Genteldijk 5, Geldermalsen
Het HOOFDGEBOUW (A) is uitgelegd op een rechthoekige plattegrond en beslaat een aanzienlijk deel van het langgerekte perron. Het hoofdgebouw is voorzien van een samengesteld schilddak, belegd met betonpannen en voorzien van omlopende houten bakgoten. Het dakvlak wordt onderbroken door een hoger opgetrokken drie vensterassen tellend bouwdeel met autonoom schilddak en een twee vensterassen brede dwarsarm met tussen de eindgevels een zadeldak met iets hoger gelegen nok. Het merendeel van het gebouw is anderhalve bouwlaag hoog met een zolder, waarbij ter plaatse van de verdiepingsvloer de perronoverkapping hier als lessenaarsdak uitgevoerd, het gehele pand insluit. De meeste vensteropeningen in de gevels zijn aan de bovenzijde door een segmentboog beëindigd, waarbij de boogvullingen op sommige plaatsen nog met het oorspronkelijke siermetsel- of tegelwerk zijn gevuld. Dit siermetselwerk, dat vooral nog in de geveltoppen voorkomt is in elk boogveld verschillend. De segmentbogen zijn in afwijkende steenkleuren gemetseld en voorzien van in kunststeen uitgevoerde geboorte- en sluitstenen uitgerust met diamantkoppen. Tussen de twee omlopende sierbanden die op de begane grond voorkomen ter hoogte van de segmentbogen, bevindt zich siermetselwerk dat met behulp van gesmoorde bakstenen is uitgevoerd. Ook in sommige blindnissen is siermetselwerk met gesmoorde bakstenen aanwezig. De meeste raam- en deuromlijstingen hebben afgeschuinde zijden met afwisselend gele en gesmoorde profielstenen. De gevels worden beëindigd met een uit vlechtwerk bestaand baksteenfries dat op regelmatige afstanden wordt onderbroken door kunststenen consoles die de goten dragen. Alleen de gevels in het eerder genoemde hogere bouwvolume worden afgesloten met een rondboogfries dat de goten draagt. Het gebouw is voorzien van een omlopende stenen plint en op de hoeken bevinden zich schampstenen. De VOOR- en ACHTERGEVEL zijn nagenoeg aan elkaar identiek. De aanwezigheid van een plateau met ijzeren balustrade, rustend op de overkapping ter plaatse van de dwarsarm en hogere bouwvolume, vormt het grootste verschil. Met uitsluitsel van de twee en tweeëneenhalve bouwlagen tellende bouwvolumen corresponderen telkens drie vensterassen van de voorgevel met een dakkapel. Elk van die dakkapellen is voorzien van een houten pilasteromlijsting en houten wangen en is met een spits leiendakje met een ijzeren bekroning uitgerust. De vensters op de begane grond hebben veelal nieuwe invullingen. De verdieping heeft twee-ruits ramen in de vorm van een liggende rechthoek in een getoogd venster. In het autonome met de nokas evenwijdig aan het spoor liggende hoge schilddak met aan de voor- en achterzijde een Vlaamse gevel, bevinden zich twee schoorstenen op het linkerschild, één op het voorschild, één op het rechterschild en een lage op de nok. De hogere schoorstenen zijn voorzien van omringende banden en ijzeren sierankers. Alleen aan de voorzijde komt links van de dwarsarm een hoge schoorsteen voor en in het rechterschild van het samengestelde dak. De voor- en achterzijde van het hogere bouwdeel heeft een symmetrische, drie vensterassen brede, indeling en wordt benadrukt door een middenrisaliet dat op goothoogte overgaat in een topgevel met een door een decoratief ijzeren element bekroond opzetstuk. Het driehoekige deel van de topgevel wordt begrensd door een opliggend klimmend fries. Een gedeelte van het risaliet onder de topgevel wordt begrensd door in diverse steenkleuren uitgevoerde pilasters op bewerkte consoles waarop de bouwdatum is aangegeven. De middelste gevelopening begane gronds was oorspronkelijk van een brede invullling voorzien. De eerste bouwlaag heeft drie rechthoekige kozijnen met een afsluitende segmentboog aan de bovenzijde. Twee van de ramen hebben een verticale middenstijl met aan weerszijden een tweeruits schuifraam. Het linkerraam is als stolpraam met een tweeruits bovenlicht uitgevoerd. Boven elk van deze ramen bevinden zich twee gekoppelde rechthoekige raampjes met een ijzeren raamhekje en een rondboogvormige afsluiting met siermetselwerk in het boogveld. Boven de middelste raampjes bevindt zich tussen de rondbogen nog een cirkelvormig veld met een vulling van siermetselwerk. Links en rechts hiervan bevindt zich een groot sieranker. De geveltop is van het risaliet gescheiden door een geprofileerde horizontale lijst. In het driehoekig gevelvlak daarboven bevindt zich siermetselwerk in gesmoorde steen en een blindnis met siermetselwerk en een halfcirkelvormige afsluiting. Voor wat betreft de achterzijde zijn ook hier alle ramen vernieuwd, terwijl ook op de verdieping enkele ramen gewijzigd zijn. In de dwarsarm komen op de verdieping (vernieuwde) stolpramen onder tweeruits bovenlichten voor. Het boogveld van het rondboogvormige venster heeft een moderne invulling. De geveltop van de dwarsarm kenmerkt zich door een klimmend fries, een horizontale tandlijst en een opzetstuk met ijzeren bekroning. Deze is bovendien voorzien van een middenpilaster met een ondersteunende console waarop een leeuwekop is afgebeeld. De LINKER ZIJGEVEL heeft op de begane grond een moderne invulling en dient tegenwoordig als hoofdingang tot het loketgedeelte. De verdieping heeft drie twee-ruits ramen in de vorm van een liggende rechthoek. De RECHTER ZIJGEVEL heeft op perronniveau drie getoogde blindnissen. Het metselwerk van de nissen is met gesmoorde baksteenmotieven gedecoreerd. De verdieping heeft drie ramen als genoemd bij de overige gevels.
Het INTERIEUR van het gebouw is gerenoveerd.
Waardering
STATIONSGEBOUW (A), gebouwd in 1886.
- Van architectuurhistorisch belang als goed en gaaf voorbeeld van een stationsgebouw uit de tweede helft van de 19de eeuw uitgevoerd in overwegend neo-renaissance stijl. Het gebouw bezit esthetische kwaliteiten als goede verhoudingen en fraaie detailleringen.
- Van stedenbouwkundig belang vanwege zijn ligging tussen twee belangrijke sporen, op het traject 's-Hertogenbosch - Utrecht en Tiel - Gorinchem. Het gebouw vormt een relatie met de overige onderdelen.
- Van cultuurhistorisch belang. Als voorbeeld van een weinig voorkomend type eilandstation geeft het een typologische ontwikkeling aan van de stationsbouw in Nederland eind 19de eeuw.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
STATIONSCOMPLEX, bestaande uit drie beschermde onderdelen.
A HOOFDGEBOUW
B BIJGEBOUW
C PERRONOVERKAPPING
Het spoorwegemplacement van Geldermalsen is gelegen aan de westzijde van het dorp, ten zuiden van de Linge en werd in 1884 aangelegd als vervanging voor het oude, in 1868, gebouwde station aan de spoorlijn Utrecht - Waardenburg. Het oude station werd daarna afgebroken als gevolg van een spoorverdubbeling. Het tegenwoordige station waar langs ook de lijn Tiel - Gorinchem is gelegd, scheidt het aan de achterzijde gelegen industriegebied van de dorpskern af.
Complexomschrijving
Het huidige, in 1886 gebouwde, STATION (Geldermalsen II) is een eilandstation met twee gebouwen op het perron temidden van enkele spoorlijnen. De in baksteen opgetrokken (kruisverband) stationsgebouwen zijn uitgevoerd in een overwegend neo-renaissance stijl. Kenmerkend zijn de decoraties in het metselwerk en de vormgeving van onder meer de diverse topgevels. Ter hoogte van de onder-, boven-, en wisseldorpels van de ramen en blindnissen in het gebouw bevinden zich sierbanden in kunststeen. Het zuidelijk gesitueerde gebouw reikt boven de met moderne golfplaten voorziene perronoverkapping uit. De overkapping werd in 1888 verlengd en tevens werd een ijzeren luchtbrug toegevoegd die de twee straten aan weerszijden van het perron met elkaar verbond. De luchtbrug is na 1962 aan de voorzijde door een voetgangerstunnel vervangen, maar aan de achterzijde nog aanwezig tot 2010 (daarna opgenomen in collectie van Museum Buurt Spoorwegen te Haaksbergen). In het hoofdgebouw, het zuidelijk gelegen bouwdeel dat het grootste is van de twee, zijn drie funkties ondergebracht: stationshal met plaatskaarten en restauratie. In het gedeelte boven de overkapping houdt het administratieve spoorwegpersoneel kantoor. De bovenste verdieping deed oorspronkelijk dienst als woning. Het bijgebouw is bestemd voor het spoorweg-personeel.
Complexwaardering
STATIONSCOMPLEX, gebouwd in 1886.
- Van architectuurhistorisch belang als goed en gaaf voorbeeld van een station uit de tweede helft van de 19de eeuw uitgevoerd in een aan de neo-renaissance verwante stijl.
- Van stedenbouwkundig belang vanwege zijn ligging tussen twee belangrijke sporen, op het traject 's-Hertogenbosch - Utrecht.
- Van cultuurhistorisch belang. Het station is van cultuurhistorische waarde als belangrijk element uit de geschiedenis van het openbare vervoer in Nederland, dat zich als gevolg van de mechanisering en standaardisering op stormachtige wijze ontwikkelde. Spooraanleg en stationsbouw drukten vanaf deze tijd een duidelijk stempel op het aanzicht van het Nederlandse landschap.Als voorbeeld van een weinig voorkomend type eilandstation geeft het een typologische ontwikkeling aan van stationsgebouwen eind 19de eeuw.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Stationsgebouw | Handelsgebouwen, opslag- en transportgebouwen | Transport | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Genteldijk | 5 | – | 4191 LD | Geldermalsen | – | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Handelsgebouwen, opslag- en transportgebouwen | Transport | – | Eilandstation |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | H | 1709 | – | Geldermalsen |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1886 | 1886 | – | vervaardiging |