Inleiding

Boerderij, oorspronkelijk hallehuis met middenlangsdeel, later uitgebreid tot krukhuis, opgetrokken in Ambachtelijk-traditionele bouwtrant en daterend uit XIXA-XIXc. Gelegen op een bescheiden erf met gras, grind, meidoornhagen en een treurwilg met de nok evenwijdig aan en op korte afstand van de Maasdijk.

Omschrijving

KRUKHUISBOERDERIJ MET MIDDENLANGSDEEL onder samengesteld rieten kap met rietvorsten, stroken gesmoorde muldenpannen en wolfseind aan de achterzijde. Ter hoogte van de scheiding tussen woonhuis en bedrijfsgedeelte een gemetselde schoorsteen met ijzeren tentvormige afdekking. Het krukhuis is ontstaan door linkse uitbreiding (ca. XIXc) van het woongedeelte van een oorspronkelijke kortgevelboerderij van het hallehuistype. Opgetrokken boven een gepleisterde, grijs geschilderde plint in roodbruine handvorm baksteen in wild verband met koppen en drieklezoren. De achtergevel en de aan de dijk gelegen lange zijgevel zijn geheel gepleisterd. De voorgevel heeft rechts vlechtingen, links sporen van de latere uitbreiding tot krukhuis. De vernieuwde voordeur met bovenlicht ligt rechts uit de middenas. Hardstenen onderdorpel, stoep uit gele vierdelige steentjes, circa 1890. Rechts daarnaast een keldervenster waarboven vernieuwd negendelig venster volgens oorspronkelijke schuifraamindeling. In de oorspronkelijk middenas van het huis een eveneens vernieuwd groot venster met 20-ruits schuifraam en dubbele luiken. Eronder het kelderluik. Op zolderniveau een klein vierkant venster met kruisroedenraam. Rollagen boven en onder de gevelopeningen. In de linker uitbreiding van de voorgevel een hoger geplaatst venster met 20-ruits schuifraam en dubbele luiken, onder met een rollaag, boven met een schuine strek afgedekt. Het regelmatiger metselwerk in kruisverband heeft hier knipvoegen. De linker gevel van de uitbreiding is een afgeknotte tuitgevel met vlechtingen en is in kruisverband opgetrokken uit roodbruine handvormsteen. Uiterst rechts op de begane grond een vrij hoog geplaatst smal tienruits schuifraam met luik, afgedekt met een schuine strek. Lekdorpel. Op zolderniveau twee symmetrisch geplaatste, nu dichtgezette kleine vensteropeningen, afgedekt met licht getoogde strekken. Daartussen een in circa 1930 aangebracht venster met draairamen onder driedelig bovenlicht. Staafankers. De linker gevel van het bedrijfsgedeelte is geheel gepleisterd en vernieuwd. Daarin vier nieuwe vensters met kruisroedenramen en vernieuwde deur. Voorts een gepleisterde aanbouw uit circa 1990 onder zadeldak met gesmoorde muldenpannen en windveer. Deze vervangt een vroegere paardenstal. Lunetvormig ijzeren stalraam. Deur achterzijde kopgevel. Vernieuwde achtergevel met twee nieuwe eiken staanders waartussen de dubbele deeldeur, links met glasruit. Hooizolder gepotdekseld, oorspronkelijk verticaal gerabat. Uiterst links een vierkant venster met kruisroeden. De gepleisterde rechter gevel heeft ter plaatse van het bedrijfsgedeelte twee lunetvormige ijzeren stalramen en een zesdelig ijzeren stalraam.

Inwendig is de oorspronkelijke indeling grotendeels bewaard gebleven. De oude kelder, rechts naast de voordeur, is dichtgestort. In de aanbouw uit het derde kwart van de negentiende eeuw is een kelder met drie stenen treden, rode plavuizen, tongewelf en keldervenster onder de aanbouw gemaakt. In het woongedeelte een half eiken ankerbalkgebint; de andere zijde van de ankerbalk is opgelegd in het muurwerk. In de aanbouw zelf, die een trede hoger ligt dan de rest van het woonhuis bevindt zich een bedstede met paneeldeuren. De oude schouw is ommetseld. De gang naar de stal is belegd met Naamse steen. De schuur heeft nog een lemen vloer en twee deels eiken ankerbalkgebinten met korbelen en windschoren. Gehakte telmerken. Eiken gordingen. Op de in naaldhout vernieuwde ankerbalken trapeziumvormige geschoorde spanten waarop de rondhouten sporen rusten. De oude stalindeling is nog aanwezig.

Waardering

De KRUKHUISBOERDERIJ MET MIDDENLANGSDEEL uit XIXA-XIXc is van algemeen belang. Het huis heeft cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een sociaal-economische ontwikkeling, als voorbeeld van de ontwikkeling van een hallehuis tot een krukhuis, wat kenmerkend is voor het Rivierengebied. Het pand heeft architectuurhistorische waarde vanwege de in- en uitwendig gaaf behouden hoofdstructuur en het traditionele materiaalgebruik alsmede vanwege onderdelen van het interieur. Het pand is onderdeel van de oude dijkbebouwing en straatbeeldbepalend.