Inleiding

Voormalige BRANDERIJ "De Olyfboom" gebouwd in 1870 in sobere Eclectische stijl in opdracht van J.L. Linnenbrink. De branderij is gesitueerd aan de in 1860 gegraven Westerhaven, die is aangelegd ten behoeve van de laatste grote bloeiperiode (1850-1880) van de (kleinschalige) Schiedamse brandersbedrijvigheid. De branderij is typologisch representatief voor de huisvesting van deze specifieke productiefase binnen de Jeneverbedrijfstak in deze periode. Karakteristiek is de asymmetrische gevelindeling die het gevolg is van de opstelling op de begane grond van de (bredere) beslagbakken aan één zijde van de branderij en de ketelapparatuur aan de andere zijde.

NB: Aan beide zijden van de voormalige branderij bevinden zich latere uitbouwen van één bouwlaag waardoor de oorspronkelijke indeling van beide gevels ter hoogte van de begane grond is verdwenen. De inrijpoort in de achtergevel is vervangen voor een enkele deur, de drie vensters zijn verkleind. Verschillende vensters in de achter- en zijgevels zijn dichtgemetseld.

In de voorgevel is onder het uiterst linkse venster een enkele deur in Art Déco trant geplaatst. De oorspronkelijke deur naar de eestzolder is van de eerste verdieping verplaatst naar de zolderverdieping.

Omschrijving

De branderij is opgetrokken op een rechthoekige plattegrond en bestaat uit een hoge begane grond verdieping, een lagere eerste- en een hoge zolderverdieping onder een met pannen gedekt zadeldak dat met de nokrichting haaks op de straat staat. De voorgevel is boven een hardstenen plint opgetrokken in rode/grauwe bakstenen en de achter- en zijgevels in gele IJsselsteen. De voorgevel is gevat tussen gemetselde pilasters met spaarvelden die de gemetselde klimmende boogfries ondersteunen die over de breedte van het pand de daklijn van de tuitgevel volgt. De tuitgevel is afgewerkt met een gecementeerde, geprofileerde kroonlijst.

Ter hoogte van de eerste verdieping bevindt zich een kops uitgemetselde cordonlijst die in de pilasters door een hardstenen abacus-achtig element wordt geaccentueerd. Tussen de eerste- en zolderverdieping bevindt zich in het midden van de gevel een ingemetselde stenen naamplaat met de tekst 'DE OLYFBOOM'. De voorgevel bevat op de begane grond links van het midden een dubbele openslaande inrijpoort met daarboven een rondboogvormig bovenlicht. De poort is gevat tussen natuurstenen pilasters op een natuurstenen voet. De pilasters ondersteunen een strekse rondboog rollaag met een natuurstenen sluitsteen met daarin het bouwjaar (1870) gegraveerd. De poort wordt geflankeerd door links één en rechts twee segmentboogvormige vensters met twaalfruits openslaande ramen, natuurstenen waterdorpels en strekse rollagen. Op de eerste verdieping bevinden zich vier (oorspronkelijke drie vensters en een deur) segmentboogvormige vensters met openslaande zesruits ramen, bekroond door strekse rollagen en voorzien van natuurstenen waterdorpels. Ter hoogte van de zolderverdieping bevinden zich links drie segmentboogvormige vensters, conform op de eerste verdieping, en rechts een, later aangebrachte, deur met daarboven een stalen hijsbalk. In het midden van de gevel, direct onder het boogfries, bevindt zich een rondlicht, met een omlijsting van kops metselwerk.

In de zijgevels en achtergevel van het pand zijn alle vensters segmentboogvormig, bekroond met strekse rollagen en voorzien van gemetselde waterdorpels. De rechter (oostelijke) zijgevel heeft ter hoogte van de eerste- en zolderverdieping in oorsprong ieder zes vensters. De linker (westelijke) zijgevel heeft ter hoogte van de eerste- en zolderverdieping ieder vijf vensters. De achtergevel heeft op begane grond drie hoger in de gevel geplaatste, brede vensters; ter hoogte van de eerste- en zolderverdieping ieder vier vensters; onder de nok een rondlicht. Ter hoogte van de balklagen zijn eenvoudige muurankers aangebracht.

De inwendige structuur wordt bepaald door een samengestelde balklaag. Op de begane grond wordt de onderslagbalk gesteund een houten standvink en twee gecanneleerde gietijzeren kolommen; op de eerste verdieping is sprake van houten standvinken. De kapconstructie bestaat uit een reeks spanten in de vorm van hangwerken.

Waardering

Voormalige branderij, gebouwd in Eclectische stijl in 1870, als karakteristiek gebouwtype voor de laatste grote bloeiperiode (1850-1880) van de (kleinschalige) Schiedamse brandersbedrijvigheid van algemeen belang vanwege de architectuur- en cultuurhistorische waarde, alsmede vanwege de beeldbepalende - en ensemblewaarde in relatie met de overige branderijen en mouterijen aan de in 1860 gegraven Westerhaven.