Dennenburg, Driebergen-Rijsenburg
Onderdeel 8:
Omschrijving
MOESTUINMUUR MET MUURKAS. In rode baksteen opgetrokken moestuinmuur uit het laatste decennium van de 19de eeuw, die de circa 45 meter lange zijde van de moestuin aan de NW-zijde afsluit. De muur vertoont brede steunberen aan de achter (NW-)zijde en wordt afgesloten door een bakstenen rollaag. De muur sluit aan de NO-zijde aan bij de gevel van de tuinschuur. Even ten zuidwesten van deze schuur verhoogd de muur zich een stukje ter plaatse van de hier aanwezige MUURKAS uit de eerste kwart van de 19de eeuw. De kas is opgetrokken in rode baksteen op rechthoekige grondslag.
Waardering
De MOESTUINMUUR MET MUURKAS is in cultuurhistorisch opzicht van algemeen belang:
-vanwege de ouderdom;
-vanwege de gaafheid;
-vanwege de hoge ensemblewaarde.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
De geschiedenis van de buitenplaats Dennenburg gaat terug tot het jaar 1642 toen Pieter Uit den Boogaard enkele kavels grond van de Staten van Utrecht kocht, er een boerderij liet bouwen die omgracht werd en de naam Dennenburg kreeg. Op een nabij gelegen kavel bouwde hij in 1660 een eveneens omgrachte boerderij die de naam De Hoeve kreeg. De aanleg volgde de percelering van de twaalfde eeuwse opstrekkende ontginning vanaf de Langbroekerwetering als ontginningsbasis. Langs de zuidgrens van laatst genoemde kavel liep een schaapsdrift. De drift werd aan beide zijde met bomen beplant en fungeerde als oprijlaan die tot aan de huidige Hoofdstraat liep. In 1699 werd De Hoeve formeel bij Dennenburg gevoegd, waarna deze in 1728 werd afgebroken en vervangen door een landhuis.
Omschrijving
De hoofdstructuur van de BUITENPLAATS DENNENBURG bestaat uit drie compartimenten en stamt uit de tweede helft van de zeventiende eeuw, waarbij het middelste deel als boerenerf fungeerde. De boerderij werd in 1728 afgebroken en er verrees nagenoeg op dezelfde plek een landhuis, waaromheen een inmiddels verdwenen formele tuin werd aangelegd. De overige compartimenten werden ongemoeid gelaten en behielden hun weidefunctie. Opdrachtgever tot de bouw van het landhuis was Joseph Elias van der Meulen, heer van Maarssenbroek. Naast het landhuis werd een nieuwe boerderij gebouwd, waarbij de oude kruisvensters van de boerderij De Hoeve werden hergebruikt. In 1774 werd een deel van het naast gelegen landgoed Broekbergen aangekocht waarmee het totale bezit 130 hectare groot was geworden. De oprijlaan doorsneed nu het totale bezit. In 1745 werd in het zuidelijk deel een sterrenbos aangelegd, terwijl vóór het huis een formele, Frans-classicistische tuin werd aangelegd.
Na de Franse overheersing werd het landgoed in 1815 vernieuwd en kreeg voor een deel een aankleding in een landschappelijke stijl naar ontwerp van tuinarchitect Christiaan George Breitensteyn uit Zeist, leerling van J.D. Zocher sr. Vanaf het landhuis werd een rondwandeling langs de grenzen van het park ontworpen met op diversen plaatsen rust- en uitzichtpunten. In het zuidoostelijk deel werd een slingervijver gegraven, terwijl een aantal bestaande kavelsloten werden aangepast en in het ontwerp werd geïntegreerd. Breitensteyn liet de oprijlaan -die het bezit in twee gelijke helften verdeelde- ongemoeid, waardoor het landschapspark een meer besloten karakter heeft gekregen. Ook het sterrenbos bleef intact.
In de tweede helft van de negentiende eeuw werden grote delen van het bezit verkaveld en verkocht totdat het uiteindelijk tot 18 hectare was gereduceerd. In 1890 werd het oude landhuis afgebroken en vervangen door een nieuw huis. Ook werden een koetshuis, oranjerie en een aantal dienstwoningen op het terrein gebouwd.
In 1905 werd het nieuwe landhuis naar ontwerp van architect C.B. Posthumus Meyjes uitgebreid met een woonkeuken en werden tegen de voor- en achtergevel gietijzeren serres gezet. In deze periode werden ook enkele, niet nader bekende wijzigingen in het park doorgevoerd.
Na de Tweede Wereldoorlog ging de buitenplaats mede als gevolg van achterstallig onderhoud achteruit. De bomen, met name de beuken, hebben vooral door de verlaging van het grondwaterpeil te lijden gehad, waardoor het sterrenbos nauwelijks meer als zodanig te herkennen is. Ook de slingervijver en de kavelsloten in het noordelijk deel van het park zijn vrijwel geheel drooggevallen. De buitenplaats Dennenburg omvat de onderstaande complexonderdelen:
1. park met achttiende eeuwse formele aanleg en negentiende eeuwse landschappelijke parkaanleg
2. landhuis
3. twee paar hekpijlers
4. boerderij
5. koetshuis, paardenstal en koetsierswoning met aangebouwde wasplaats
6. oranjerie met kas
7. tuinschuur
8. moestuinmuur met muurkas
Op de bij de bescherming behorende kaart staan de complexonderdelen aangegeven.
Waardering
De buitenplaats Dennenburg is van cultuurhistorische waarde vanwege de rijke ontwikkelingsgeschiedenis, alsmede van architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een historisch gegroeid parkaanleg met elementen uit de formele en landschappelijke tuinstijl. Ook van ensemblewaarde als onderdeel van de Stichtse Lustwarande en van belang in relatie met het omringende gebied, waarbij met name de zichtas tussen de Engweg en Hogesteeg een historisch verbindend element vormt.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Bijgebouw | Kastelen, landhuizen en parken | Bijgebouwen kastelen enz. | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Engweg | 34 | – | 3972 JH | Driebergen-Rijsenburg | – | BY | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Kastelen, landhuizen en parken | Bijgebouwen kastelen enz. | Moestuinmuur met muurkas | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | C | 931 | – | Driebergen-Rijsenburg |
– | C | 91 | – | Driebergen-Rijsenburg |