Dokterswoning, Venray
Inleiding.
DOKTERSWONING in een serie van vier woningen voor geneesheren van het St. Annagesticht, gesitueerd langs de voormalige toegangslaan van het terrein. De woningen, die vermoedelijk naar ontwerp van Jos Haché tussen 1907 en 1911 in de stijl van het eclecticisme zijn gebouwd, vertonen invloeden uit de renaissance en de chaletstijl. De woonhuizen nr. 3 en 4 zijn hierbinnen wat rijker uitgevoerd met natuursteenornamenten in de gevels. Het woonhuis nr. 4 wordt door een eenvoudige siertuin omgeven waarin op de perceelsgrens met nr. 3 een eenvoudig KOETSHUIS staat. De tegen de linker zijgevel aangebouwde garage wordt niet in de beschrijving opgenomen.
Omschrijving.
Het in hoofdzaak blokvormige woonhuis heeft in de achtertuin een koetshuis dat zich gedeeltelijk in de tuin van nr. 3 bevindt. Het is een eenvoudig in baksteen opgetrokken rechthoekig gebouwtje onder een overstekend zadeldak gedekt met rode muldenpannen en voorzien van een schoorsteen in de nok. Het dak is met versierde windveren afgewerkt.
Het onderkelderde woonhuis heeft asymmetrisch opgezette gevels met diverse erkers en een in de voorgevel opgenomen torentje. Het samengestelde dak bestaat uit een schilddak en een zadeldak waarvan de schilden zijn belegd met rode muldenpannen. Het spitse torendak is belegd met leien, evenals het dak van de twee bouwlagen hoge erker tegen de rechter zijgevel, en bekroond met een smeedijzeren kruisbloem. Het overstekende hoofddak heeft een geprofileerde bakgoot op houten klossen. Langs de dakgoot loopt gedeeltelijk een gezaagde druiplijst. Op het dak bevinden zich nog oorspronkelijke schoorstenen, o.a. op het linker dakschild. De gevels zijn opgetrokken in baksteen in kruisverband en bezitten de algemene kenmerken zoals beschreven in de complexomschrijving (monumentnummer 5638121) zij het rijker uitgevoerd met toepassing van bewerkte hardsteen in vensterbogen, waterlijsten en vensteromlijstingen. De gevels zijn voorzien van voornamelijk rechthoekige houten vensters met bovenlichten.
De voorgevel heeft rechts een licht risalerende partij eindigend in een topgevel met versierd eindspant, links een terugliggende rechtafgesloten partij. In het midden is een torenachtige uitbouw opgenomen waarin zich de entree bevindt. Het geveldeel links heeft een driezijdige erker waarvan het basement is versierd met hardsteen sierbanden. In de tweede bouwlaag een drielicht gevat in een hardsteen omlijsting van pilasters met Ionische kapitelen en een hoofdgestel met trigliefen. De eerste bouwlaag van de vierzijdige toren vormt een portiek, aan de westzijde en noordzijde met rondbogen geopend. Het portiek heeft twee treden naar een verhoogde stoep belegd met patroontegels. De houten paneeldeur heeft glaspanelen en een rondboogvormig bovenlicht, gevat in een hardsteen omlijsting. De toren is ingesnoerd op de overgang van de vierzijdige derde geleding naar de meerzijdige vierde torengeleding. De rechter beuk heeft in de tweede bouwlaag een groot drielicht met hoge bovenlichten, gevat in een hardsteen omlijsting. Het centrale raam wordt boven de afsluitende latei bekroond door een rondboogvormig spaarveld. De geveltop kraagt iets uit op een segmentboogfries. In de top een kleiner drielicht volgens hetzelfde schema. Het hierboven overstekende dak is afgewerkt met een eindspant met driepasbooog, en gezaagde vulstukken en windveren.
De rechter zijgevel heeft in het hoofdvolume een regelmatige gevelindeling met vensters zoals beschreven. De gevel wordt onderbroken door een twee bouwlagen hoge driezijdige erker onder schilddak.
De linker zijgevel heeft links in de eerste bouwlaag twee gekoppelde rondboogvensters met bovenlichten. De tweede bouwlaag heeft twee uitspringende rookkanalen die de gootlijst doorsnijden. In de aanzetten van deze rookkanalen is geprofileerde hardsteen gebruikt en in de gevel tussen de rookkanalen bevindt zich een geornamenteerde hardstenen plaat bekroond met gebogen fronton. Tegen de linker zijgevel van de achteruitbouw is een garage aangebouwd.
De achtergevel van het hoofdvolume heeft links een risaliet voorzien van een eindspant versierd met een driepasboog en gezaagde windveren. Rechts een terugliggend recht afgesloten gedeelte met balkondeuren op de verdieping en een nieuwe topgevel met deur naar een moderne brandtrap. Het pand is over de hele eerste bouwlaag uitgebouwd. Links een oorspronkelijke uitbouw onder zadeldak met een gebroken noordelijk schild, voorzien van een versierd eindspant met gezaagde windveren. Rechts een vermoedelijk later aangebouwde platgedekte uitbouw waarop zich een balkon bevindt. Tussen de linker uitbouw en de noordelijke garage is een niet oorspronkelijk terras gemetseld.
Het interieur heeft de oorspronkelijke driebeukige indeling grotendeels behouden, maar de woonvertrekken rechts van de middengang zijn in opzet gewijzigd en de afwerking is op onderdelen gemoderniseerd. Van belang zijn onder andere de oorspronkelijke tot aan de zolder doorlopende bordestrap met eenvoudige spijlen.
Waardering.
De dokterswoning van het St. Annagesticht met koetshuis is van algemeen, cultuur-historisch en architectuur-historisch belang als essentieel en oorspronkelijk onderdeel van de psychiatrische inrichting die aan het begin van de twintigste eeuw volgens het paviljoenstelsel is gebouwd. Het woonhuis is binnen het complex van typologische waarde omdat huisvesting van geneesheren op het eigen terrein een herkenbaar onderdeel is van psychiatrische inrichtingen in deze periode. De woning heeft architectuur-historische waarde vanwege de voor het instituut en bouwtijd kenmerkende schilderachtige eclectische bouwstijl. Het woonhuis heeft ensemblewaarden vanwege de situering binnen een reeks vergelijkbare en beeldbepalende dokterswoningen aan de toegangslaan tot het instituut.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding.
Complex PSYCHIATRISCHE INRICHTING St. Anna bestaande uit een hoofdgebouw, delen van de terreinaanleg, vier dokterswoningen, een lijkenhuis, een boerderij, een muziektent en een ombouw van een verdwenen draaimolen. De inrichting voor vrouwen werd tussen 1908 en 1911 gebouwd naar ontwerp van de Belgische architect Jos Haché in opdracht van de Zusters van Liefde van Gent, naar model van het gesticht Caritas te Melle bij Gent in België. Het complex dat werd gebouwd op een terrein ten noorden van het dorp Venray bestond oorspronkelijk uit 12 paviljoens met eigen achtertuinen, enkele dienstgebouwen en dokterswoningen vrij gegroepeerd om een centraal hoofdgebouw binnen een parkachtige aanleg. De oorspronkelijke gebouwen worden gekenmerkt door een eclectische stijl met elementen uit de neo-renaissance en de chaletstijl. Voor de kapel van het instituut is evenals voor het nabijgelegen lijkenhuis een sobere neo-gotische stijl gebruikt. Het complex is aan het einde van de jaren twintig van de twintigste eeuw uitgebreid met o.a. een zijkapel en een zustershuis naar ontwerp van architect Jos Bekkers uit Haarlem en in de jaren dertig met onder meer een muziektent en een draaimolen. In de Tweede Wereldoorlog zijn de meeste behandelpaviljoens verwoest of ernstig beschadigd. Het gesticht is vanaf eind jaren veertig grotendeels herbouwd, met behoud van de oorspronkelijke paviljoenopzet.
Omschrijving.
De te beschermen onderdelen van het gesticht liggen op een veelhoekig terrein tussen de huidige Noordsingel in het zuiden en de Overloonseweg in het noorden. De westzijde van het terrein bezit hoge natuurwaarden en bestaat voornamelijk uit bos op stuifduinen. Het centrale en oostelijke deel is bebouwd met paviljoens en heeft een parkachtig karakter. Aan de noordzijde bevindt zich voornamelijk voormalig bouwland. Het terrein wordt door twee noord-zuid hoofdassen ontsloten. Deze lanen zijn met het ovale open gazon voor het administratiegebouw in de bescherming opgenomen.
De vier dokterswoningen liggen langs de oostzijde van de toegangslaan vanaf de huidige Noordsingel. Het hoofdgebouw ligt ten westen van deze doorgaande laan. De administratievleugel die onderdeel uitmaakt van dit hoofdgebouw vormt een breed frontgebouw. Het vrijstaande lijkenhuis is achter dit administratiegebouw gelegen nabij de kapel die eveneens onderdeel is van het hoofdgebouw. De boerderij is in het noorden van het terrein gesitueerd, aan de rand van het bos. Iets ten zuiden van de boerderij bevindt zich de speelweide die vermoedelijk in de jaren dertig van deze eeuw is aangelegd tussen de twee parallelle hoofdlanen. Op deze speelweide zijn naast elkaar de muziektent en de bewaarde ombouw van de verdwenen draaimolen gelegen. Deze bouwwerken kenmerken zich door een Traditionalistische bouwtrant. De oorspronkelijke gebouwen zijn in Eclectische trant uitgevoerd, met veel schilderachtige Renaissance en Chaletstijl elementen. De gebouwen kenmerken zich door een veelal asymmetrische plattegrond met toepassing van risalieten. De gevels zijn in rode baksteen in kruisverband opgetrokken en voorzien van sierbanden in gele verblendsteen. In de gebouwen is spaarzaam hardsteen toegepast, met uitzondering van het administratiegebouw en de woningen St. Annalaan 3 en 4 die in de voorgevels een rijke hardsteenornamentiek bezitten. De gebouwen zijn afgesloten met samengestelde kappen belegd met rode muldenpannen, behalve het administratiegebouw, de kapel en het lijkenhuis die met leien gedekt zijn. De daken zijn afgewerkt met gezaagde of gesneden windveren en druiplijsten. De topgevels zijn afgewerkt met eindspanten voorzien van gezaagde vulstukken. Binnen de gevels zijn houten vensters gebruikt, veelal stolpramen onder bovenlichten. De gevelopeningen bevinden zich binnen gebiljoende baksteenomlijstingen. Aan de onderzijde hebben alle vensters hardsteen lekdorpels. De vensters zijn recht, segmentboogvormig of rondboogvormig afgesloten. De rechtafgesloten vensters hebben aan de bovenzijde een hardstenen latei bekroond door een in rode verblendsteen gemetselde rondboog of segmentboog met boogtrommel. De segmentboogvormig en rondboogvormig afgesloten vensters worden afgesloten met bogen in rode verblendsteen. Bij de rijker uitgevoerde gebouwen zijn de bogen voorzien van bewerkte boogstenen.
Waardering.
Het complex St. Anna is van algemeen, cultuur-historisch en architectuur-historisch belang als bijzondere uitdrukking van een sociaal-maatschappelijke en een medische ontwikkeling, als kenmerkend voorbeeld van een psychiatrische inrichting na de Krankzinnigenwet van 1884.
Het complex heeft typologische waarde omdat de overgebleven onderdelen een goed beeld geven van een psychiatrische inrichting, die is gebouwd aan het begin van de twintigste eeuw volgens het paviljoenstelsel, met enkele karakteristieke en zeldzame onderdelen zoals het compleet bewaarde hoofdgebouw en de modelboerderij.
Het complex heeft architectuur-historische waarde vanwege de voor psychiatrische inrichtingen in deze periode kenmerkende schilderachtige architectuur, met invloeden uit de neo-renaissance en chaletstijl. Het complex heeft stedenbouwkundige waarde vanwege de bijzondere opzet en vanwege de beeldbepalende ligging aan de rand van het buitengebied van het dorp Venray. Het complex bezit hoge ensemblewaarden met het nabijgelegen in dezelfde tijd tot stand gekomen instituut St. Servatius voor mannen.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Dokterswoning | Woningen en woningbouwcomplexen | Dienstwoning(K) | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
St. Annalaan | 4 | – | 5804 AJ | Venray | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | C | 11994 | – | Venray |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1907 | 1911 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Hache, Jos. ; Limburg | architect / bouwkundige / constructeur | – |