Stationsplein 8, Delft

Inleiding

STATIONSGEBOUW van de Hollandse IJzeren Spoorweg Maatschappij, gebouwd in 1884-1885 door de Haagse aannemer M.A.J. Taverne, naar een ontwerp van de architect C.B. Posthumus Meyes, destijds in dienst van de H.IJ.S. Het station is gebouwd in de stijl van de Neo-Hollandse Renaissance.

Bij de verlenging van het spoorwegtraject Amsterdam-Haarlem richting Rotterdam bouwde de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij in 1846-1847 een eerste station aan de Delftse Houttuinen. Vanwege de ongunstige infrastructuur rond dit station werd in 1885 ongeveer 400 meter zuidelijker - op een voormalig exercitieterrein - het station Delft II gebouwd. Het nieuwe gebouw voorzag bovendien in meer ruimte voor wachtlokalen, opslagplaatsen en emplacementen. De inmiddels niet meer aanwezige tegeltableaus in de voormalige vestibule waren ontworpen door de kunstenaar A. le Comte, met wie Posthumus Meyes ook bij de bouw van het pand Markt 45 samen zou werken. De tableaus waren vervaardigd door de firma Joost Thooft en Labouchère, later De Porceleyne Fles. Ze waren onder meer voorzien van opschriften als "tijd is geld" en "haast u langzaam".

Het stationsgebouw is uitwendig grotendeels en inwendig voor een deel in de oorspronkelijke staat bewaard gebleven. De meeste gevelopeningen hebben nieuwe invullingen.

Omschrijving

Het met de voorgevel op de historische binnenstad georiënteerde gebouw strekt zich uit over een langgerekte, rechthoekige plattegrond. Het asymmetrische gebouw is samengesteld uit een rijzige, centrale hoofdmassa met aan weerszijden vleugels, die worden afgesloten met hoekpaviljoens. Het centrale volume staat vergezeld van een enigszins gedrongen toren. De diverse gevels zijn boven de hardstenen plinten opgetrokken in schone baksteen en zijn met name aan de voorzijde rijkelijk voorzien van in zandsteen uitgevoerde speklagen, details en accenten. De volumes staan onder afgeknotte, met leien en kruispannen gedekte zadel- en schilddaken, waarvan een aantal hoeken nog wordt bekroond door de originele opengewerkte bronzen pironnen. Het hoog opgaande centrale volume is symmetrisch van opzet en staat onder een met leien in Maasdekking gedekt, afgeknot schilddak. De gevel is een gecombineerde lijst-/topgevel. De boven een niet oorspronkelijke trap met bordes staande, uit drie ingangen bestaande entreepartij bevindt zich in een middenrisaliet en staat onder een glazen luifel die rust op een constructie van giet- en smeedijzer, die aan de gevel is bevestigd. De drie toegangsopeningen staan onder een rondboog bovenlicht en worden geflankeerd door met diamantkoppen verlevendigde zandstenen penanten. In het midden boven de luifel staat tegen een cartouche geplaatst uurwerk in een gietijzeren kast. Aan weerszijden bevindt zich een tweelicht met deelzuiltje. De verdieping staat boven een geprofileerde cordonlijst, die is doorgetrokken over de voor- en de zijkanten van de zijtraveeën. De drie getoogde vensters hierin bevatten T-ramen en staan tussen penanten die worden geaccentueerd door pilasters met bases en kapitelen van zandsteen. Het entablement bestaat uit een geprofileerde architraaf, een fries met tegetableaus en een uitkragende, op gesneden klampen rustende kroonlijst. De gevel hierboven is een rijk versierde topgevel. De brede basis wordt geflankeerd door hoekpilasters met obelisken. In het midden staat een bifora met geprifileerde zandstenen rondbogen en aan weerszijden twee halfzuilen met kapitelen op een door consoles gedragen basis en gebeeldhouwde vleugelstukken. De zuilen dragen een entablement die is samengesteld uit een zandstenen architraaf, een fries van metselmozaïek en een uitkragende, op consoles rustende zandstenen kroonlijst met een vaas op de hoeken. Op de kroonlijst staat een aedicula-achtige zandstenen bekroning met voluten in de klauwstukken, een reliëf en een geprofileerd fronton met obelisk op de top. De zijgevels van de top zijn blind en steken in het voorste dakschild van de kap. De traveeën aan weerszijden van de risaliet hebben in de eerste bouwlaag een rechtgesloten venster onder latei en segmentboogvormige ontlastingsboog met sluit- en aanzetstenen. De vensters staan boven een geprofileerde onderdorpel, die is doorgetrokken over de gehele voorzijde en deze horizontaal geleed. De hoeken zijn opgebouwd in zandsteen met diamantkoppen. Het tweelicht boven de vensters is als dat in het middenrisaliet, wat ook geldt voor de verdiepingsvensters en de hoekpilasters. De zijtraveeën worden beëindigd door een ver uitkragende, geprofileerde dakrand, die rust op door een profiellijst gedragen, gesneden schoren. De andere gevels van dit volume staan onder een identieke kapuitkraging.

De verdiepingloze, terugliggende linker vleugel bevat drie rechtgesloten vensters, die staan onder een rondboogvormige ontlastingsboog met sluitsteen en een boogtrommel met metselmozaïekjes. Tegen de penanten staan pilasters. De gevel wordt beëindigd door een uit een een profiellijst en een rand van decoratieve metselverbanden onder de geprofileerde gootlijst. Uit het met kruispannen gedekte dakschild hierboven steken drie kleine houten dakkapelletjes (arkeneeltjes) met driepassen en een pironbekroning.

Tegen de rechter zijgevel van het hoofdvolume staat een toren. Deze heeft een vierkante schacht met in de onderste geleding aan de voorzijde twee kleine vensters en in de rechter zijde de originele negentiende eeuwse deur onder bovenlicht en rondboogvormige ontlastingsboog en boogtrommelvulling als die in de linker vleugel. In de tweede geleding staan twee iets hogere, getoogde venstertjes. De torenschacht wordt beëindigd door een houten kroonlijstje. Daarboven is de toren overhoeks ingesnoerd naar een achtkante grondslag. De hier met zink beklede toren heeft acht rondboogopeningen onder een uitkragende, op gesneden schoren rustende profielrand, waarboven een met leien bedekt helmdak. Hierop staat een in zink uitgevoerde, verkleinde versie van het voornoemde achtkantige deel van de toren en heeft een uivormige bekroning met spits. Het afsluitende, onder een afgeknot schilddak staande verdiepingloze volume links van de linkervleugel heeft evenals de andere volumes een symmetrisch vooraanzicht. Het bevat twee vensters met korfboogvormige bovenramen en een gevelbeëindiging die is te vergelijken met die van voornoemde vleugel. Uit het met kruispannen gedekte dakschild hierboven steekt een gemetselde dakkapel met een voluut aan weerszijden van een pilaster, waartussen een rondboogvenster met T-raam en sluitsteen staat. Het fronton heeft geprofileerde randen, een open onderzijde en obelisken op de schouders. De linker zijgevel bevat twee brede deuren onder een vierdelig, korfboogvormig bovenlicht en staat tussen hoeken van zandsteen en een gevelbeëindiging met decoratief metselverband.

Ook de rechtervleugel is verdiepingloos. Het bevat twee vensters in elk van de vier traveeën die staan tussendoor pilasters geaccentueerde penanten. De door gemetselde tussenstijlen van elkaar gescheiden vensters zijn als die in de linkervleugel. Ook de gevelbeëindiging is identiek. Uit het met kruispannen gedekte dakschild hierboven steken vier houten, onder zadaldak staande dakkapellen. Het rechter bouwvolume heeft een verdieping onder een afgeknot schilddak. De eerste bouwlaag bevat drie korfboogvormige vensters met vierruits bovenramen. Het bovenraam van het middelste venster staat tussen decoratieve zandstenen elementen, die boven de cordonlijst overgaan in pilasters met Ionische kapitelen. Alleen boven het middenraam van de eerste bouwlaag ligt een zandstenen lijst. Een vergelijkbare lijst boven het middenraam van de verdieping bevat bovendien een tegeltableau. De gevellijst is in het midden uitkragend en rustend op gesneden klampen. De gevelbeëindiging aan weerszijden bestaat uit een zandstenen en een houten profiellijst, waartussen een fries met decoratieve metselverbanden, die ook de andere gevels van dit volume beëindigen. De verdiepingsvensters zijn korfboogvormig en bevatten T-ramen. Uit het dakschild hierboven steekt een gemetselde dakkapel, die te vergelijken is met die op het linker volume, maar een gebogen fronton heeft boven een uitkragende kroonlijst.

De oorspronkelijke overkapping aan de rechter zijgevel is vervangen door een moderne aanbouw. De gevel heeft op de verdieping een korfboogvormig venster met T-raam. Uit het dakschild hierboven steekt een dakkapel als die boven de voorgevel. De achtergevel heeft onder het niveau van de niet oorspronkelijke perronoverkapping diverse wijzigingen ondergaan, maar in de volumes links van het hoofdvolume bevinden zich nog wel de oorspronkelijke negentiende-eeuwse deuren. Boven de overkapping zijn de geveldelen vrijwel intact gebleven. De verdieping van het centrale bouwdeel bevat drie dubbele rondboogvensters met T-ramen, waarvan één is vervangen door een op een modern balkon uitkomende deur. De verdieping van het rechter volume bevat drie enkele korfboogvormige vensters met T-ramen als die in de andere gevelzijden. Uit de achterste dakschilden van beide hoog opgaande volumes steekt een identieke houten dakkapel met wangen, uitkragende, op gesneden klampen liggende dakranden, een spitsje met pironbekroning en een rechtgesloten venster tussen houten kolommen. Uit het achterste dakschild van het linker volume steekt een identieke dakkapel. In het achterste dakschild van de linker vleugel staan twee driehoekige dakkapelletjes met driepasraam gelijk aan die in het voorste dakschild.

Inwendig heeft het gebouw diverse veranderingen ondergaan, maar een aantal belangrijke interieuronderdelen is bewaard gebleven. Van groot belang zijn de zich in de hal bevindende bijzondere stucplafonds met zwaar geprofileerde (eier)lijsten, cassettes, panelen en diamantkoppen. De met de wanden verbonden lijsten rusten op kleine consoles met bladmotieven, die ook de verbinding vormen tussen de plafonddelen en de moerbalken. De moerbalken rusten op consoles, die zijn versierd met bebaarde koppen en acanthusbladeren. De wand van de loketten is nog voorzien van de oorspronkelijke betegeling.

Waardering

Het stationsgebouw van Delft is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische, de stedenbouwkundige en de architectuurhistorische waarde.

Het stationsgebouw is van cultuurhistorisch belang als een bijzonder en representatief voorbeeld van een typologische ontwikkeling.

Het stationsgebouw heeft stedenbouwkundige waarde vanwege de bijzondere ligging aan een plein en bij de entree naar de historische binnenstad. Het stationsgebouw heeft architectuurhistorische waarde vanwege het belang voor het oeuvre van een vooraanstaand Nederlands architect, als een goed voorbeeld van een voor de bouwtijd karakteristieke bouwstijl, vanwege de kwaliteit van het ontwerp en vanwege het materiaalgebruik en de detaillering.

Het stationsgebouw is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de grote mate van gaafheid van het exterieur en delen van het interieur.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
525335
Provincie
Gemeente
Plaats

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Stationsgebouw Handelsgebouwen, opslag- en transportgebouwen Transport oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Stationsplein 8 2611 BV Delft Ja
Stationsplein 6 2611 BV Delft
Stationsplein 10 2611 BV Delft
Stationsplein 12 2611 BV Delft
Stationsplein 14 2611 BV Delft
Stationsplein 16 2611 BV Delft
Stationsplein 18 2611 BV Delft
Stationsplein 20 2611 BV Delft
Stationsplein 22 2611 BV Delft
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
O 3330 Delft
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1884 1885 vervaardiging
Ambachten
Name Beroep Notitie
Posthumus Meyes, C.B. ; Drenthe architect / bouwkundige / constructeur
Taverne, M.A.J. ; Drenthe aannemer / uitvoerder
Naar boven