Leyduin, Vogelenzang

Omschrijving onderdeel 2:

De HISTORISCHE PARK- EN TUINAANLEG van het complex historische buitenplaats Leyduin vertoont niet één samenhangend ontwerp. Het feit dat er door de eeuwen heen zeker vier, op verschillende plaatsen gesitueerde hoofdhuizen in gebruik zijn geweest, heeft het ontstaan van een volledig ontwikkelde, samenhangende aanleg verhinderd c.q. verstoord. Dit betekent dat zich verspreid op Leyduin uit verschillende perioden stammende onderdelen bevinden.

In de eerste plaats is, zoals bij meerdere buitenplaatsen langs de duinrand het geval is, gebruik gemaakt van het natuurlijke landschap. Enerzijds is er het geaccidenteerde duinlandschap aan de noordwest zijde van de aanleg. Hiervan is gebruik gemaakt voor de aanleg van een wandelbos. In de (late?) 18de eeuw is hiermee begonnen. Meest in het oog lopende element hiervan is de pate d'oie, die in het westen ter hoogte van de bocht van de beek ontspringt. Deze bestaat uit twee lange rechte lanen en een korte slingerende laan. De noordelijke rechte laan maakt onderdeel uit van de zichtas vanuit de belvedère, die zich oorspronkelijk zowel in oostelijke als westelijke richting voortzette. De belvedère is ongeveer halverwege de laan aangelegd op een sterk verhoogde heuvel. Later is er opnieuw gebruik gemaakt van het heuvellandschap door de situering van het huidige hoofdhuis.

Anderzijds is er de vrij abrupte overgang naar open weide landschap aan de zuidoost zijde van de aanleg. Hierdoor ontstonden belangrijke zichtassen o.a. t.b.v. de belvedère (oorspronkelijk met een zicht tot aan de Haarlemmermeer) en het hoofdhuis. Ook de moestuinen vonden hier een plaats.

Deze beide landschappen worden van oudsher met elkaar verbonden door de beek die over het terrein stroomt. Dit is een natuurlijke duinrel, maar waarschijnlijk al vrij snel gecultiveerd tot nut en verfraaiing van de buitenplaats. De aanleg van een cascade in de 18de eeuw, waarvan de restanten ter hoogte van de dienstwoning/koetshuis nog goed waarneembaar zijn duiden hierop. Later is hier het gebruik t.b.v. de waterwinning bijgekomen.

Van een meer gedetailleerde sieraanleg bij de (voormalige) hoofdhuizen is thans weinig terug te vinden. Waar het hoofdhuis heeft gestaan, dat H.S. van Lennep na 1855 bij de cascade liet bouwen, is nu een groot gazon langs de beek en ook van de aanleg van Springer bij het huidige hoofdhuis is niet veel te zien. Het meest duidelijk is de aanleg direct voor het houten zomerhuis met een kleine oprijlaan met twee grote oude bomen direct voor het huis. Daarvoor weer een met bomen omlijst gazon met o.a. een bijzonder grote en decoratieve Vleugelnoot. Het zicht over het gazon eindigt bij een tot vijver vergraven waterloop. Voor het zomerhuis langs loopt tevens een laan, oorspronkelijk beplant met linden, die Leyduin helemaal tot aan de Leidsche vaart ontsloot.

Waardering

De HISTORISCHE PARK EN TUINAANLEG van Leyduin is van algemeen belang vanwege:

- de tuinhistorische waarde door de aanwezigheid van (zeldzame) elementen, zoals een belvedère en een cascade, uit verschillende perioden;

- de ermee verbonden historie van de waterwinning in dit gebied en de zichtbare sporen hiervan;

- de ensemble waarde van de ruimtelijk-functionele relatie van de onderdelen.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
529765
Complexnaam
Leyduin
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Omschrijving van het complex

Complex HISTORISCHE BUITENPLAATS LEYDUIN bestaande uit: HOOFDHUIS (1), HISTORISCHE PARK- EN TUINAANLEG (2), BELVEDERE (3), IJSKELDER (4), TUINMUUR MET TWEE SCHUREN (5), INRIJHEK (6), VIJF GRENSPALEN (7A - 7C), WATERWERKEN (8), ZOMERHUIS (9), DIENSTWONING (10), KOETSHUIS (11) en STAL (12).

De oudste vermelding van Leyduin dateert uit 1596. Het stond toen bekend als hofstede. Van de eerste eeuwen van het bestaan van de hofstede, later "herehuisinge" genaamd, zijn wel de opeenvolgende eigenaren bekend, maar afbeeldingen of kaarten zijn er nauwelijks. Wel is duidelijk dat het bezit door vergroting van het grondbezit en vernieuwing, uitbreiding en verfraaiing van de gebouwen uitgroeide van een hofstede tot een buitenplaats zoals bij de omschrijving van de verkoop in 1798 blijkt. Er is dan o.a. sprake van een "herehuizinge, koetshuis, stalling, tuinmanswoning, wagenhuis, billard, coepels, sallon, menagerie, vinkenhuis, hermitage en beek met cascade" en verder o.a. "boomgaarden, broey- en moestuinen". Even later blijkt er ook een gemetselde kom en een springende fontein te zijn.

Het vinkenhuis stond waarschijnlijk bij de vinkenbaan die de toenmalige eigenaar Jan van Loon in 1752 liet aanleggen. Deze vinkenbaan is op een kaart uit circa 1760 te zien. Restanten ervan zijn thans nog herkenbaar op het (later afgesplitste) Vinkenduin. Behalve herkenbare onderdelen in de aanleg zoals de cascade en enkele lanen resteren ook het gepleisterde dienstgebouw achter het koetshuis uit 1874 en het houten zomerhuis uit 1796. De grenspalen met de naam van Johan van Romswinkel dateren uit 1701.

De nieuwe eigenaar in 1798 was J.S. van Naamen, die enkele jaren na de aankoop een deel van de opstallen liet slopen waaronder ook het hoofdhuis. Vanaf 1808 kwam het bezit door aankoop en vererving eerst gedeeltelijk later weer geheel in bezit van de familie Van Lennep. De verschillende bewoners leven dan naar alle waarschijnlijkheid in de nog bestaande kleine oudere bebouwing. M.n. het houten zomerhuis lijkt hiervoor gebruikt te zijn. In 1855 werd Hendrik Samuel van Lennep de nieuwe eigenaar van het bezit en hij liet vermoedelijk niet lang hierna een nieuw hoofdhuis bouwen vlak naast de cascade. Bij dit huis werd in 1874 een nieuw koetshuis gebouwd tegen een oudere dienstwoning. Van dit hoofdhuis en zijn naaste omgeving zijn enkele afbeeldingen bekend.

De Van Lenneps, m.n. David van Lennep, zouden een belangrijke rol gaan spelen bij de ontwikkeling van de duinwaterwinning waartoe zij ook delen van de buitenplaats beschikbaar stelden. Zo diende de beek, waarin de cascade was aangelegd als transportweg voor het drinkwater dat verzameld werd in de Oranjekom om via de beek terecht te komen bij een pompstation aan de Leischevaart.

In 1920 werd C.J. van Tienhoven de nieuwe eigenaar van Leyduin. Hij liet de oranjerie overplaatsen naar zijn andere bezit Klein Bentveld. Het omvangrijke grondgebied van Leyduin werd gesplitst en in drie delen verkocht: het huidige Leyduin in het midden en Vinkenduin ten zuiden en Koekoeksduin ten noorden daarvan. De nieuwe eigenaar van het verkleinde Leyduin, A. Dorhout Mees, liet het oude huis bij de cascade afbreken en door architect A. de Maaker het huidige huis ontwerpen op een natuurlijke hoogte in het zuidelijke deel van de aanleg. L.A. Springer werd gevraagd een ontwerp voor de aanleg te leveren. Hiervan resteert betrekkelijk weinig. De Maaker en Springer leverden tevens het ontwerp voor resp. het huis en de tuin van het nieuwe Vinkenduin.

Het hoofdhuis van Leyduin doet sinds de Tweede Wereldoorlog niet langer dienst als woonhuis, het functioneerde o.a. als meisjesinternaat. Thans (1998) is het in gebruik als opleidingsinstituut.

Het complex historische buitenplaats Leyduin is gelegen tussen de eerste Leyweg in het noorden en de tweede Leyweg in het zuiden. Aan de westzijde begrenst de Vogelenzangseweg het complex, aan de oostzijde de spoorlijn. Ter plaatse vormt de buitenplaats een deel van een groter geheel van (voormalige) buitenplaatsen te weten Koekoeksduin, Vinkenduin en Woestduin. Op een grotere schaal is de buitenplaats onderdeel van de reeks buitenplaatsen in de binnenduinrand van Zuid Kennemerland.

Op de bij de beschrijving behorende kaart zijn de omgrenzing en de nummers van de onderdelen aangegeven.

Waardering van het complex

Het complex HISTORISCHE BUITENPLAATS LEYDUIN is van algemeen belang vanwege:

- zijn plaats in de reeks landgoederen ter plaatse en in de binnenduinrand van Zuid Kennemerland;

- historische waarden als oudste voorziening t.b.v. de drinkwaterwinning van Amsterdam;

- architectuur- en cultuurhistorische waarden;

- de beeldbepalende ligging van het hoofdhuis;

- de ensemble waarde van de ruimtelijk-functionele relatie van de onderdelen.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Historische aanleg Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
2e Leijweg 1 2114 BG Vogelenzang BY Ja
Types
Hoofdcategorie Subcategorie Beschrijving Notitie
Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
H 507 Bloemendaal
H 298 Bloemendaal
H 340 Bloemendaal
H 508 Bloemendaal
H 420 Bloemendaal
H 419 Bloemendaal
H 413 Bloemendaal
B 8136 Heemstede
Naar boven