't Spijker, Brakel
Onderdeel 5
Omschrijving
'T SPIJKER. Ten zuidwesten van de Hervormde kerk gelegen, middeleeuws gebouw binnen een omgrachting, in oorsprong voorraadschuur van het slot Brakel. binnen een omgrachting. Het gebouw is al in 1318 van het kasteel gescheiden als een vrij eigen en niet leenroerig goed. Volgens overlevering zou het tot 1616 het verblijf geweest zijn van een CommanderijCommanderie van de ridders van St. Jan. In die tijd zou de brugverbinding met de kerk tot stand gebracht zijn (zie hiervoor onderdeel 6). In 1837 is het huis weer bij de buitenplaats gevoegd. Het gebouw op rechthoekige plattegrond, waarvan de oost- en zuidmuur uit een smalle gracht oprijzen, bestaat uit een hoger oostelijk deel uit de 14de eeuw met een smalle 15de- of vroeg 16de-eeuwse travee aan de oostkant en een spiltrap in de noordoostelijke hoek alsmede een lager westelijk deel, in fases tot stand gekomen in de 17de en 18de eeuw. Het oostelijk deel bestaat uit twee verdiepingen en een zolderverdieping, gedekt door een tussen twee trapgevels (de oostelijke gewijzigd in puntgevel) besloten zadeldak, waarop een dakruiter met een peer, gevormd door een omgekeerd aarden vat, afkomstig uit Nantes. In de noordmuur van dit deel zijn gelijkvloers twee grote spitsbogige nissen uitgespaard; in de oostelijke nis is een ingang aangebracht; in de westelijke bevindt zich een venster. Hierboven zijn in 1838 enige uit Heusden afkomstige sierankers aangebracht. In de zuidgevel van het oostelijk deel twee kelderlichten met tralies en een schietgat, spitsboogvensters met luiken ter hoogte van de begane grond en een 18de-eeuws venster met onderluiken op de verdieping. In de oostelijke gevel (linkerzijgevel) vier getoogde venstertjes boven elkaar, waarvan het bovenste in de 19de eeuw twee smalle vensters heeft vervangen. Het westelijk deel van het huis heeft een aantal ongelijkvormige roedevensters. Aan de noordzijde van de lagere westelijke aanbouw bevindt zich in de benedenverdieping een van siertraliewerk voorziene nis (XIX), waarin een voetstuk van een beeld, en hierboven een (later beschilderde) gedenkplaat met het opschrift: 'Non inferiora secutus', omlijst door twee Ionische zuiltjes, waarop een segmentvormig fronton. Inwendig bevindt zich in het oostelijke gedeelte een grote met een bakstenen tongewelf overkluisde kelder die nog uit de 14de eeuw kan dateren. Het hierboven gelegen vertrek, de hal, heeft een zoldering met moer- en kinderbinten met muurstijlen en gebogen korbelen, voorzien van een peerkraalprofiel (XV). De zoldering doorsnijdt de twee spitse bogen tegen de voorgevel en is dus later ingebracht. Tegen de aangebouwde travee een gestucte kachelnis met spitse boog (na 1837) en twee deuren met omtimmering, eveneens na 1837. De smalle travee bevat de stenen spiltrap met gemetselde treden (onderste deel met houten treden belegd) die voert langs vier boven elkaar liggende smalle vertrekjes of cellen tot aan de zolder. In deze cellen die achtereenvolgens op de 16de of 17de-eeuwse deur de later aangebrachte namen S. Petrus, S Maria en S Johannes dragen, bevinden zich vensters in drie waarvan gebrandschilderde wapenruitjes na 1837 zijn aangebracht. Naast de hal ligt een groot benedenvertrek dat in de 17de of 18de eeuw is aangebouwd. Hierin drie van een 17de-eeuwse eikenhouten omtimmering voorziene deuren. Een gangetje aan de zuidkant is bij een verbouwing in de 19de eeuw verwijderd. Begin 20ste eeuw is het roedevenster in de zuidgevel gemaakt. De langs de spiltrap toegankelijke verdieping boven de twee grote benedenvertrekken gelegen, bestaat eveneens uit twee vertrekken. In het eerste boven de hal, de zgn leenkamer, moer-en kinderbinten met muurstijlen en korbelen op sleutelstukken (XV) met peerkraalprofiel en een schouw. Het andere vertrek heeft een betimmering (ca 1800) met vier muurkasten.Gelijkvloers liggen hierboven twee vertrekken in een waarvan een grotendeels vernieuwde eiken betimmering met twee deurportieken (omlijstingen?) en een eenvoudige gesneden eiken schouw (XVIIB) afkomstig uit een huis uit Zaltbommel. Tegen de noordmuur van het gebouw staan in de voortuin drie gebeeldhouwde kraagstenen waarvan een met het jaartal 1635, afkomstig van het raadhuis te Heusden.
Waardering
'T SPIJKER, deel uitmakend van de historische buitenplaats Brakel, is van bijzonder cultuurhistorisch en architectonisch belang:
- wegens de ouderdom
- wegens de verschillende bouwfasen vanaf de 14de tot en met de 19de eeuw die elk hun eigen karakter bewaard hebben
- wegens een aantal met name genoemde interieuronderdelen
- wegens de plaats die het Spijker inneemt in de regionale geschiedenis
- wegens de ensemblewaarde als onderdeel van de buiteplaats Brakel
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Omschrijving van het complex
In de Bommelerwaard aan de zuidoostzijde van Brakel aan de Waaldijk gelegen HISTORISCHE BUITENPLAATS BRAKEL. In structuur en detail goed bewaarde historische buitenplaats Brakel, bestaande uit een HOOFDGEBOUW (Huis te Brakel) (1), HISTORISCHE PARKAANLEG (2), MOESTUIN MET OMMURING EN HOUTEN TOEGANGSPOORT (3), RUÏNE (4),'T SPIJKER (5), BRUGGENHOOFD VAN VOORMALIGE KERKBRUG (6), TOEGANGSBRUG NAAR 'T SPIJKER (7).
Het historische buitenplaatscomplex wordt gekenmerkt door een landschappelijke aanleg rond het in 1768 gebouwde en in 1811 gewijzigd huis Brakel en het omgrachte, middeleeuwse huis 't Spijker, in oorsprong voorraadschuur van het slot Brakel. binnen een omgrachting. Het Spijker is al in 1318 van het kasteel gescheiden als een vrij eigen en niet leenroerig goed. In 1837 is het weer bij de buitenplaats gevoegd.). In het park is de ruïne van het oorspronkelijke middeleeuwse Slot te Brakel opgenomen. Ter plaatse van de voormalige voorburcht van het Slot ligt thans een ommuurde moestuin. Het ten zuiden van het landschapspark liggende deel, de Wolfskamp, dat in de jaren zeventig van de 20ste eeuw is aangelegd in het kader van de ruilverkaveling 'Meidijk', valt buiten de bescherming.
Het slot Brakel zou volgens overlevering in 870 zijn gesticht. In de loop van de geschiedenis is het slot vele malen doelwit geweest van belegeringen, plunderingen en brandschattingen. Na een verwoesting in 1407 door de troepen van graaf Willem VI van Holland, werd het huis pas een eeuw later herbouwd als een vierkante waterburcht, bestaande uit een of twee rechthoekige woongebouwen met ronde hoektorens en weermuren die een binnenplaats omsloten. Voorts lag er westelijk van de burcht een door een gracht omgeven voorburcht met stalgebouwen en een voorpoort aan noordzijde. Het einde kwam in 1672 toen de Franse troepen het slot in de lucht deden springen omdat de opgelegde brandschatting niet was voldaan. Het zou niet meer herbouwd worden. De verkoop van de heerlijkheid in 1768 aan Wilhelmus Wilhelmius vormde aanleiding voor de bouw van een nieuw huis ten noorden van de ruïne ter plaatse van het oude poortgebouw: Huis te Brakel. Dit huis is in 1811 gemoderniseerd toen Wilhelmus van Dam van Brakel (1779-1858) beheerder van het goed voor de eigenaresse, zijn moeder, was geworden. Hij liet de tuin veranderen en het huis met een kapelvormig tussenlid verbinden met het naastliggende koetshuis annex stalgebouw. In de 'kapel' werden een bijkeuken, mangelkamer en een bakkerij ondergebracht. Van Dam liet bovendien in de ruïne bouwfragmenten, jaartalstenen en restanten van grafzerken aanbrengen om de ouderdom te accentueren. Aan het eind van de 19de eeuw werd aan het stalgebouw een dienstwoning gebouwd In 1837 kon Wilhelmus van Dam 't Spijker aankopen, dat op dat moment uit twee delen bestond: Het Nieuwe en het Oude Spijker. Hij liet het Nieuwe Spijker afbreken en het Oude verbouwen. Ook hier werd gebruik gemaakt van uit andere plaatsen aangevoerde bouwfragmenten. Van Dam liet er zijn eigen museum in onderbrengen. In 1972 is het zuidelijk deel van het park aan de Stichting Het Geldersch Landschap verkocht. Het noordelijke deel kwam, met het huis, aan de gemeente Brakel. 't Spijker met omringend terrein bleef in bezit van de familie Van Dam. Huis, tussenlid en stalgebouwen zijn in 1981 tot gemeenschapshuis ingericht. Het merendeel van de oude aankleding is daarbij verloren gegaan.
In 1402 blijkt Brakel te beschikken over '... vorborchten als die gelegen sijn binnen der vorster graften, met hagen ende bongerden'. Ter plaatse van het huidige huis lag een poortgebouw met brouwerij op het snijpunt van de Grind of Korte Dreef (de laan naar de molen bij de dijk) en de Hoge of Lange Dreef (de laan naar de kerk en het dorp). Die dubbele voorburcht en de lanen bestonden in 1809 nog steeds. Op een kaart uit dat jaar, vóór de landschappelijke verandering, ziet men twee omgrachte, vrijwel vierkante eilanden. Op het zuidelijke eiland lag de hoofdburcht (thans de ruïne) en op het noordelijke eiland lag een tuin (sedert 1734 de moestuin). De twee eilanden waren onderling met een brug verbonden. Vanaf de moestuin lag ook een brug over de gracht richting stalgebouw naast het huis. In 1768 was het nieuwe huis Brakel met een afzonderlijk stalgebouw verrezen en ook daar is de omgeving aangepast. Aan de noordkant van het huis lag een in vakken verdeeld terreintje: het Lage Hof, een moestuin. Ten westen van het huis lag een met kruisvormig padenpatroon doorsneden bos, 'Hoog Bosch' genaamd op de kaart van 1809. Noordelijk daarvan was een vak met een slingerend padenbeloop: het 'Laag Bosch'. De overige percelen hadden een agrarisch gebruik. Van onderlinge samenhang was geen sprake. Dat veranderde in 1811. Een jaar daarvoor had tuinarchitect H. van Lunteren een ontwerp gemaakt. Vóór het huis bedacht hij een grote, open ruimte, een weiland dat door een zich gedeeltelijk verbredende waterloop werd omgeven. Achter het huis, ter plaatse van de beide 'voorborchten', had hij een besloten terrein gedacht met een serpentinevijver, een slingerbos en een ommuurde moestuin. Het ontwerp is uiteindelijk gevarieerder uitgevoerd dan Van Lunterens plan laat zien. In tegenstelling tot de uitgevoerde situatie had Van Lunteren bijvoorbeeld voorgesteld de oude kasteelgrachten voor een deel te dempen en alleen de westelijke toren van de ruïne in de aanleg op te nemen. Openheid voor het huis werd door de opdrachtgever Van Dam wel als uitgangspunt genomen. Door het weiland werd een ringvormige, serpentinevijver gegraven, waarin een met bomen beplant eilandje werd opgenomen. De beide 'voorborchten' werden vergraven tot een rondwandeling met de ruïne als romantisch middelpunt. De moestuin op het noordelijke gedeelte van de voorburcht bleef bestaan. Van Dam liet bovendien een groot aantal bijzondere bomen planten, passend in het 19de-eeuwse beeld van een landschappelijke aanleg. In 1824 was het werk voltooid. In 1837 kocht Van Dam 't Spijker. Hij herstelde de gracht rond het huis en liet aan de noordkant een stenen brug aanleggen waarmee hij op de Dreef uitkwam en aan de zuidkant een houten bruggetje naar het achter gelegen landschap (het huidige begin van het slingerpad langs het terrein) en bewerkstelligde zo een fysieke en visuele verbinding tussen het Huis te Brakel en 't Spijker. Bij een ruilverkaveling in de jaren zeventig van de 20ste eeuw werd het parkbos van Brakel aan de zuidzijde uitgebreid. Een aantal weilanden werd met bos ingeplant. In 1981 werd het huis cum annexis verbouwd en het gazon aan de voorzijde opnieuw ingericht met een 'siertuinachtige' aanleg, die slecht aansluit bij de landschappelijke stijl van de verdere buitenplaats.
Omgrenzing De omgrenzing van de historische buitenplaats Brakel wordt aan de noordzijde gevormd door de bebouwde kom van Brakel; aan de oostkant door de Dwarssteeg overgaand in en de Van Damweg; in het zuiden en westen door de buitenzijde van de greppel die zich langs het om een groot deel van het landgoed lopende slingerpad bevindt en op de Van Damweg uitloopt; in het noordwesten de omgrachting van 't Spijker met inbegrip van de toegangsweg tot 't Spijker en met inbegrip van het begin van de Hoge Dreef. De omgrenzing van het complex alsmede de situering van de complexonderdelen staan op de bij de bescherming behorende kaart aangegeven.
Waardering Het complex HISTORISCHE BUITENPLAATS BRAKEL is van algemeen, cultuur-, tuinhistorisch en landschappelijk belang:
- wegens de gaaf bewaarde structuur en deels in detail gaaf bewaarde buitenplaats met bijbehorende onderdelen
- wegens de ouderdom
- wegens de ontwikkelingsgeschiedenis
- wegens het belang voor de regio
- wegens de goed bewaard gebleven aanleg in landschapsstijl deels geïnspireerd op een ontwerp van Hendrik van Lunteren
- wegens de ruïne van het middeleeuwse Slot Brakel die bewust in het landschapspark is opgenomen
- wegens de in de 18de eeuw tot moestuin ingerichte middeleeuwse voorburcht die bewust in het landschapspark is opgenomen
- wegens de ligging van het huis Brakel in de aanleg
- wegens de bij de buitenplaats behorende omgrachte huis 't Spijker en bijbehorende toegangsbrug
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
– | Kastelen, landhuizen en parken | Bijgebouwen kastelen enz. | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Dreef | 1 | – | 5306 BB | Brakel | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | N | 1092 | – | Brakel |