel draaihek bevindt.

Waardering

VILLA met TUINHEK genaamd VREDE gebouwd in 1901 in Overgangsarchitectuur naar ontwerp van de architect J. VAN BURK in opdracht van de architect J.A. VOORHOEVE uit ROTTERDAM.

- Van architectuurhistorische waarde als een vrij gaaf bewaard schilderachtige kleine villa in Overgangsarchitectuur waarbij overwegend sprake is van een rijke combinatie van de Neo-Renaissancestijl en de Chaletstijl. Het huis is van belang vanwege de hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het ontwerp, zoals deze met name tot uitdrukking komen in de toepassing van sierbanden in verblendsteen, een sierspant met in ajour uitgevoerd paneelvullingen en de verzorgde uitvoering van de serre. Het pand waarvan de ruimtelijke indeling nog aanwezig is, bezit tevens nog meerdere oorspronkelijke interieuronderdelen waaronder stucplafonds, paneeldeuren en schoorsteenmantels. De villa is tevens van belang voor het oeuvre van J. van Burk.

- Van stedenbouwkundige waarde als onderdeel van de voornamelijk uit de tweede helft van de negentiende eeuw daterende villabebouwing in de kern van Oosterbeek. De villa heeft een ensemblewaarde als onderdeel van deze villabebouwing in het algemeen en als onderdeel van de in opdracht van Voorhoeve ontworpen villabebouwing aan de Wilhelminastraat e.o. in het bijzonder. Vanwege de prominente beeldbepalende ligging op de hoek van de Wilhelminastraat en de Jacobaweg heeft het pand ook een situeringswaarde.

- Van cultuurhistorische waarde als uitdrukking van een voor de gemeente Renkum kenmerkende sociaal-maatschappelijke ontwikkeling tussen 1850 en 1940, namelijk de immigratie van (nieuwe) welgestelden naar fraaie landelijke gebieden in de omgeving van een stad: in casu een villa in de kern van Oosterbeek dat in de tweede helft van de negentiende eeuw uit zou groeien tot een villadorp, gelegen in het bosrijke gebied van de zuidelijke Veluwezoom nabij Arnhem. De grote toestroom van welgestelden zou de sociale gelaagdheid van de bevolking in Oosterbeek aanzienlijk veranderen.