De Adelaar, Wormerveer

Inleiding

De voorganger van de huidige fabriek, gebouwd rond 1896, werd door Firma Jan Dekker voor de bereiding van zeep uit weedas gebruikt. De fabriek werd bekend door de productie van huishoudzeep met het merk Adelaar. Na de brand in 1906 is de fabriek in 1908 herbouwd door de Amsterdamse architecten J.P.F. van Rossem en W.J. Vuijk en aannemer Mart Stam. In ca. 1950 werd de zeepproductie gestaakt en werd het gebouw gebruikt als pakhuis. De zeepfabriek is thans in gebruik als oliën- en vettenfabriek ten behoeve van de productie van zoetwaren en voedingsmiddelen. De fabriek maakt deel uit van het industriële verleden van de Zaanstreek zoals dat rondom de Zaan geconcentreerd was. De fabriek is prominent gelegen aan de westoever van de Zaan waarbij de toren met adelaar een landmark-functie vervult.

Omschrijving

De fabriek bestaat uit een hoofdgebouw en een aanbouw. Het hoofdgebouw is opgebouwd uit (dragende) wanden van baksteen met een inwendige constructie van gewapend betonnen kolommen, moerbalken en stalen H-balken, een voor die tijd unieke en zeer vroege toepassing van betonskeletbouw (nog voor de introductie van het Hennebique-systeem). Veel kolommen zijn thans aan de onderzijde versterkt in verband met corrosie van de wapening. De vloeren zijn van gewapend beton.

Het hoofdgebouw heeft een vrijwel rechthoekige plattegrond en telt 4 bouwlagen (totaal bijna 13 meter hoog) onder een plat dak.

De voorgevel (westzijde, aan de weg gelegen) is door lisenen in zes traveëen verdeeld. Tussen de lisenen zijn met een segmentboog afgesloten spaarvelden gemetseld. De middelste twee traveëen tellen drie spaarvelden boven elkaar, waarbij het onderste spaarveld de eerste bouwlaag, de middelste de tweede én derde bouwlaag en de bovenste de vierde bouwlaag omvat. Er wordt een middenrisaliet gesuggereerd doordat de traveeën aan weerskanten van dit middendeel slechts twee boven elkaar gelegen spaarvelden tellen. De horizontale scheiding tussen de spaarvelden wordt gevormd door cordonlijsten met afzaat en hardstenen hoekstukken. De voorgevel wordt aan de bovenzijde afgesloten door een ezelsrug met op de hoeken hardsteen. In de gevel is boven de twee middelste traveeën het metselwerk hoger opgetrokken, in welk hoger deel het woord "ZEEPZIEDERIJ" in kapitale letters van witte baksteen is aangebracht. Tussen de derde en vierde bouwlaag in de twee middelste traveeën is het woord "DE ADELAAR" in soortgelijke letters aangebracht. In de spaarvelden bevinden zich steeds de vensters en op de begane grond in de derde travee van links een ingang. De eerste bouwlaag bevat vijf getoogde zestienruits vensters en een ingang met dubbele deur. De tweede en derde bouwlaag tellen elk zes getoogde zestienruits vensters en de vierde bouwlaag zes getoogde twaalfruits vensters. Alle vensters hebben een getoogde strek en zijn voorzien van rechte ijzeren, groengeverfde roedes.

De linker zijgevel (noord) bevat twaalf traveeën en een soortgelijke indeling en detaillering als de voorgevel met op alle bouwlagen een houten deur in steeds een ander spaarveld. De traveeën 1/5 vanaf de Zaan springen ten opzichte van de traveeën 6/12 één travee naar voren.

De achtergevel (oost) telt zes traveeën met een soortgelijke indeling en detaillering als de voorgevel. De vijfde en zesde travee zijn enigszins naar achteren geplaatst. In de vierde travee zijn op de begane grond een grote deur en op de tweede, derde en vierde bouwlaag een dubbele houten deur met langwerpige zesruitsvensters aangebracht. Voorts is ook een dubbele houten deur in de tweede travee op de begane grond aangebracht.

De rechter zijgevel (zuid) is ingedeeld in twaalf traveeën waarbij -in tegenstelling tot de andere gevels- in de spaarvelden steeds twee vensters naast elkaar zijn geplaatst. De lisenen hebben dubbele speklagen van gele verblendsteen. Voor het overige is indeling en detaillering vergelijkbaar met de voorgevel. In de zevende travee is ter plaatse van de derde en vierde bouwlaag een grote ingang aangebracht.

Aan de Zaankant is in de zuidwesthoek van het hoofdgebouw een watertoren met hoogreservoir van één bij twee traveeën gebouwd. De toren heeft zes smalle lisenen aan de oost- en westzijde alsmede zeven smalle lisenen aan noord- en zuidzijde. De lisenen hebben dubbele speklagen van gele verblendsteen. Ter plaatse van het hoogreservoir is een rechthoekige, uitkragende reservoirommanteling gemetseld die aan de bovenzijde wordt afgesloten door een ezelsrug met op de hoeken hardsteen. De uitkraging wordt door consoles van baksteen en hardsteen ondersteund. Aan de noord- en zuidzijde is in de reservoirommanteling het woord "ZEEPZIEDERIJ" in kapitale letters van witte baksteen aangebracht. Aan de oost- en westzijde staat in soortgelijke letters "DE ADELAAR". Op het dak staat een betonnen adelaar, met de vleugels gespreid en richting de Zaan geplaatst, die een replica is van het oorspronkelijk bronzen beeld dat bij de brand in 1906 in de Zaan is gestort. De spanwijdte tussen de vleugels is 6,75 meter.

De latere aanbouw uit 1915 (aan de noordzijde van het hoofdgebouw) was een functionele toevoeging om was- en kleedlokalen en een kantine te maken, maar is ook vele jaren als opslagplaats gebruikt. Bij het ontwerp en de uitvoering is aansluiting gezocht bij het hoofdgebouw. De aanbouw telt twee bouwlagen en is opgetrokken uit rode baksteen waarbij de lisenen zijn gemetseld in een steensverband afgewisseld door een dubbele band gele verblendsteen en de tussenliggende vlakken zijn opgetrokken in een halfsteensverband. De overgang tussen het plat dak en de gevels wordt gevormd door een aflopende gemetselde overstek. Boven de vlakken is tussen de lisenen een rollaag van gemetselde koppen van bakstenen aangebracht. De voorgevel van de aanbouw aan de Zaanzijde heeft op de begane grond een brede entree en op de verdieping een verspringend gevelvlak. Tussen twee lisenen met een dubbele spekband van gele verblendsteen is een vlak gemetseld met daarin een zestienruitsvenster in staal en glas met een gebogen rollaag erboven. In dit vlak verspringt de dubbele gele spekband twee maal verticaal. De entree van de aanbouw wordt gevormd door een brede schuifdeur. Op de noordoosthoek van de aanbouw is een rechthoekige ijzeren constructie met een wit uithangbord bevestigd waarop in zwarte letters "KIJK UIT, PASSAGE GEVAARLIJK" staat geschreven. Het plafond op de begane grond heeft een troggewelf bestaande uit staal en beton.

De fabriek heeft een hoge mate van gaafheid, ondanks de afwezigheid van de in 1958 gesloopte, ruim 30 meter hoge kabelbaaninstallatie die vanaf 1926 naast de fabriek stond en waarmee kolen uit schepen in bakken naar het ketelhuis werden vervoerd.

Waardering

De fabriek heeft - situationele en stedenbouwkundige waarde als beeldbepalend fabriekscomplex aan de Zaan waarbij de toren met adelaar een landmark vormt, - sociaal-historische waarde als element uit de geschiedenis van handel en industrie in Nederland en meer in het bijzonder in de Zaanse (zeep)industrie, en - architectuurhistorische waarde omwille van de gave hoofdvorm, gevelindeling en detailleringen en vanwege de zeer vroege, unieke toepassing van betonskeletbouw met dragende baksteenwanden. Deze toegepaste nieuwe constructie heeft ook bouwhistorische waarde door haar experimenteel materiaalgebruik.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
526437
Provincie
Gemeente
Plaats

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Zeepfabriek Boerderijen, molens en bedrijven Industrie oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Zaandijkerweg 5 1521 AX Wormerveer Ja
Zaandijkerweg 7 1521 AX Wormerveer
Zaandijkerweg 9 1521 AX Wormerveer
Zaandijkerweg 11 1521 AX Wormerveer
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
B 6160 Wormerveer
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1908 1908 vervaardiging
Naar boven