Langbroekerdijk 6, Driebergen-Rijsenburg
Omschrijving onderdeel 5: HEKPALEN BIJ VOORLAAN.
Bij het begin van de Voorlaan nabij de brug over de Langbroekerwetering twee geel geschilderde gietijzeren hekpalen met daarop BEVER en WEERT in rijke neo-Lodewijk XIVde vormen; op een vierkant voetstuk rust een vierzijdige vaas met lofwerk, schelp en voluten waarop een kleinere vaas is geplaatst (de hekpalen zijn identiek aan die bij het begin van de Beverweertseweg). De palen dateren uit het midden van de 19de eeuw en werden in de jaren '90 van de 20ste eeuw gerestaureerd.
Waardering
De HEKPALEN BIJ VOORLAAN zijn in cultuurhistorisch opzicht van algemeen belang:
- vanwege de rijke neo-Lodewijk XIV vormgeving in gietijzer en de zeldzaamheid hiervan;
- vanwege het materiaalgebruik ;
- vanwege de hoge ornamentele waarde;
- vanwege de gaafheid;
- vanwege de zeldzaamheidswaarde en ensemblewaarden.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Omschrijving van het complex
In structuur en deels in detail gaaf bewaarde HISTORISCHE BUITENPLAATS BEVERWEERT met: HOOFDGEBOUW KASTEEL BEVERWEERT (1), HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (2), HEKPALEN BIJ BEVERWEERTSEWEG (3), HEKPALEN BIJ MOLENHOEFLAAN (4), HEKPALEN BIJ VOORLAAN (5), SMEEDIJZEREN HEK MET OPSCHRIFT (6), LANTAARNS (7), GIETIJZEREN BRUG (8), VOETGANGERSBRUG (9), SMEEDIJZEREN HEK (10), TUINSIERAAD (11), KOETSHUIS (12), BOERDERIJ 'MOLENHOEF' (13), HUIS 'VOORLAAN' (14).
Ten noordoosten van Werkhoven tussen de Kromme Rijn en de Langbroekerwetering gelegen historische buitenplaats met daarop het kasteel, dat gebouwd is om een voormalige woontoren uit de 13de eeuw. De toren vormde destijds een centrum voor de ontginning van het gebied. De buitenplaats omvat onder meer het in het midden van de 19de eeuw in neogotische stijl verbouwde kasteel Beverweert, een in landschapsstijl aangelegd park uit de 19de eeuw, waarin oudere structuren zijn opgenomen, een 19de- eeuws neogotisch koetshuis, 19de- eeuwse bruggen, hekken en lantarens, waterpartijen, gazons, boomgroepen en lanen, diverse zichtassen en gezichten op het omringende landschap en karakteristieke elementen daarin, zoals kerken en molen.
Het kasteel is bereikbaar via grotendeels rechte toegangslanen, die aan het begin gemarkeerd worden door gietijzeren hekpalen. Vanaf Werkhoven via de middeleeuwse Beverweertseweg en de 16de eeuwse Molenhoeflaan en vanaf de Langbroekerwetering (gelegen in de gemeente Driebergen) via twee vroeg 18de eeuwse haaks op elkaar aansluitende rechte lanen, de Voorlaan en de Laan. In de loop van de 19de eeuw is het huidige landschappelijke park ontstaan, waarbij oudere structuren, zoals de lanen, behouden zijn gebleven.
Het kasteel dateert vermoedelijk uit de 13de eeuw; het werd destijds bewoond door Ridder Zweder van Zuylen, ook genoemd van Beverweert en zijn echtgenote Hillegonda van de Velde, vrouwe van Beverweert. Na haar overlijden werd Nicolaas van de Velde leenheer, Zweder bleef op Beverweert wonen en hertrouwde met Berthe van Brakel. Na Zweder's dood in 1304 hertrouwde Bertha van Brakel; haar dochter Machteld trouwde met Otto van IJsselstein en na diens overlijden, met Zweder van Vianen. Hoewel de Van de Velde's in 1307 nog Beverweert in leen hadden, ging het kasteel aan het einde van de 14de eeuw in leen over naar Jan van Vianen (zoon van Machteld en Zweder) en zijn vrouw Elisabeth van Buren. Hun kleindochter Johanna van Vianen huwde Johan van Bouchout; in 1502 werd hun zoon Daniel met het goed beleend. Diens kleindochter Francoise trouwde Maxiliaan van Egmond, graaf van Buren. Hun enige zoon - Philips Willem - erfde Beverweert in 1563 en na zijn kinderloos overlijden, verwierf prins Maurits Beverweert. In 1536 was Beverweert overigens een ridderhofstad geworden.
In 1627 erfde zijn bastaardzoon Lodewijk van Nassau het goed en na zijn dood in 1685, werd zijn zoon Maurits Lodewijk heer van Beverweert. In 1734 volgde zijn zoon Hendrik Carel op, die gehuwd was met Margaretha Huguetan; na haar dood trouwde Hendrik Carel met Johanna Gevaerts. Hun erfdochter huwde in 1782 Evert Frederik baron van Heeckeren van Enghuizen. Hun zoon Hendrik Jacob Carel Johan verwierf het goed in 1831, hij was gehuwd met Elisa Hope-Williams; hij was tevens eigenaar van de buitenplaats Sonsbeek te Arnhem met een groot aantal daarbij gelegen gronden; ook de Beurse bij Winterswijk en de Cloese bij Lochem waren zijn eigendom; tussen 1835 en 1862 liet het echtpaar het Kasteel Beverweert en het park wijzigen; in 1862 werd kleinzoon Hendrik Jacob Carel Johan Walraven baron van Heeckeren, heer van Beverweert, Odijk en Enghuizen. In 1908 bracht erfdochter Marguerite Christine het kasteel in de familie van haar man Adolf Zeyger graaf van Rechteren Limpurg. Hun dochter Lutgardis, gehuwd met Constantin Friedrich graaf zu Castell Castell verkocht kasteel en park in 1958 aan de stichting voor Quakerscholen; de landerijen bleven haar eigendom, de boerderijen zijn vrijwel allemaal aan de pachtboeren verkocht. Sinds haar overlijden in 1989 zijn deze landerijen in het beheer bij haar dochter Odilia Prinzessin Reuss zu Castell Castell.
De bouwgeschiedenis van het kasteel begint bij de 13de eeuwse woontoren met ommuring, gelegen in het hart van het huidige kasteel; in de tweede helft van de 13de eeuw zijn daar de zuid- en noordtoren aan toegevoegd; in de eerste helft van de 14de eeuw kwam tussen de noordoostzijde van de noordtoren en de oorspronkelijke woontoren een verbinding tot stand; deze verbinding is omstreeks 1550 uitgebreid naar het noordoosten en in diezelfde tijd is tegen de noordoostgevel van de woontoren een laag gebouw met uitkragende erker geplaatst; voor 1745 is dit deel verlengd en verhoogd; tussen de beide hoektorens werd vermoedelijk in het tweede kwart van de 17de eeuw een nieuwe vleugel gebouwd; in 1836 is door de Utrechtse architect Christiaan Kramm (1795-1875) de vierde vleugel gebouwd; onder zijn leiding werden ook het exterieur en het interieur ingrijpend gewijzigd in neogotische stijl. Nu is het voorkomen van het kasteel een neogotische, bijna verdedigbare burcht, romantisch gelegen aan een vijver in een 19de- eeuws parklandschap.
Binnen het park zijn in de jaren 1958 en volgende (op het terrein gelegen tussen het kasteel en het koetshuis) paviljoens opgetrokken voor leerlingen van de in het kasteel gehuisveste Internationale Quakerschool; deze school heeft het kasteel in de zomer van 1997 verlaten; de paviljoens worden niet beschermd.
De buitenplaats strekt zich uit tussen de volgende wegen en kadastrale percelen: in het noordwesten de Molenhoeflaan, oostwaarts overgaand in de Jachtrustlaan; aan de noordzijde vallen eveneens binnen het beschermde gebied de beide zijden van de Jachtrustlaan met het bosgebied waarin enkele paden, en het griendland; ter hoogte van de centrale as van de parkaanleg, de Laan, volgt de grens de Veensteeg in het zuiden en de kadastrale percelen Werkhoven B49 en 47 en Driebergen C440 en 439 in het noorden, waardoor enkele stroken parkbos en open doorzichten aan weerszijden van de Laan deel uitmaken van de beschermde historische parkaanleg. Aan de westzijde van de Veensteeg kruist de grens de Jachtrustlaan en verloopt de grens over de scheiding tussen de kadastrale percelen Werkhoven B525 en 359 en kruist de Kromme Rijn, alwaar de grens via een schuine lijn aan de zuidzijde van het kadastrale perceel Werkhoven A1128 uitkomt aan de Graaf van Lynden van Sandenburgweg, ter hoogte van de oprijlaan naar het kasteel; aan de zuidwestzijde vormt de Graaf van Lynden van Sandenburgweg (N229) de begrenzing, vanaf het begin van de Beverweertseweg tot en met de Molenhoeflaan; aan de oostzijde vormt de Langbroekerwetering de grens.
NB Het overgrote deel van de buitenplaats ligt op het grondgebied van de gemeente Bunnik. Het oostelijke deel van het park ligt op het grondgebied van de gemeente Utrechtse Heuvelrug. Het betreft in het laatste geval het oostelijke deel van de oprijlaan vanaf de Langbroekerdijk, geflankeerd door stroken parkbos en doorzichten op het weidegebied, met de onderdelen Huis Voorlaan (14) en een stel hekpijlers (5).
Op de bij de omschrijving behorende kaart is de omgrenzing van het complex alsmede de aanduiding van de onderdelen aangegeven.
Waardering van het complex
De HISTORISCHE BUITENPLAATS BEVERWEERT is van algemeen cultuur-, architectuur-, en tuinhistorisch belang:
- vanwege de rijke bewoningsgeschiedenis van het kasteel;
- als voorbeeld van een Middeleeuws Utrechts kasteel dat zijn huidige aanzien, zowel in- als uitwendig, te danken heeft aan de eclectische wijzigingen die het voor het midden van de 19de eeuw onderging;
- vanwege de vroeg- en laatmiddeleeuwse, en 18de-eeuwse toegangslanen naar het 19de-eeuwse park en naar het kasteel, de 19de-eeuwse vijvers, bruggen en hekken, alsmede gietijzeren tuinsieraden;
- vanwege de architectuurhistorische en typologische waarde van het koetshuis;
- vanwege de architectuurhistorische en cultuurhistorische waarden van het pand Molenhoef en het huis Voorlaan, op zich zelf én in relatie tot het kasteel;
- vanwege de historisch-functionele relatie tussen de verschillende complexonderdelen;
- vanwege de ensemblewaarde;
- als onderdeel van de groep historische buitenplaatsen en landgoederen langs en nabij de Langbroekerwetering.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
– | Kastelen, landhuizen en parken | Tuin, park en plantsoen | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Langbroekerdijk | 6 | – | 3972 ND | Driebergen-Rijsenburg | – | BY | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Kastelen, landhuizen en parken | Tuin, park en plantsoen | – | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | C | 445 | – | Driebergen-Rijsenburg |