Sint Michaelstraat 1, Steyl
Inleiding
Aan de Sint Michaelstraat 1,3 en 3a bevindt zich op een groot perceel de dubbele VILLA met aan de straatzijde ter afscheiding van het voorerf enkele HEKPIJLERS waartussen een nog deels authentiek HEK. Aan de rechter gevel is een SERRE aangebouwd. Groot zij- en achtererf met deels in stijl heringerichte siertuin waarin onder andere een monumentale bruine beuk uit de bouwtijd. Voorerf met twee parallelle, rechte paden die naar de hoofdentrees leiden, en ter weerszijden kiezelpaden naar het zij- en achtererf. De dubbele villa werd in 1905-1906 gebouwd in opdracht van Petrus Kreykamp naar een ontwerp van architect P. Rassaerts in een Overgangsarchitectuur met lichte invloeden van de Art Nouveau, Neo-Renaissance en het traditionele bouwen. De nog resterende authentieke delen van het Art Nouveau hekwerk zijn afkomstig uit de Tegelse smederij van P. Paulissen- Smeets. In opdracht van Frans Kreykamp werd door Rassaerts in 1918 de serre aangebouwd. Het rechter woonhuis (noordzijde) was bestemd voor Frans Kreykamp en zijn gezin, getuige de boven de entreedeur aangebrachte initialen "F.K.". Het linker woonhuis was bestemd voor Joseph Kreykamp; de oorspronkelijk eveneens boven de entreedeur in een medaillon geplaatste initialen "J.K." zijn thans echter verdwenen. Naast beide entreedeuren bevindt zich een eerste steen waarop het jaartal "1905"; de traptoren van nummer 1 wordt bekroond met een windvaan waarin het jaartal "1906". In de sluitmuur van de serre bevindt zich een gevelsteen met het jaartal "1918". Het rechter woonhuis is sinds 1951 gesplitst in twee wooneenheden. De interieurs zijn grotendeels gemoderniseerd. Het hekwerk ter afscheiding van het voorerf is in 1999 deels vervangen door een puntspijlenhek.
Omschrijving
De erfafscheiding aan de Sint Michaelstraat bestaat uit diverse, in rode verblendsteen opgetrokken HEKPIJLERS met brede sokkel en bekronende, gelaagde piramidekoppen. Daartussen voetmuurtjes, bestaande uit een gecementeerde basis en afgeplatte ezelsruggen waarop zich nog grotendeels het decoratief gesmede HEKWERK in Jugendstil verheft (met name bij de nummers 1 en 3a). Vleugelhekken (bij nr. 1 nog origineel) geven toegang tot het voorerf. De dubbele VILLA beslaat een onregelmatige, oorspronkelijk nagenoeg spiegelsymmetrische plattegrond en telt deels drie en deels vier bouwlagen plus een kapverdieping onder een samengesteld, oorspronkelijk met gesmoorde muldenpannen en thans ook met gesmoorde verbeterde Hollandse pannen (nr. 1) gedekt dak, bestaande uit een groot schilddak met overstek, in het midden doorbroken door twee haaks hierop geplaatste zadeldaken (grotendeels met wolfeinden) met hogere noklijn. Nokeinden bekroond met pironnen. Midden in de linker zijgevel een uitgebouwde traptoren op vierkant grondplan onder een met geblokte shingles gedekt tentdak, bekroond met gestileerde smeedijzeren bekroning en windvaan met jaartal. Overstekende, licht geprofileerde goten met decoratief gesneden klossen. Op de dakschilden enkele hoog opgemetselde, smalle schoorstenen. De gevels van het met rode verblendsteen in kruisverband gemetselde pand worden geleed en verlevendigd door de toepassing van een grotendeels omlopende gerusticeerde plint met rood voegwerk in het souterrain, een hardstenen waterlijst en siermetselwerk met meervoudige bloktandlijsten, casementen en overhoekse muizentandlijsten onder de dakranden. Een gevarieerde gevelcompositie en detaillering maakt de (oorspronkelijk) symmetrische plattegronden tot een afwisselend geheel. Grote variëteit aan vensters, onder andere stolpvensters en meerdelige, samengestelde vensters met segmentboogvormige bovenlichten (deels voorzien van glas-in-lood), stolpvensters met rondbogige bovenlichten en enkele spleetvenstertjes. Vensters nagenoeg allemaal met gecementeerde afzaten, dito aanzetstenen en bakstenen ontlastings- en koordbogen met in het midden een decoratieve sluitsteen. De voorgevel is zes traveeën breed. Middelste twee traveeën risaleren licht en eindigen respectievelijk in een topgevel met afgewolfd dakoverstek en een tuitgevel met schouderstukken, verlevendigd met gecementeerde aanzetstenen, een op een figuratief kraagsteentje rustende toppilaster en een bekronende obelisk. Vijfzijdig gesloten, tweelaags erkeruitbouw waarin een decoratief geprofileerd en afgebiljoend houten kozijn met panelen en gekleurde glas-in-loodvensters. Op de erker een balkon met siersmeedijzeren balustrade in Jugendstil. Bel-étagevensters met vaasbalusters in de borstweringen. Parallelle entreetrappen met hardstenen treden en gecementeerde, licht krullende bomen waarop een decoratieve smeedijzeren Jugendstilbalustrade en ijzeren handlijst. Beglaasde, dubbele deuren met panelen. Met floraal stucwerk versierd, bakstenen medaillon boven de entreedeur van nummer 1 (initialen "JK" verdwenen), en soortgelijk ornament met initialen "FK" boven de deur van nummer 3. Naast de deuren een eerste steen. Linker gevel met geaccentueerde middentravee. Ter halver hoogte uitgebouwde traptoren, rustend op twee consoles en een rondbogige nis waarin een gekleurd glas-in-lood venster. Detaillering toren als voornoemd. Rechtgesloten vensters onder rondbogen met decoratieve boogvelden. Ter weerszijden siersmeedijzeren muurankers in Jugendstil. Rechter gevel eveneens met geaccentueerde middentravee, waarin onder andere twee oculi onder de dakrand, twee rondboogvensters waarvan één blind en één voorzien van glas-in-lood in Jugendstil, figuratief stucwerk en een muuranker als voornoemd. Symmetrische compositie enigszins verstoord door de in 1918 in lichtrode verblendsteen aangebouwde SERRE. Eenlaags, vijfzijdig gesloten serre onder een met schubleien in Maasdekking gedekt, aankappend schilddak met piron op het nokeinde. Overstekende, geprofileerde goot op klossen. Gevels worden geleed door een gepleisterde plint en grote casementen met siermetselwerk. Sluitmuur met gevelsteentje "1918" en siertegeltjes. Houten schuifvensters met pseudo-aanzet- en sluitstenen in zwarte steen, geglazuurde dorpelstenen en bovenlichten voorzien van gekleurd glas-in-lood. De risalerende middelste twee traveeën van de achtergevel eindigen in twee topgevels met afgewolfde dakoverstekken. Op de bel-étage van beide woonhuizen een serre-uitbouw met bovengelegen balkon, van elkaar gescheiden door een deels afhangende bakstenen muur met gecementeerde kop. Onder de serres bevinden zich de entrees van het souterrain. Fragmenten van een siersmeedijzeren hekwerk in Jugendstil op het achtererf van nummer 1. Oorspronkelijke interieurindeling door de splitsing van het rechter woonhuis ten dele bewaard gebleven. Herkenbaar zijn de centraal in de zijgevels gesitueerde trappenhuizen (zowel bereikbaar vanaf de zijkanten, de dienstingangen, als vanaf de gang achter de hoofdentrees), de hieraan grenzende ontvangstkamertjes en de aan de achterzijde gesitueerde keukens. Verdiepingen met diverse rondom het trappenhuis gegroepeerde vertrekken. In de interieurs zijn diverse elementen bewaard gebleven. In de souterrains zijn onder andere van belang de rijke vloeren met terrazzo-tegels en polychrome cementtegels, enkele wasbakken en muren met witte facettegels, enkele houten strokendeuren en paneeldeuren met geel kathedraalglas. In de trappenhuizen de grotendeels originele trappen met gesneden houten balusters, een eenvoudig glas-in-loodvenster (nummer 1) en een gekleurd glas-in-loodvenster met florale motieven in Jugendstil (nummer 3a). Verder enkele kleine bewaard gebleven stucwerkversieringen op de plafonds en enkele paneeldeuren met geprofileerd lijstwerk. Belangwekkend zijn de glas-in-loodvensters van de erker (nummer 3) met afbeeldingen van Kreykamps tabaksfabriek, de oude aan St. Rochus en Sebastianus gewijde kapel waarin Andreas Kreykamp ooit zijn bedrijf voortzette, en -als verwijzing naar de merknaam van zijn tabakken- een zon met enkele stralen. Van bijzonder belang is ook het interieur van de tuinkamer (nummer 3a), waar overvloedig gebruik is gemaakt van sierstenen zoals die destijds in Tegelen door steenfabrikant Russel-Tiglia werden geproduceerd. Vermeldenswaard zijn de in diverse kleuren en volledig in geglazuurde (profiel-)steen uitgevoerde schouw, een in dito stenen uitgevoerde plantenbak, de omlopende lambrisering in geel, groen en dieprood geglazuurde steen, de entreedeur met gekleurd glas-in-lood, de glas-in-loodbovenlichten van de vensters, de marmeren vensterbanken en de stucwerkdecoratie op het plafond. Waardering De dubbele VILLA met HEKWERK, PIJLERS en later aangebouwde SERRE is van algemeen belang. Het object heeft cultuurhistorische waarden als bijzondere uitdrukking van de sociaal-economische ontwikkelingen in de Limburgse tabaks- en sigarenindustrie, die vooral in Tegelen sterk tot bloei kwam. Daarnaast is het object van belang voor de typologische ontwikkeling van fabrikantenwoningen. Het materiaalgebruik, vooral de in de tuinkamer overvloedig toegepaste geglazuurde stenen, herinnert aan de indertijd innovatieve Tegelse grofkeramische industrie. Het object heeft architectuur- en kunsthistorische waarden vanwege het stilistische belang van gebouw en smeedwerk voor de geschiedenis van de architectuur, vanwege de esthetische kwaliteit van het architectonisch ontwerp, de hoogwaardige ornamentiek, de bijzondere detaillering en de grote afwisseling in materiaalgebruik, vensterpartijen en gevelbehandeling. Het object heeft ensemblewaarden vanwege de historisch-ruimtelijke relatie met de aan de overzijde van de weg gelegen villa Elise en als onderdeel van de historische bebouwing van de kern Steyl. Het object is van belang vanwege de zeldzaamheid van diverse architectonische details en vanwege de gaafheid van het exterieur in combinatie met enkele bewaard gebleven elementen uit het interieur. Het versterkt de visuele en structurele gaafheid van het op rijksniveau als dorpsgezicht te beschermen deel van Steyl.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
In de kern Steyl, ten zuidwesten van de oude dorpskom van Tegelen, zijn in een parkachtige omgeving twee villa's gesitueerd van tabaksfabrikant Kreykamp. Voor bescherming komen in aanmerking de aan de Sint Michaelstraat nummer 4 gelegen VILLA "Elise" met HEKPIJLERS (onderdeel 1) en een op de nummers 1,3 en 3a gelegen dubbele VILLA met HEK, HEKPIJLERS en SERRE (onderdeel 2). Op de erven en aan de St. Michaelstraat diverse oude zilveresdoorns, beuken en lindebomen. De villa's werden in 1905-1906 gebouwd in opdracht van Petrus Kreykamp naar een ontwerp van de Roermondse architect Pierre Rassaerts. Het zijn karakteristieke voorbeelden van de Overgangsarchitectuur, waarbij in dit geval zowel invloeden van de Art Nouveau als van de Neo-Renaissance en het traditionele bouwen aanwijsbaar zijn. De nog resterende authentieke delen van het Art Nouveau hekwerk zijn afkomstig uit de Tegelse smederij van P. Paulissen- Smeets. In opdracht van Frans Kreykamp werd door Rassaerts in 1918 een serre aangebouwd. De percelen waarop de villa's zijn gesitueerd zijn ten dele heringericht en ten dele gereconstrueerd naar het origineel. Beide villa's zijn thans gesplitst in drie wooneenheden. Met name de dubbele villa is daarbij inwendig gemoderniseerd. Het hekwerk ter afscheiding van beider voorerven is ten dele gereconstrueerd en vervangen door een puntspijlenhek uit 1999. In 1979 - 180 is aan de noordoostzijde van villa Elise een vleugel aangebouwd.
Opdrachtgever was Petrus Kreykamp van de "N.V. Andreas Kreykamp Tabaksbedrijven". De Limburgse tabaks- en sigarenindustrie was destijds geconcentreerd in de streek van Venlo tot Roermond, maar gedijde vooral in Tegelen goed. In de tweede helft van de negentiende eeuw kwam deze industrie fors tot ontwikkeling, toen men de aangevoerde koloniale tabak zelf ging snijden. De geschiedenis van het tabaksimperium van Kreykamp gaat terug tot in de eerste helft van de negentiende eeuw. In 1841 begon Andreas Kreykamp in Steyl zijn eerste bedrijfje voor de fabricage van kerftabak. In 1860 zette hij zijn bedrijf voort in een destijds nabijgelegen kapel. Zoon en opvolger Alphons Kreykamp bouwde het bedrijf uit en kreeg uit een huwelijk met Petronella Gommans zes kinderen, waarvan er drie hun kinderjaren overleefden: dochter Elise en de twee zonen Frans en Joseph. Ook Alphons stierf op vroege leeftijd waarna Petronella hertrouwde met Petrus Kreykamp. Deze gaf de opdracht tot de bouw van de villa Elise, waar hij zelf samen met zijn vrouw en stiefdochter ging wonen, en de dubbele villa aan de overkant, bedoeld voor de twee zonen met hun gezinnen. In 1920 liet de firma Kreykamp pal naast de villa Elise een zeer moderne stoomtabaksfabriek bouwen. Deze is in het begin van de jaren negentig van de twintigste eeuw gesloopt. De familie bracht de tabakken op de markt onder de naam "Kreykamps Zonnestralen Tabakken".
Omschrijving
De villa's zijn gesitueerd op twee tegenover elkaar gelegen percelen aan weerszijden van de Sint Michaelstraat. De vrijgelegen Villa Elise ligt midden op een groot perceel aan de oostzijde van de St. Michaelstraat, begrensd door de Veerweg in het noorden en het oosten en belendende bebouwing in het zuiden. De eveneens vrijgelegen dubbele villa is gesitueerd op een perceel aan de westzijde van de St. Michaelstraat dat wordt begrensd door de Maashoek in het zuiden en belendende bebouwing in het noorden en westen. Aan de rechter gevel is in 1918 een serre (tuinkamer) aangebouwd. Aan de St. Michaelstraat ter afscheiding van beider erven verscheidene bakstenen pijlers, waartussen zich bij de dubbele villa (St. Michaelstraat 1,3,3a) nog grotendeels het authentieke hekwerk bevindt.
Waardering
Het complex, bestaande uit de VILLA "Elise" met HEKPIJLERS en de dubbele VILLA met HEKWERK, -PIJLERS en later aangebouwde SERRE, is van algemeen belang. Het complex heeft cultuurhistorische waarden als bijzondere uitdrukking van de sociaal-economische ontwikkelingen in de Limburgse tabaks- en sigarenindustrie aan het begin van de twintigste eeuw, vanwege het belang voor de typologische ontwikkeling van fabrikantenwoningen en indirect als herinnering aan de Tegelse grofkeramische industrie. Het complex heeft architectuurhistorische waarden vanwege het belang van de bouwstijl voor de geschiedenis van de architectuur, de esthetische kwaliteit van de architectonische ontwerpen, de hoogwaardige ornamentiek, de bijzondere detaillering en de grote afwisseling in materiaalgebruik, vensterpartijen en gevelbehandeling. Het complex heeft ensemblewaarden vanwege de kwaliteit van de samenstellende delen, als onderdeel van de historische bebouwing van de kern Steyl en vanwege de ten dele beeldbepalende situering nabij de hoek van de St. Michaelstraat en de Veerweg waardoor het van bijzondere betekenis is voor het aanzien van de buurt. Het complex heeft zeldzaamheidswaarde en is van belang vanwege de gaafheid van de exterieurs in combinatie met diverse bewaard gebleven elementen uit de interieurs. Het complex versterkt de visuele en structurele gaafheid van het op rijksniveau als dorpsgezicht te beschermen deel van Steyl.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Woonhuis | Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Sint Michaelstraat | 1 | – | 5935 BL | Steyl | – | – | Ja |
Sint Michaelstraat | 3 | A | 5935 BL | Steyl | – | – | – |
Sint Michaelstraat | 3 | – | 5935 BL | Steyl | – | – | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | A | 6710 | – | Tegelen |
– | A | 6149 | – | Tegelen |
– | A | 6709 | – | Tegelen |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1906 | 1906 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Rassaerts, P. ; Limburg | architect / bouwkundige / constructeur | – |