Oud Amelisweerd, Utrecht,Bunnik
Omschrijving
HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG. De tuin- en parkaanleg in zijn huidige aanzien is in grote lijnen omstreeks 1770 tot stand gekomen in opdracht van de toenmalige eigenaar Gerard Godard baron Taets van Amerongen. Het is een evenwichtig park dat zowel formele als vroeg-landschappelijke elementen vertoont. Ten noorden van het huis omsluit een formele lanenstructuur een trapeziumvormig bos met vroeg-landschappelijke slingerpaadjes. Het bos wordt in tweeën gedeeld door een lange formele toegangs- annex zichtlaan in de as van het huis. In het verlengde van de noordelijke toegangslaan is ten zuiden van de Kromme Rijn een tweede met bomen beplante toegangslaan op het huis geprojecteerd. Deze zuidelijke laan komt niet voor het huis uit (ruimte-gebrek), maar loopt met een bocht via een brug over de rivier naar het voorplein aan de parkzijde. Deze a-symmetrische oplossing wordt gecamoufleerd door een halve maanvormige vijver in de as van het huis tussen de Kromme Rijn en het rechte tracee van de laan. Het vroeg-landschappelijke Engelse Werk ten westen van het huis wordt genoemd in de verkoopaankondiging van de buitenplaats uit 1810 en moet zodoende tussen 1770 en 1810 tot stand zijn gekomen, eveneens in opdracht van Taets van Amerongen. De aankondiging geeft een gedetailleerd beeld van de buitenplaats op dat moment. Er was een grote moestuin met perziken en druivenkassen, ananas en bloembakken, twee "kribben tot de broeijerije" (koude bakken?) en schuttingen met vele exquise vruchtbomen. Achter de tuin was een grote bergplaats, een timmerloods, een brandspuithuisje, een ijskelder, een menagerie en een volière. Verder waren er "schone plantagien, Engelsche partijen, Vischrijke waters en kommen en twee Appelboomgaarden". De ommuurde moestuin lag ten westen van het huis aan de rivier. Op kaarten van omstreeks 1900 zijn aan de rand van de moestuin twee kleine gebouwen afgebeeld, mogelijk de menagerie en volière. De beide kleine gebouwen zijn in de loop van de 20ste eeuw verdwenen, de moestuin is in gebruik bij een biologisch tuinbouwbedrijf. De appelboomgaarden waren gesitueerd tussen het Engelse werk en de Kromme Rijn en in een lange strook langs de oostgrens van de buitenplaats. In de noordoostelijke hoek van het terrein is nog een boomgaard aanwezig, ten westen van de moestuin is een nieuwe boomgaard aangeplant, de overige boomgaarden hebben in de loop van de 20ste eeuw plaats gemaakt voor bouw- en weiland. Het erf binnen de gracht werd in de loop van de 19de eeuw in opdracht van één van de nazaten van Paulus Willem Bosch van Drakestein omgevormd in landschappelijke stijl. Het trapeziumvormige bos, het Engelse werk en het formele en vroeg-landschappelijke lanenstelsel zijn sinds de aanleg in de late 18de eeuw nagenoeg gaaf bewaard gebleven.
Waardering
De HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG behorende tot de buitenplaats Oud Amelisweerd is van algemeen belang:
- vanwege de gracht rond het hoofdgebouw;
- vanwege de formele lanenstructuur, waaronder de beide met bomen beplante toegangs- annex zichtlanen ten noorden en ten zuiden van het huis;
- vanwege de ouderdom van de houtopstand, die deels teruggaat tot de tijd van de eerste landschappelijke aanleg (circa 1770);
- als representatief en gaaf bewaard voorbeeld van een formeel park met vroeg-landschappelijke elementen uit het laatste kwart van de 18de eeuw;
- vanwege de visueel-ruimtelijke samenhang met de andere onderdelen van de buitenplaats;
- vanwege de visueel-ruimtelijke samenhang met de buitenplaatsen Nieuw Amelisweerd en Rhijnauwen;
- vanwege de beeldbepalende, landschappelijke, cultuurhistorische en recreatieve waarde van het landgoed, in het bijzonder voor de stad Utrecht.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Omschrijving van het complex
In structuur en deels in detail gaaf bewaarde HISTORISCHE BUITENPLAATS OUD AMELISWEERD met HOOFDGEBOUW (1), HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (2), KOETSHUIS (3), IJSKELDER (4), BRUG (5), BOERDERIJ "DE ZONNEWIJZER" (6A) met ZOMERHUIS (6B), RIETGEDEKTE KAPBERG (6C) en SCHUUR (6D), BOERDERIJ "DE KNAPSCHINKEL" (7A (woongedeelte en 7C (stalgedeelte) met VEESTAL (7B), HEK-/SCHAMPPALEN (8) .
De historische buitenplaats Oud Amelisweerd ligt ten zuidoosten van Utrecht in een bocht van de Kromme Rijn. Het goed wordt aan de oost- en westzijde begrensd door respectievelijk de buitenplaatsen Rhijnauwen en Nieuw Amelisweerd. De aaneengeschakelde, rijk beboste buitenplaatsen liggen temidden van landerijen en boomgaarden. Ze vertegenwoordigen aan de rand van een groot stedelijk gebied (Utrecht) belangrijke landschappelijke, cultuurhistorische en recreatieve waarden.
Voor zover bekend gaat de geschiedenis van Amelisweerd terug tot kort voor 1227. In die tijd zou een zekere ridder Amelis ter plaatse een waard in leen hebben gekregen van het kapittel van Oud-Munster in Utrecht. In de 14de eeuw werd Amelisweerd gesplitst in wat later Oud en Nieuw Amelisweerd genoemd zou worden. Oud Amelisweerd werd in 1537 erkend als ridderhofstad, uit deze periode zijn geen afbeeldingen van het huis overgeleverd. Een tekening uit de eerste helft van de 18de eeuw toont een zeer bescheiden huis aan het water waar enkele eenvoudige bijgebouwen omheen gegroepeerd zijn. In die tijd wordt het huis aangeduid als boerenhofstede. Omstreeks 1770 heeft de buitenplaats onder de toenmalige eigenaar Gerard Godard baron Taets van Amerongen zijn huidige aanzien gekregen. Achtereenvolgens werden het trapeziumvormige bos met de noordelijke toegangs- annex zichtlaan aagelegd, werd het huis ingrijpend verbouwd en vergroot en werd ten zuiden van het huis de Kromme Rijn overbrugd waarna ook daar een formele toegangslaan werd aangelegd. Het Engelse Werk ten westen van het huis dateert ook uit de tijd van Taets van Amerongen, maar is vermoedelijk van wat latere datum. Van 1808 tot 1810 was Oud Amelisweerd evenals het aangrenzende Nieuw Amelisweerd in bezit van Lodewijk Napoleon. De verkoopaankondiging uit 1810 geeft een gedetailleerd beeld van de buitenplaats op dat moment. Naast een uitgebreide beschrijving van het interieur met behangen kamers, marmeren mantels en vaste spiegels, wordt gesproken over een tuinmanswoning, washuis en mangelkamer, koetshuis en koetsierskamer, stal voor 14 paarden en hooi- en turfzolders. Er was een grote moestuin met perziken en druivenkassen, ananas en bloembakken, twee "kribben tot de broeijerije" en schuttingen met vele exquise vruchtbomen. Achter de tuin was een grote bergplaats, een timmerloods, een brandspuithuisje, een ijskelder, een menagerie en een volière. Verder waren er "schone plantagien, Engelsche partijen, Vischrijke waters en kommen en twee Appelboomgaarden". Tot de buitenplaats behoorden ook de boerderijen de Zonnewijzer en de Knapschinkel. Beide Amelisweerden werden in 1810 gekocht door de staatsraad J.P. Wickevoort Crommelin, die beide goederen een jaar later door verkocht aan Paulus Willem Bosch van Drakestein. P. W. Bosch van Drakestein had voor elk van zijn drie zoons een riddermatig landgoed bestemd. Na zijn dood in 1834 ging Oud Amelisweerd over op zijn jongste zoon, Hendrik Willem. Het is tot halverwege de 20ste eeuw in de familie gebleven. Behalve een verandering van het terrein binnen de gracht in landschappelijke stijl, heeft de familie weinig veranderingen doorgevoerd. In 1951 werd Oud-Amelisweerd met de hofsteden De Wittenberg en De Zonnewijzer verkocht aan de gemeente Utrecht, deze heeft het park opengesteld voor het publiek.
Op de bij de omschrijving behorende kaart is de omgrenzing van het complex alsmede de aanduiding van de onderdelen aangegeven. Ten noorden wordt de buitenplaats begrensd door de Vossegatsedijk, ten oosten door de buitenplaats Rhijnauwen, ten zuiden door de Koningslaan en ten westen door de buitenplaats Nieuw Amelisweerd.
Waardering
De HISTORISCHE BUITENPLAATS OUD AMELISWEERD is van algemeen cultuur-, architectuur-, en tuinhistorisch belang:
- vanwege de ouderdom;
- vanwege de ontwikkelingsgeschiedenis;
- vanwege het gaaf bewaarde hoofdgebouw uit circa 1770, dat een representatief voorbeeld vormt van een adellijk buitenverblijf uit de tweede helft van de 18de eeuw;
- vanwege de gaaf bewaard gebleven plattegrond, indeling en afwerking van het interieur van het hoofdgebouw, daterend uit de bouwtijd (circa 1770);
- vanwege het gaaf bewaarde park in vroege landschapsstijl dat kort voor de bouw van het hoofdgebouw (circa 1770) werd aangelegd en sinsdien vrijwel ongewijzigd is gebleven;
- vanwege de visueel-ruimtelijke samenhang van de complexonderdelen;
- vanwege de markante ligging aan de Kromme Rijn;
- vanwege de recreatieve waarde.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Historische aanleg | Kastelen, landhuizen en parken | Tuin, park en plantsoen | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
– | – | – | – | Utrecht,Bunnik | Bunnik, Utrecht,Bunnik | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Kastelen, landhuizen en parken | Tuin, park en plantsoen | – | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | C | 325 | – | Bunnik |
– | C | 217 | – | Bunnik |
– | C | 221 | – | Bunnik |
– | C | 260 | – | Bunnik |
– | C | 331 | – | Bunnik |
– | C | 332 | – | Bunnik |
– | C | 333 | – | Bunnik |
– | C | 350 | – | Bunnik |
– | C | 351 | – | Bunnik |
– | C | 352 | – | Bunnik |
– | C | 353 | – | Bunnik |
– | C | 354 | – | Bunnik |
– | C | 355 | – | Bunnik |
– | C | 356 | – | Bunnik |
– | C | 357 | – | Bunnik |
– | C | 358 | – | Bunnik |
– | C | 359 | – | Bunnik |
– | C | 57 | – | Bunnik |
– | C | 205 | – | Bunnik |
– | C | 208 | – | Bunnik |
– | C | 209 | – | Bunnik |
– | C | 210 | – | Bunnik |
– | C | 330 | – | Bunnik |
– | C | 211 | – | Bunnik |
– | C | 212 | – | Bunnik |
– | C | 213 | – | Bunnik |
– | C | 214 | – | Bunnik |
– | C | 215 | – | Bunnik |
– | C | 75 | – | Bunnik |
– | C | 74 | – | Bunnik |
– | C | 56 | – | Bunnik |
– | C | 216 | – | Bunnik |
– | C | 218 | – | Bunnik |
– | C | 54 | – | Bunnik |
– | C | 224 | – | Bunnik |
– | C | 267 | – | Bunnik |
– | C | 269 | – | Bunnik |
– | C | 327 | – | Bunnik |
– | C | 268 | – | Bunnik |
– | D | 205 | – | Bunnik |
– | D | 128 | – | Bunnik |
– | D | 134 | – | Bunnik |
– | D | 138 | – | Bunnik |
– | D | 111 | – | Bunnik |
– | D | 109 | – | Bunnik |
– | D | 139 | – | Bunnik |
– | D | 140 | – | Bunnik |
– | D | 87 | – | Bunnik |
– | D | 107 | – | Bunnik |
– | D | 203 | – | Bunnik |
– | D | 86 | – | Bunnik |
– | D | 204 | – | Bunnik |
– | D | 103 | – | Bunnik |
– | D | 112 | – | Bunnik |
– | D | 202 | – | Bunnik |
– | O | 1037 | – | Utrecht |
– | O | 1195 | – | Utrecht |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1765 | 1775 | – | vervaardiging |