Begraafplaats, Bussum
Omschrijving
AANLEG van de Algemene Begraafplaats Naarden aan de Amersfoortsestraatweg in Bussum, daterend uit 1830. De begraafplaats beslaat ruim anderhalve hectare, is rechthoekig van vorm en wordt aan alle zijden omgeven door hoge bomen en struiken. Het terrein wordt aan de kant van de ingang, de oostzijde, begrensd door de Amersfoortsestraatweg met ventweg (voormalige rijksweg A1), aan de noordwest zijde door een strook bosplantsoen waarin een fietspad is opgenomen met daar achter de Brediusweg, in het zuidwesten door het terrein van de Montessorischool en aan de zuidoost zijde loopt een zandpad, het Nicolaas Beetspad. Aan de andere kant van dit pad ligt de Rooms Katholieke begraafplaats van Naarden.
Naar aanleiding van het Koninklijk Besluit van 18 mei 1825, dat nog langer begraven binnen de bebouwde kom en in kerken verbood, gaven Provinciale Staten van Noord-Holland in 1827 de gemeente Naarden de opdracht "een geschikt kerkhof buiten de stad aan te leggen". De datum waarop de begraafplaats klaar moest zijn, werd vastgesteld op 1 mei 1830. Voor 560,- gulden werd een bosperceel aangekocht ter grootte van 1 bunder en 67 roeden, ongeveer anderhalve hectare. Het perceel was gelegen op de Bussumse Eng aan de toenmalige straatweg van Naarden naar Laren (Amersfoortsestraatweg). Het stuk grond lag op hoge zandgrond op ruim 1300 meter buiten de vesting. Daarmee lag de beoogde begraafplaats buiten de gordel van 300 roeden (1130 meter) die nodig was om een goed schootsveld vanaf de vesting te kunnen hebben. Dit zogenaamde glacis diende volgens de zogeheten kringenwet vrij te blijven van permanente bebouwing. Men stond alleen houten bebouwing binnen het schootsveld toe. Aan de doorgaande weg werd een toegangshek gebouwd. Aan het eind van de hoofdas werd een baarhuisje gebouwd, dat later vervangen werd door het huidige baarhuisje.
Boomkweker J. Jurrissen was betrokken bij de levering van bomen voor de formele en sobere aanleg. Men verdeelde het beschikbare terrein in twee grafvelden, één voor de hervormde gemeenschap en één voor de katholieken, gescheiden door een brede hoofdas. Hoe die velden precies gelegen hebben is tot nu toe nog niet achterhaald. Voor de joodse ingezetenen werd op de noordwestelijke hoek een aparte begraafplaats gerealiseerd. Zij kregen het recht van overpad van de ingang van de algemene begraafplaats aan de Amersfoortsestraatweg naar hun eigen toegangshek. Halverwege de hoofdas loopt een dwarspad waardoor de begraafplaats een duidelijke kruisvorm kreeg. De hoofdas eindigt bij het baarhuisje aan de westzijde.
In 1830 werden de eerste grafvelden, Blok I en II, in gebruik genomen. Bij Blok I zijn de grafstenen van de graven aaneengesloten aangebracht als bij een kerkvloer geplaveid met zerken. Bij Blok II is men aanvankelijk ook zo te werk gegaan, maar hier zijn in een later stadium grafrijen om en om geruimd, waardoor paden tussen de rijen zijn ontstaan. Door deze ruiming zijn in dit blok alle graven gemakkelijker bereikbaar geworden en verviel de noodzaak om andere zerken te betreden. In 1916 is Blok III aangelegd naar de mode van die tijd in de zogenaamde nieuwe architectonische tuinstijl. Dit blok is onderverdeeld in zogenaamde kamers. Hof C, D en F zijn van elkaar gescheiden door taxushagen. Ook aan de buitenkant van de hoven liggen rijen graven. Aan de overkant van Blok III zijn in dezelfde tijd dwars op de hoofdlaan taxushagen geplant met daartussen huurgraven (Blok IV). De grootste wijziging van de begraafplaats vond plaats in 1938. Toen werd een lange strook grond buiten de oorspronkelijke uitleg bij de begraafplaats getrokken. De smalle strook langs Blok II bood ruimte aan twee rijen graven (Blok V). Dit deel werd van Blok II gescheiden door de beukenhaag die oorspronkelijk de afscheiding van de begraafplaats vormde. In dezelfde tijd werd de indeling van Blok IV zodanig gewijzigd dat door het verplaatsen van taxushagen, ten koste van huurgraven, meer ruimte werd gecreëerd voor kindergraven en eigen graven. De behoefte aan uitbreiding van de begraafplaats werd steeds groter maar de realisatie daarvan was niet mogelijk. Ten noorden lag de katholieke begraafplaats en de bebouwing van Bussum was inmiddels zo ver opgerukt dat ook aan de andere zijden geen uitbreiding meer mogelijk was. Het bijtrekken van de strook langs blok II was de laatste mogelijkheid. De gemeente Naarden had al in 1937 een locatie voor de nieuwe begraafplaats gevonden, gelegen ten zuiden van Oud Valkeveen. Pas in 1944 werd de nieuwe algemene begraafplaats van Naarden in gebruik genomen. Op de oude begraafplaats vonden daarna, op een enkele uitzondering na, alleen nog bijzettingen plaats in eigen graven.
In 1882 werd het traject van de Gooische Stoomtram van Amsterdam via Naarden naar Laren langs de begraafplaats aangelegd. De tramrails werd tussen de weg en de begraafplaats gelegd. Hierdoor werd de op- en afrit halverwege door het spoor gekruist. Na het opheffen van de tram in 1942 is ter plekke een brede ventweg aangelegd en is het toegangspad tot de begraafplaats met de helft ingekort. De oude op- en afrit werd omgebouwd tot een keerlus met in het midden een klein plantsoen.
De begraafplaats is afgeschermd door een dichte groene rand. In de rand is deels nog de beukenhaag te herkennen, maar het beeld wordt overwegend bepaald door hoge, oude bomen (beuken, eiken, berken, kastanjebomen en dennen). Ook op de begraafplaats zelf wordt het beeld bepaald door veel groen. De hoofdlaan wordt omzoomd door linden, maar deze omzoming is niet meer volledig intact. In de loop der tijd zijn enkele linden vervangen door lariksen. Eind 20ste eeuw zijn langs de hoofdas de aarden walletjes opnieuw beplant met klimop, een beplanting die ook in het originele ontwerp was opgenomen, maar die in de loop der jaren voor een groot deel was verdwenen. De ooit zo open velden zijn door uitgegroeide grafbeplanting (waaronder fraaie treurboompjes) en allerlei ongewenst en veel opslag van Amerikaanse vogelkers, esdoorn, lijsterbes en eik behoorlijk veranderd. Ook klimop, andere lagere begroeiing en mossen tieren welig. Dit alles maakt dat de begraafplaats een 'vriendelijker' impressie geeft dan wellicht bij het formeel en sober aangelegd ontwerp beoogd werd.
Waardering
De AANLEG van de "Algemene Begraafplaats Amersfoortsestraatweg" te Bussum is van algemeen belang wegens cultuur- en architectuurhistorische, alsmede tuin- en funerairhistorische waarde als vroeg voorbeeld van een algemene begraafplaats met een formele en sobere aanleg. De nog goed herkenbare formele aanleg kan gezien worden als tegenhanger van de vele landschappelijk aangelegde stadsbegraafplaatsen uit die tijd.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Omschrijving van het complex
BEGRAAFPLAATS, bestaande uit de onderdelen: een BAARHUISJE, een BEGRAAFPLAATSHEK, het GRAFMONUMENT van G.C. Fabius uit 1887, het FAMILIEGRAF van de familie De Roeper, de neogotische GRAFKAPEL van de familie Dudok van Heel uit 1865, het GRAFMONUMENT van J. Mammen, DRIE afzonderlijke GRAFHEKKEN rond zerken van omstreeks 1900, het GRAFMONUMENT van B.J.R. van Hasselt uit omstreeks 1860 en de AANLEG van de begraafplaats.
De Algemene Begraafplaats werd gesticht in 1830 in opdracht van de toenmalige gemeente Naarden aan de straatweg Naarden-Laren op Bussums grondgebied, direct na het betreffende Koninklijk Besluit van 1829. De dertien jaar jonge (onafhankelijk van Naarden) gemeente Bussum had toen nog geen initiatieven genomen om een eigen algemene begraafplaats te stichten. In Bussum woonden toen voornamelijk katholieken die al een eigen begraafplaats hadden. De Algemene Begraafplaats ligt op een rechthoekig terrein aan de Amersfoortsestraatweg, hoek Brediusweg. Bij de overwegend orthogonale aanleg was boomkweker J. Jurrissen betrokken. De Joodse begraafplaats in de noordwestelijke hoek wordt als apart complex beschermd onder nummer 513219 en valt buiten deze complexbescherming.
Het rechthoekige begraafplaatsterrein wordt omgeven door beukenhagen en hoge, oude bomen (beuken, eiken, kastanjebomen, dennen). Vanuit de entree loopt de hoofdas over de lengterichting naar het baarhuisje aan de westzijde. De hoofdas wordt halverwege gekruist door een dwarspad. Langs de paden staan linden. Links en rechts van de hoofdas in de eerste twee velden aan de oostzijde bevinden zich de bijzondere grafmonumenten. Het merendeel van de grafmonumenten bestaat uit een liggende zerk, omgeven door een ijzeren grafhek. Tussen en om de graven bevindt zich een weelderige begroeiing van kleine bomen (berken, treurwilgen, lijsterbessen), struiken en planten en enkele kleine hagen. Het entreehek bestaat uit twee ijzeren vleugels tussen bakstenen pijlers met natuurstenen bekroning en een ijzeren zijhek. Het baarhuisje is op rechthoekige plattegrond opgetrokken in rode baksteen onder zadeldak, bedekt met zwarte holle pannen. Het neoclassicistische grafmonument van B.J.R. van Hasselt uit omstreeks 1860 heeft de vorm van een obelisk en wordt omsloten door een grafhek. Het neoclassicistische grafmonument van G.C. Fabius uit 1887 bestaat uit een afgebroken zuil op een sokkel en wordt omsloten door een grafhek. Het neoclassicistische familiegraf van de familie De Roeper heeft een grafmonument van een hardstenen kolom op een sokkel met kroonlijst waarop een schaal is geplaatst en wordt omsloten door een grafhek. De neogotische grafkapel van de familie Dudok van Heel uit 1865 staat op een hoog gecementeerd basement en wordt omsloten door een grafhek. Het graf van J. Mammen in de stijl van de Art Nouveau bevat een staande steen aan het hoofd van een vlak van rivierkeien. De drie zerken worden omgeven door ijzeren grafhekken.
Waardering van het complex
Het complex "Algemene Begraafplaats Amersfoortsestraatweg" met bijbehorende onderdelen te Bussum is van algemeen belang wegens cultuur- en architectuurhistorische, alsmede funerairhistorische waarde als zeer vroeg, zeldzaam gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een algemene begraafplaats, gesticht in 1830 in opdracht van de gemeente Naarden, met een aantal bijzondere grafmonumenten en een aanleg die een goed voorbeeld is van een ontwikkeling van sober tot meer begroeid .
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Begraafplaats | Uitvaartcentra en begraafplaatsen | Begraafplaats en -onderdelen | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
– | – | – | – | Bussum | Bij Amersfoortsestraatweg 13 | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Uitvaartcentra en begraafplaatsen | Begraafplaats en -onderdelen | – | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | B | 5531 | – | Bussum |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1830 | 1830 | – | vervaardiging |