Inleiding

Het voormalige KLOOSTER met bijbehorende BEWAARSCHOOL en MEISJESSCHOOL is in 1894 gebouwd naar ontwerp van de architect Alfred Tepe, die ook de naastgelegen St. Nicolaaskerk ontworpen heeft. Initiatiefnemers waren pastoor Van Heukelum en mevrouw Baesjou-Heytink. Deze laatste stelde een grote som geld beschikbaar om een klooster met school te stichten ter nagedachtenis van haar overleden zoontje Francois. Aannemer N. Willemse uit Vreeswijk werd het werk gegund. De inzegening vond plaats op 28 mei 1895. De zusters Franciscanessen van de Congregatie Heythuysen trokken in het klooster en namen de onderwijstaak voor hun rekening. Het meubilair van het klooster was afkomstig van het in 1895 gesloten klooster in Kralingen, waar ook zusters Franciscanessen werkzaam waren. Er werd gestart met een bewaarschool en een naaischool voor meisjes. In datzelfde jaar werd ook begonnen met de taaischool voor meisjes. Op 6 mei 1920 vond de viering van het 25-jarig bestaan van het klooster en de school plaats. Als waardering kregen de zusters een nieuw altaar voor de kapel, ontworpen door H. Mengelberg. Het glas-in-lood venster erboven was van de hand van Otto Mengelberg. Kort daarna in 1921 werden ook twee zijramen in de kapel voorzien van glas-in-lood. In 1921 werd de meisjesschool aan de noordkant (rechts) met een verdieping verhoogd. In 1954 volgde een verdere uitbreiding van de school. De zusters Franciscanessen verlieten in 1954 het klooster. De kleuterschool werd in 1966 gesloten. Klooster en school kregen in 1967 de functie van verenigingsgebouw.

Omschrijving

Het voormalige kloostergebouw annex bewaarschool en meisjesschool in neogotische stijl is enigszins van de weg teruggelegen. Voor het gebouw staat een aantal monumentale beuken. Aan de rechterzijde van het complex bevindt zich de RK St. Nicolaaskerk. Het complex heeft een U-vormige plattegrond en bestaat uit een teruggelegen, tweelaags middenvolume onder een samengesteld dak met de nok evenwijdig aan de weg (voormalig klooster). Rechts hiervan bevindt zich een eveneens tweelaags volume onder een zadeldak met de nok haaks op de weg (voormalige meisjesschool) en links een éénlaags volume onder een zadeldak met de nok haaks op de weg (voormalige bewaarschool). De daken zijn gedekt met blauwe Hollandse pannen. Be gevels zijn opgetrokken in baksteen in kruisverband, voorzien van diverse muizentandlijsten en sierankers. Boven de vensters zijn rondboog- of spitsboogvormige boogvelden of strekken aangebracht. De terugliggende middenpartij is symmetrisch ingedeeld en vijf traveeën breed. In het midden bevindt zich een risaliet met tuitgevel. Hierbinnen is de hoofdingang geplaatst voorzien van zijlichten. Op het boogveld boven de ingang staat de nieuwe naam van het complex 'de Lantaern' vermeld. Rechtboven de ingang is een groot spitsboogvormig glas-in-lood venster aangebracht met bakstenen tracering (van de kapel) en een gepleisterd gevelveld voorzien van een bakstenen omlijsting met de oorspronkelijke naam van het complex 'Francois Heytink Baesjou Stichting'. Rechts en links van het risaliet is op de begane grond een deur met een bovenlicht en een groot (zesruits) venster geplaatst en op de verdieping twee kleine vensters. Het tweelaags volume rechts heeft in de voorgevel op de begane grond en op de verdieping (uit 1921) vijf hoge smalle vensters onder spitsboogvormige boogvelden en op de zolderverdieping één venster. De rechterzijgevel bezit een risalerende topgevelpartij met een ingang en smalle hoge vensters als aan de voorzijde. Aan weerszijde hiervan zijn aanbouwen onder een plat dak aangebracht (vallen buiten de bescherming). Het éénlaags volume aan de linkerzijde heeft in de voorgevel op de begane grond vijf hoge smalle vensters onder spitsboogvormige boogvelden en één klein venster op de zolderverdieping. Be linkerzijgevel bevat een ingang met dubbele deur en W bovenlicht en twee maal twee blindnissen en twee maal twee hoge smalle vensters zoals aan de voorzijde. Be vensterpartij in de achtergevel is vernieuwd. Be achtergevel valt buiten de bescherming. In het complex bevindt zich, aan de voorzijde op de eerste verdieping van het terugliggend middenvolume, de kapel voorzien van een houten spitstongewelf met gordelbogen op consoles en een galerij. Be galerij heeft een houten paneel-balustrade. Be dubbele toegangsdeur tot de kapel is voorzien van briefpanelen. In de zijwand is een marmeren gedenksteen ingemetseld met de tekst

In 't jaar O.H. 1894 den 22sten Mei heeft Vrouwe Elisabeth Heytink Weduwe van den Heer Adrianus Johannus Baesjou van Vroonestein den eersten steen gelegd van dit Gesticht en het zelve ter gedachtenis aan haar eenig kind, den 3lsten januari 1866 te Jutfaas overleden, geheeten: FRANCOIS HEYTINK BAESJOU STICHTING'. De kapel bevat tevens een groot driedelig glas-in-lood venster, dat in 1920 vervaardigd is door Otto Mengelberg en waarop voorgesteld zijn de stigmata van H.Franciscus en de H.Clara en H.Grescentia en in de zijgevels een smal glas-in-lood venster met de voorstelling van een engel uit 1921. De gangen hebben balken met sleutelstukken. De trappen zijn voorzien van bewerkte trapbalusters en gietijzeren spijlen in het traphek.

Waardering

Klooster met bewaarschool en meisjes school is van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde als voorbeeld een in één ontwerp samengevat conglomeraat van gebouwen in neogotische stijl uit 1894, ontworpen door de architect Alfred Tepe, alsmede vanwege de aanwezigheid van een kapel op de eerste verdieping aan de voorzijde met waardevoile interieurelementen als een houten spitstongewelf met gordelbogen op consoles, een galerij met paneelbalustrade en een drietal glas-in-lood vensters uit 1920 en 1921 van de hand van Otto Mengelberg. Tevens is het complex een goed voorbeeld uit het oeuvre van de architect Alfred Tepe. Voorts is het complex van belangrijke ensemblewaarde in samenhang met de naastgelegen St. Nicolaaskerk, eveneens ontworpen door Alfred Tepe. Tenslotte is het complex waardevol vanwege de markante situering aan de Utrechtsestraatweg.