Inleiding

STADSVILLA in de trant van de Nieuwe Haagse School met bijbehorende TUINAANLEG in Nieuwe Architectonische Tuinstijl uit 1927 ontworpen door de Haagse architect J.J. (Co) Brandes in opdracht van S.W. Eyssen.

De villa is gesitueerd in de zuidelijke gevelwand van het driehoekige Nassauplein in het Nassaukwartier ten zuidwesten van de binnenstad van Alkmaar.

Omschrijving

Het deels onderkelderde woonhuis bestaat uit een risalerend bouwvolume van twee bouwlagen onder een schilddak met aan weerszijden twee lagere zijvleugels onder zadeldaken waarvan de noklijnen evenwijdig liggen aan de straat. Het samengestelde schild-zadeldak heeft een forse overstek en is gedekt met rode leipannen. De gevels zijn opgetrokken in rode baksteen en deels verlevendigd door iets uitgemetselde horizontale sierranden van zwarte baksteen. De betonnen lateien en waterdorpels vormen eveneens horizontale accenten. De stalen vensters zijn grotendeels samengesteld. Gemetselde bloembakken maken deel uit van de architectuur, als overgang naar de voor- en achtertuin.

In de middenrisaliet van de voorgevel (N) links op de begane grond en verdieping rechthoekige erkers met stalen vensters onder een ondiepe steekkap. De betonnen latei boven de erker gaat rechts over in een luifel boven de geverniste deur en het glas-in-loodvenster van de entree. Een gemetselde trap van enkele treden geeft toegang tot het bordes voor de entree dat belegd is met rode tegels. Links van de deur bevindt zich een enkel stalen venster. In de rechter zijvleugel de dubbele houten inrijdeur van de garage, in de linker een drieledig venster. De achtergevel (Z) heeft een vergelijkbare gevelopbouw als de voorgevel met een middenrisaliet van twee bouwlagen tussen twee terugliggende delen van één bouwlaag onder zadeldak. Beganegronds in de risaliet links een samengesteld keukenvenster en rechts openslaande deuren naar de tuin tussen zijlichten. Op de verdieping rechts een venster en links een balkon. De glasdeur en het venster aan het balkon zijn voorzien van gekleurde glas-in-loodramen. Links van de risaliet beganegronds een houten horizontaal deelbare deur en een stalen venster. In het dakschild een brede dakkapel met overstek en samengestelde vensterpartij. In de rechter zijvleugel beganegronds een stalen deur tussen zijlichten en in het overstekende dakschild een kleine dakkapel met openslaand stalen venster en overstek. In de zijschilden (O en W) van het hoofddak twee brede dakkapellen met samengestelde vensters van de zolderverdieping.

INTERIEUR. Inwendig zijn de plattegrondindeling en een groot deel van de interieuronderdelen uit de bouwtijd bewaard gebleven, zoals onder meer de tegelvloer en -wanden van de vestibule, de centrale hal met tegelvloer. Het trappenhuis met dichte houten borstwering wordt verlicht door een groot daklicht met glas-in-loodramen. Verder bevinden zich in het huis onder meer parketvloeren, ingebouwde kasten, een deel van het sanitair en de paneeldeuren uit de bouwtijd.

TUINAANLEG. De oorspronkelijke geometrische tuinaanleg in verschillende niveau's met gemetselde keermuurtjes en trappen langs de plantenvakken en een deel van het oorspronkelijk door bomen omzoomde pad naar het achterste verhoogde gedeelte van de tuin is herkenbaar bewaard gebleven. Het gemetselde terras voor het midden en rechter deel van de achtergevel is afgezet met keermuurtjes en bedekt met rode tegels.

Waardering

De stadsvilla met bijbehorende tuinaanleg uit 1927 is van algemeen belang vanwege de architectuur- en cultuurhistorische waarde als grotendeels zowel uit- als inwendig gaaf en representatief voorbeeld van de Nieuwe Haagse Schoolstijl, kenmerkend voor het latere oeuvre van Co Brandes, in combinatie met een tuinaanleg in de Nieuwe Architectonische Tuinstijl van tuinhistorische waarde.