Paviljoen I, Venray
Inleiding.
PAVILJOEN ("Paviljoen I") van het St. Servatiusgesticht in 1905-1907 gebouwd naar ontwerp van Henri van der Plas en oorspronkelijk bestemd voor 50 behoeftige halfrustige patiënten. Het paviljoen is gelegen in het midden van de meest oostelijke as van de aanleg en heeft aan de achterzijde nog een oorspronkelijke TUIN.
Omschrijving.
Vrijstaand paviljoen met een aan de zuidgevel grenzende rechthoekige tuin omgeven door een haag en aan de noordzijde gedeeltelijk afgesloten door een korte tuinmuur. Deze muur is opgemetseld in rode baksteen, voorzien van een plint, versierd met een band in gele verblendsteen en afgesloten met een ezelsrug. In de muur een doorgang met een rondboogvormige afsluiting omlijst in gele verblendsteen en voorzien van een houten opgeklampte deur. In het midden van de tuin een verdiept gazon, waaromheen een pad van rode klinkers. In het midden van het gazon een veelhoekig gemetseld waterbassin, en aan elke zijde van het gazon enkele bakstenen treden. De tuin kent voorts een eenvoudige, in de loop der jaren aangepaste sierbeplanting.
Het paviljoen telt twee bouwlagen en een kapverdieping met aan voor- en achterzijde hoekrisalieten. Het pand wordt afgedekt door een samengesteld schilddak belegd met gesmoorde muldenpannen en bekroond met nokpironnen. Het dak heeft een omlopende bakgoot met eenvoudig gesneden klossen. De gevels zijn opgetrokken in baksteen en bezitten de algemene kenmerken zoals beschreven in de complexomschrijving onder monumentnummer 5638231.
De voorgevel heeft een regelmatige indeling met de voor het St. Servatiusgesticht gebruikelijke vensters. Tegen het rechter, twee assen brede risaliet bevindt zich een restant van een glazen gang. De gang maakt een hoek van negentig graden en leidt naar de entree van het paviljoen in de oksel van gevel en risaliet. De gang heeft een glazen opbouw met glazen lessenaardak op een bakstenen voetmuur. De gang is in het westen door een bakstenen eindmuur gesloten.
De rechter zijgevel heeft rechts een thans over twee bouwlagen doorlopende platgedekte uitbouw, die oorspronkelijke één bouwlaag hoog was. In de eerste oorspronkelijke bouwlaag een serie kleine rondboogvensters. Het terugliggende geveldeel links heeft smalle gekoppelde en zelfstandige vensters zoals beschreven.
De linker zijgevel heeft een uitbouw ter breedte van de vierde vensteras van links. De uitbouw is bijna twee bouwlagen hoog en platgedekt. In de uitbouw kleine meerruits valraampjes. In elke as aan weerszijden van dit risaliet heeft deze gevel vensters zoals beschreven, waarbij er twee op de begane grond en één in de tweede bouwlaag blind zijn.
De achtergevel heeft tussen de risalieten een iets uitstekende, oorspronkelijk open veranda met standvinken op een hardstenen balustrade. De veranda is met een lessenaardak afgesloten, behalve in de beide hoeken waar de veranda twee bouwlagen hoog is en platgedekt. Ter hoogte van deze platten bevinden zich deuren op de verdieping. Op het oostelijke plat sluit een moderne brandtrap aan.
Centraal in de balustrade een opening met een trap naar de tuin, voorzien van een hardstenen balustrade. De veranda is thans geheel dichtgezet met moderne ramen en deuren, met behoud van de oorspronkelijke constructie. In het interieur is de oorspronkelijke ruimtelijke opzet in veel opzichten bewaard gebleven, met een verbindingsgang langs de noordgevel, zalen aan de zuidzijde en sanitaire ruimten en trappartijen ondergebracht in de beide hoekrisalieten.
In het interieur zijn tevens elementen van de oorspronkelijke afwerking bewaard gebleven zoals een tegelvloer in de glazen gang, de bordestrap en enkele paneeldeuren met bijbehorende geprofileerde deurkozijnen.
Waardering.
Paviljoen I met bijbehorende achtertuin is van algemeen, cultuur-historisch en architectuur-historisch belang als essentieel onderdeel van de psychiatrische inrichting St. Servatius die aan het begin van de twintigste eeuw volgens het paviljoenstelsel werd gebouwd.
Het pand is in samenhang met de andere bewaard gebleven paviljoens van typologische waarde omdat ze door hun situering in de aanleg, hun specifieke ruimtelijke opzet en gevelbehandeling illustratief zijn voor de categoriale behandeling naar sociale klasse en stoornis die inrichtingen in deze periode kenmerken.
Vanwege de aanwezigheid van een achterliggende patiententuin geeft het pand bovendien een zeer compleet en oorspronkelijk beeld van een behandelpaviljoen van een psychiatrische inrichting uit deze tijd.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding.
Complex bestaande uit een voormalig hoofdgebouw (Paviljoen A) met onderaardse gang, drie behandelpaviljoens (Paviljoen G, I en J) met twee tuinen, een volière annex duiventil en een tuinhuis oorspronkelijk behorend tot het krankzinnigengesticht St. Servatius te Venray.
Deze psychiatrische inrichting voor mannen is in de jaren 1905-1907 in opdracht van de Broeders van Liefde van Gent naar ontwerp uit 1905 van de Turnhoutse architect Henri van der Plas tot stand gekomen. De inrichting is gebouwd op een perceel ten oosten van Venray, tussen de huidige Stationsweg in het noorden en de Servatiusweg in het zuiden.
De oorspronkelijke aanleg kenmerkt zich door een symmetrische opzet met in de middenas onder meer een hoofdgebouw en een paviljoen voor bedverpleegden. In twee assen aan weerszijden de diverse zelfstandige paviljoens met eigen achtertuinen. De paviljoens werden omgeven door wandelgebied met sierelementen en bouwland. De verschillende gebouwen werden verbonden door paden, door glazen gangen en deels door twee elkaar kruisende onderaardse gangen. Voorts werden enkele dienstgebouwen gebouwd, een boerderij, een watertoren en aan de overzijde van de Stationsweg twee woningen voor gestichtsgeneesheren. De gebouwen werden in alfabetische volgorde aangeduid met A tot en met S en kenmerken zich door een bij het Belgische eclecticisme aansluitende mengeling van neo-renaissance en neo-barok.
Aan het einde van de jaren '20 vonden verbouwingen en uitbreidingen aan de paviljoens plaats naar ontwerp van architect Jos Bekkers uit Haarlem. Tijdens Tweede Wereldoorlog zijn enkele gebouwen verloren gegaan, in jaren '70 en '80 van de twintigste eeuw zijn veel van de overgebleven paviljoens gesloopt en werd het terrein verdicht met nieuwbouw. De glazen verbindingsgangen zijn verdwenen. De overige nog bestaande oorspronkelijke gebouwen alsmede de gewijzigde terreinaanleg worden niet in de bescherming van rijkswege opgenomen.
Omschrijving.
De in de bescherming opgenomen paviljoens liggen in de voormalige middenas en in het oostelijke deel van de aanleg. Paviljoen A ligt achter een nieuw hoofdgebouw in de oude middenas. Paviljoen G ligt in het noordoosten en is onderdeel van de voorhoede van de aanleg waardoor het een rijkere uitvoering met koepeldaken vertoont. Paviljoen I en J hebben nog een eigen tuin zoals oorspronkelijk bij elk paviljoen aanwezig was. In deze tuinen zijn een tuinhuis en een volière bewaard gebleven.
Alle paviljoens, tenzij anders vermeld, zijn vrijstaand en kenmerken zich door een symmetrische opzet onder een samengesteld schilddak of onder zadeldak. De daken zijn belegd met gesmoorde muldenpannen of tuile du Nordpannen, afgezien van paviljoen A dat gedekt is met leien. De pannendaken hebben nog kleine oorspronkelijke gietijzeren dakraampjes en pironnen op de nokuiteinden. Om de daken lopen geprofileerde, witgeschilderde bakgoten op gesneden gootconsoles. De drie in de bescherming opgenomen behandelpaviljoens zijn twee of eenlaags en voorzien van risalieten. Aan de achterzijde bevinden zich steeds veranda's. De paviljoens zijn opgetrokken in rode baksteen in kruisverband op een gecementeerde plint, die hier en daar gekamd is. Over de gevels lopen sierbanden in gele en zwarte verblendsteen ter hoogte van de onderdorpels en wisseldorpels van vensters en onder de dakgoot. De banden ter hoogte van de wisseldorpels hebben tevens een bloktanddecoratie in zwarte verblendsteen en sluiten aan tegen de vergelijkbaar uitgevoerde vensterbogen. In de gevels komen voornamelijk oorspronkelijke houten veelroedige vensters voor in diverse typen en formaten, steeds bekroond door een rondboogvormig of korfboogvormig bovenlicht met radiale roedenindeling. De vensters hebben hardsteen lekdorpels. In de gevels bevinden zich op regelmatige afstand van elkaar kleine ventilatiegaten met rechthoekige gietijzeren roostertjes.
Waardering.
Het complex St. Servatius is van algemeen, cultuur-historisch en architectuur-historisch belang als bijzondere uitdrukking van een sociaal-maatschappelijke en een medische ontwikkeling, als kenmerkend voorbeeld van een psychiatrische inrichting na de Krankzinnigenwet van 1884.
Het complex heeft typologische waarde als overblijfsel van een goed uitgewerkt voorbeeld van het paviljoenenstelsel, met een in dit geval sterk geometrisch en symmetrische opzet met voor die tijd rationele infrastructuur binnen een parkachtige aanleg met sierelementen. Het complex heeft architectuur-historische waarde vanwege de voor psychiatrische inrichtingen in deze periode kenmerkende schilderachtige architectuur, met invloeden uit de neo-barok en neo-renaissance. Het complex heeft stedenbouwkundige waarde vanwege de bijzondere opzet en vanwege de beeldbepalende ligging in het voormalige buitengebied van het dorp Venray. Het complex bezit hoge ensemblewaarden met het nabijgelegen in dezelfde tijd tot stand gekomen instituut St. Anna voor vrouwen.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Tuin | Kastelen, landhuizen en parken | Tuin, park en plantsoen | oorspronkelijke functie | – |
Ziekenpaviljoen | Cultuur, gezondheid en wetenschap | Gezondheidszorg | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
D'n Herk | 25 | – | 5803 DM | Venray | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | T | 6861 | – | Venray |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1905 | 1907 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Plas van der, H. ; Limburg | architect / bouwkundige / constructeur | – |