Over Holland, Nieuwersluis

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Complexonderdeel 2

HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG BESTAANDE UIT PARK OM HET HOOFDGEBOUW LANDHUIS OVER HOLLAND EN OVERPARK.

De historische aanleg van de buitenplaats Over Holland bestaat vanouds uit een huispark en een overpark, van elkaar gescheiden door de Rijksstraatweg. Het huispark wordt begrensd door de buitenplaatsen Sterreschans (noordzijde) en Vijverhof (zuidzijde) en door de Vecht. Het overpark, dat aan de noordzijde begrensd wordt door het overpark van de buitenplaats Sterreschans, de Stadswetering die beide buitenplaatsen scheidt, behoort tot Over Holland, reikte oorspronkelijk tot voorbij het Merwedekanaal en wordt sinds de aanleg van het Amsterdam Rijnkanaal door dit kanaal aan de westzijde afgesloten. Aan de zuidzijde wordt het overpark afgesloten door een laan met doorzichten op de agrarische percelen ten zuiden en noorden hiervan. Het verbindend element tussen beide parkdelen vormt vanouds de met twee rijen laanbomen beplante zichtas in het overpark, geprojecteerd op het hart van het huis alsmede door de laan achter het zuidelijke toegangshek die loopt vanaf de Vecht en die zich aan de andere zijde van de Straatweg in het overpark voortzet. Deze situatie is als zodanig al zichtbaar op de Nieuwe kaart van Loenen door C.C. van Bloemswaerdt uit 1726. Deze kaart geeft aan dat de hele infrastructuur van rechte waterlopen van het huispark alsmede bijna de gehele indeling van de percelen van het overpark door een structuur van rechte waterlopen reeds toen al bestond. Ook de huidige gezichtsbepalende rechte lindenlaan, die het huispark naar de Rijksstraatweg afsluit en aan de zuidzijde van het huispark in een rechtlijn op de Vecht vertakt, bestond toen al. Door de verlandschappelijking van het park in de tweede helft van de 18de eeuw is de laan ter hoogte van de vijverpartij aan de westzijde van het huis deels gekapt. Zoals tegenwoordig bevonden de oorspronkelijk grotere nutstuinen zich ook al in 1726 langs de Rijksstraatweg in de zuidzijde van het overpark. Het over gebleven deel ligt ten zuiden van de as, die recht op het zuidelijke inrijhek van het huispark is geprojecteerd. Ook de boerderij met stal in de NW-hoek van het overpark was in 1726 al aanwezig. De boerderij vormde bij de verlandschappelijking van het park in de tweede helft van de 18de eeuw een belangrijk stoffage-object in het tot 'ferme ornée' getransformeerde overpark (als bij het overpark van Sterreschans). De boerderij heeft tot 1928 bestaan en is daarna afgebroken. Na de aankoop van de buitenplaats door Mr. Willem Straalman in 1755 vindt er een in samenhang met of na de verbouwing van het huis een algehele transformatie van het huispark in landschapsstijl plaats. De getransformeerde aanleg wordt beschreven door H. Numan in diens Vierentwintig printtekeningen met couleuren verbeeldende Hollandsche Buitenplaatzen met derzelver beschrijvingen uit 1797 Numan schrijft:"Daarenboven heeft zij (Over Holland) op haren eigen grond bijzondere aangenaamheden door dien derzelver Bezitter de Wel Edele geb. Heer Mr. Willem Straalman, Heere van Ruwiel en Proost van den Capittele St. Marie te Utrecht, &cr, &cr., wonende te Amsterdam, sedert den Jaare 1755 zeer veel aangewend om alles wat stijf en onbevallig voor het oog was, te veranderen in slingerende wandelingen en heuvelachtigen gronden vergezeld en doorsneden met verfrischende Beeken, en ruime waterkommen, welke door de Rivier de Vecht haaren toevoer verkijgen, als mede zeer lommerijke Rustplaatsen en Prieëlen, Vervallen Gebouwen en verdere afwisselingen die alle medewerken om dit buitenverblijf aangenamer te maken". Bij deze transformatie werd de voorheen formele vijverpartij ten westen van het huis tot een ruime door een parkweide omgeven ovaalvormige vijverpartij in landschapsstijl vergraven, waarbij de westgevel van de koepelzaal in het water kwam te staan. Een tweede slingervijver werd ten zuiden van het huis aangelegd. Met de vrijgekomen aarde werd het terrein van glooiingen voorzien, op het zuidtalud van de heuvel pal langs de tweede slingervijver werd een ruïne als stoffage object opgetrokken, waarvan het restant bewaard is gebleven. Ten zuiden van het terrein werden verschillende heuvelpartijen opgeworpen en werd dit deel van een parkbosachtige beplanting voorzien, doorsneden door slingerpaden. Het parkgedeelte rondom de vijver ten westen van het huis werd door aanplant van solitairen en enkele boomgroepen transparanter gehouden, waarschijnlijk ook in verband met het doorzicht vanuit het huis in het overpark. Ook de Chinese koepel aan de Vecht was toen al gebouwd. Dit blijkt uit de advertentie in de Oprechter Haerlemmer Courant uit juni 1799, evenals uit het veilingbiljet uit 1799 in het huisarchief van Over Holland, waarin de Chinese koepel expliciet wordt genoemd. Deze gehele vroeg-landschappelijke aanleg van het huispark is tot op heden bewaard gebleven. In de periode van Straalman werd het overpark door grondaankoop een stuk vergroot. Het overpark heeft altijd een sterk nutskarakter gehad met de al genoemde moestuin maar onder andere ook weilanden. Een deel hiervan is in de periode Straalman van landschappelijke elementen voorzien en oudere onderdelen zoals de gezichtslaan en de boerderij werden hierin opgenomen. In een perceel aansluitend aan de noordzijde van de nutstuinen werd op een rechthoekig door een rechte waterloop in tweeën gedeeld terrein, dat tot heden geheel door water wordt omgeven, in het noordelijke deel de nog bewaard gebleven ronde kom aangelegd. Oorspronkelijk maakte de kom deel uit van een tuinaanleg op dit perceel, die in 1828 nog bestond, want de bij het Kadastraal Minuutplan behorende Oorspronkelijke Aanwijzende Tafels uit dat jaar omschrijft dit perceel als "plaiziertuin tot vermaak". In de loop van de 20ste eeuw is het perceel door bomen overgroeid geraakt, want ook op de bonnekaart uit 1887-1916 had dit perceel met ronde kom nog een open karakter. Voor het overige onderging het overpark in de periode Straalman een verlandschappelijking, echter met behoud van de structuur van rechte waterlopen. Dit verlandschappelijkte deel strekt zich in een L-vorm uit langs de Straatweg en de noordzijde van het overpark. In de genoemde advertentie uit de Oprechter Haerlemmer Courant uit 1799 wordt deze overplaats als volgt omschreven: "Overplaats, waar op de capitaale moes- en broeithuinen, vaste kassen en kribben, wyders slingerbosschen. Laanen, boomgaarden, thuinmans wooning, schuuren, hooybergen, wagenhuis, en een appart koetshuis en stallinge voor 11 paarden. Laatstelijk diverse kampen extra wel toegemaakte hooy- en weilanden, groot 20 morgen". Deze tuinmanswoning, die tevens als boerderij dienst deed, bevond zich tot in het begin van de 20ste eeuw aan de NW-zijde van het overpark, pal ten noorden van het koetshuis en de paardenstal, op een erf aan de noordzijde van de zichtas, waar tevens een schuur en 3 hooibergen waren gesitueerd, zo blijkt uit het Kadastraal Minuutplan uit 1828. Ook de overige bebouwing op dit erf, waarvan de oorsprong terugging naar het begin van de 18de eeuw (kaart 1726 van Bloemswaerdt) of eerder, werd in de 20ste eeuw opgeruimd. De bij het minuutplan behorende Oorspronkelijke Aanwijzende Tafels bevestigt het samengaan van utilitaire en recreatieve kwaliteit van de aanleg van het overpark, zoals dat ook al in het begin van de 18de eeuw bestond, zij het nu meer in een verlandschappelijkte context: het merendeel van de beboste percelen en waterlopen werd in deze tijd aangeslagen als 'bos of plaizierbos tot vermaak' en 'water tot vermaak'. Hiermee had het overpark, net zoals het overpark van de aangrenzende buitenplaats Sterreschans, het karakter van een 'ferme orneé', een motief uit de vroege landschapsstijl, waarin de boerderij ook als stoffage-object in een verlandschappelijkte omgeving een ornamentele rol vertegenwoordigde en een verwijzing was naar het in de literatuur en schilderkunst uit die tijd geïdealiseerde pastorale leven. Slingerpaden en lanen boden hierin uitzicht op het omringende agrarische land, zoals de met eik aan weerszijden beplante slingerlaan, die ongeveer in het midden van het overpark ontspringt en in zuidwestelijke richting voert en uitzicht biedt op de ook toen al open weilanden aan de noord- en zuidzijde. In 1928 werd de buitenplaats Over Holland verkocht aan de Stichting Het Utrechts Landschap, die het overpark als openbaar wandelpark openstelde. In de loop van de tijd zijn vrijwel alle bruggen vervangen door dammen zodat het karakter van percelen als eiland omgeven door water minder duidelijk is. Door opschot is de oorspronkelijk verfijndere detaillering met paden overwoekerd.

Waardering

De HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG BESTAANDE UIT PARK OM HET HOOFDGEBOUW LANDHUIS OVER HOLLAND EN OVERPARK is van algemeen belang

- vanwege de cultuurhistorische waarde als gaaf bewaarde historische tuin- en parkaanleg uit de 17de- en 18de- eeuw als uiting van een sociaal-economische en recreatieve ontwikkeling en traditie uit de 17de en 18de eeuw, waarbij vermogende particulieren uit oogpunt van exploitatie en vermaak de gronden aan weerszijden van de Vecht tot buitenplaatsen-landschap hebben ontgonnen.

- vanwege de architectuurhistorische waarde in het bijzonder de tuinhistorische waarde als gaaf voorbeeld van een 18de-eeuws huispark en overpark in vroege landschapsstijl met nog herkenbare onderdelen in formele stijl en als voorbeeld van een overpark als uitdrukking van een 'ferme ornée;

- vanwege de zeldzaamheids- en schoonheidswaarde; - de zeer hoge beeldbepalende en ensemblewaarden.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
531227
Complexnaam
Over Holland
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

OMSCHRIJVING COMPLEX.

Aan de westoever van de rivier de Vecht tussen de Vecht en het Amsterdam Rijnkanaal gelegen complex bestaande uit de volgende onderdelen:

HOOFDGEBOUW LANDHUIS OVER HOLLAND (1); HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG BESTAANDE UIT PARK OM HET HOOFDGEBOUW LANDHUIS OVER HOLLAND EN OVERPARK (2); ORANJERIE (3); CHINESE KOEPEL (4); TWEE INRIJHEKKEN LANGS DE RIJKSSTRAATWEG (5); AANLEGSTEIGER, TERRAS EN TERRASHEK OP KADEMUUR ACHTER HET HOOFDGEBOUW (6); TERRAS EN TERRASHEK BIJ DE KOEPEL (7); SCHUUR MET MOESTUINMUUR IN HET OVERPARK (8).

Het complex werd in 1707 door Matheus Chitty, koopman te Amsterdam en eigenaar van 37 morgen land met een boerenhuis, genaamd Over Holland, bij Nieuwersluis gesticht door op deze plaats een vierkant stenen huis te bouwen van vijf venstertraveeën breed en van twee bouwlagen op souterrain (dit laatste is enigszins twijfelachtig daar het vaststaat dat het huis later is opgevijzeld om een onderhuis te creëren of om het bestaande te verhogen, onder meer vanwege de alsmaar overstromende Vecht). Dit geheel werd gedekt door een schilddak met zakgoten als een Amsterdams grachtenhuis. De voorzijde van het huis was naar de Vecht gericht. Aangenomen kan worden dat min of meer gelijktijdig met de bouw van het landhuis of kort hierna ook de oranjerie werd gebouwd. Een aanleg van het park en overpark werd gerealiseerd en aan de Vecht werd de koepel opgetrokken. Zij het toen nog een koepel bestaande uit twee verdiepingen. Huis en koepel staan afgebeeld in De Zegenpraalende Vecht door Stoopendael uit 1719 en de aanleg is zichtbaar op de Nieuwe kaart van Loenen door C.C. van Bloemswaerdt uit 1726. Laatstgenoemde kaart geeft aan dat de huidige infrastructuur van rechte waterlopen van het huispark alsmede bijna de gehele indeling van de percelen van het overpark door een structuur van rechte waterlopen reeds toen al bestond. Ook de huidige rechte gezichtsbepalende lindenlaan, die het huispark naar de Rijksstraatweg afsluit en aan de zuidzijde van het huispark in een rechtlijn op de Vecht vertakt, bestond toen reeds. Bij de verlandschappelijking van het park in de tweede helft van de 18de eeuw is deze laan ter hoogte van de vijverpartij aan de westzijde van het huis deels gekapt. Ook de huidige verbinding tussen het vanouds door de Rijksstraatweg gescheiden huis- en overpark, door middel van een zichtas vormgegeven als een driedubbele laan met twee rijen bomen, was toen al aanwezig. Het huis werd tussen 1732 en 1755, toen de buitenplaats in bezit was van de zijdehandelaar Jan van Mekeren en zijn echtgenote Margaretha Rutgers, aan weerszijden voorzien van een rechthoekige één-venstertravee diepe en twee venstertraveeën brede vleugel onder schilddak. Deze eigenaar liet twee toegangshekken met een zeer rijk gesmede kuif aan de Straatweg en voorts twee zeer rijk in smeedijzer uitgevoerd hekwerken langs de Vecht plaatsen. Eén hek op spiegelboogvormige grondslag staat op de hoofdas van het huis aan de Vecht en het andere hek langs het terras van de koepel, met in het laatstgenoemde hek in het hart hun beider initialen in spiegelbeeld. Mogelijkerwijs was hij ook degene die het huis van een souterrain voorzag danwel het reeds bestaande souterrain liet opvijzelen met een hoogte van anderhalf à twee meter. In ieder geval vertonen de zijaanbouwen deze verhoging niet. Zij komen overeen met de nieuwe hoogte van het oude huis. Hoofdgebouw en park ondergingen een grote transformatie na 1755 toen de buitenplaats in bezit was van Mr. Willem Straalman. Het huis werd aan de achter(west-)zijde uitgebreid door een diepe rechthoekige aanbouw waarin een twee bouwlagen hoge koepelzaal. Het ongemeen rijke snijwerk van de vensteromlijsting van het centrale venster met bordes aan de achterzijde van de koepelzaal, de eveneens ongemeen rijke koof als gevelbeëindiging aan de achterzijde en de klokkentoren (met luidklok uit 1704) dateren tevens uit deze tijd. De koepelzaal, die tot één der gaafst bewaarde zalen in het land behoort, bevat een ensemble van zeven hoge, geschilderde behangsels in lijstwerk in een samenhangend beeldprogramma. Na de aankoop van de buitenplaats door Mr. Willem Straalman in 1755 vindt er tegelijkertijd met of kort na de verbouwing van het huis een algehele transformatie van het huispark in landschapsstijl plaats. De getransformeerde aanleg wordt beschreven door H. Numan in diens 'Vierentwintig printtekeningen met couleuren verbeeldende Hollandsche Buitenplaatzen met derzelver beschrijvingen uit 1797'. Bij deze transformatie werd de voorheen formele vijverpartij ten westen van het huis tot een ruime door een parkweide omgeven ovaalvormige vijverpartij in landschapsstijl vergraven. Hierbij kwam de westgevel van de koepelzaal in het water te staan. Tevens werd een slingervijver ten zuiden van het huis aangelegd. Met de uitgekomen aarde werd het gebied van glooiingen voorzien, ten zuiden van het terrein werden verschillende heuvelpartijen opgeworpen en werd een parkbosachtige beplanting aangebracht, doorsneden door slingerpaden. Het parkgedeelte rondom de vijver ten westen van het huis werd door aanplant van solitairen en enkele boomgroepen transparanter gehouden, waarschijnlijk ook in verband met het doorzicht vanuit het huis in het overpark. Op de heuvel pal ten zuiden van de slingervijver werd een ruïne gebouwd. Ook de Chinese koepel aan de Vecht was er toen al. Dit blijkt uit de advertentie in de Oprechter Haerlemmer Courant uit juni 1799 alsmede uit het veilingbiljet van datzelfde jaar in het huisarchief van Over Holland, waarin de Chinese koepel expliciet wordt genoemd. Deze gehele vroeg-landschappelijke aanleg van het huispark is tot op heden bewaard gebleven. In de periode van en na Straalman werd het overpark door grondaankoop een stuk vergroot. Voor het overige onderging het overpark in de periode Straalman een verlandschappelijking echter met behoud van de structuur van rechte waterlopen en het deels utilitaire karakter met even ten noorden van de hoofdas de boerderij. Hiermee kreeg het overpark, net zoals het overpark van de aangrenzende buitenplaats Sterreschans, het karakter van een 'ferme orneé', een motief uit de vroege landschapsstijl, waarin de boerderij ook als stoffage-object in een verlandschappelijkte omgeving een ornamentele rol vertegenwoordigde. De landschappelijke elementen werden in een L-vormige strook langs de Straatweg en de noordzijde van het overpark aangebracht. Onder andere een ronde kom, een slingerlaan en een patroon van kleine eilandjes. Door de latere aanleg van de spoorlijn Amsterdam-Utrecht en de Keulsevaart/Merwedekanaal is het overpark tot zijn huidige omvang teruggebracht. In 1928 werd de buitenplaats Over Holland door de toenmalige eigenaar de familie Doude van Troostwijk verkocht aan de Stichting Het Utrechts Landschap, die de overplaats als openbaar wandelpark openstelde. Deze stichting gaf de voorplaats in 1980 in erfpacht uit aan J.C. Braun, die op 25 november 1985 de opstallen van de voorplaats van Het Utrechts Landschap kocht om vervolgens de restauratie van de opstallen en het voorpark ter hand te nemen. Van de oudere bebouwing zijn de boerderij en dienstgebouwen in het overpark in de 20ste eeuw gesloopt. In het overpark zijn op één na alle bruggen verwijderd en de eilandstructuur is door de aanleg van dammen minder duidelijk geworden. Ook andere parkornamenten zoals een theekoepel en het toegangshek zijn verdwenen. De ruïne bij de slingervijver is gesloopt; de restanten daarvan liggen bij de moestuin in het overpark. De omgrenzing van het complex alsmede de onderdelen waaruit het complex is opgebouwd zijn aangegeven op de bij de bescherming behorende kaart.

Waardering

Het COMPLEX HISTORISCHE BUITENPLAATS OVER HOLLAND is van algemeen belang

-vanwege de cultuurhistorische waarde als gaaf bewaarde uiting van een sociaal-economische en recreatieve ontwikkeling en traditie uit de 17de en 18de eeuw, waarbij vermogende particulieren uit oogpunt van exploitatie en vermaak de gronden aan weerszijden van de Vecht tot buitenplaatsen-landschap hebben ontgonnen.

- vanwege architectuurhistorische waarde als zeer gaaf voorbeeld van een monumentaal landhuis van de Vecht, dat na de bouwcampagne uit het eind van de 17de eeuw en twee uitbreidingen omstreeks het midden van de 18de eeuw erna in- en uitwendig zo goed als ongemoeid is gelaten;

- vanwege de gaafheid, zeldzaamheids- en schoonheidswaarde van de koepelzaal in haar samenhangende architectuur met geschilderde behangsels in een iconografisch programma als integraal onderdeel;

- vanwege de zeer hoge beeldbepalende en schoonheidswaarde van het huis met in de vijver geplaatste gevel met lijstwerk, koof en klokkentoren in rijke Lodewijk XV-stijl gezien vanaf de Straatweg;

- vanwege de gaafheid van het 18de-eeuws park en overpark in vroege landschapsstijl en de zeldzaamheidswaarde hiervan;

- vanwege de aanwezigheid van de gaaf bewaarde 18de-eeuwse Chinese koepel en de hoge zeldzaamheidswaarde hiervan;

- vanwege de zeer hoge kwaliteit van het 18de-eeuwse siersmeedwerk van de twee toegangshekken aan de Straatweg en van de Vechthekken;

- vanwege de ensemblewaarde als één binnen de reeks buitenplaatsen langs de Vecht.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Historische aanleg Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Rijksstraatweg 14 3631 AC Nieuwersluis BY Ja
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
C 892 Loenen
C 241 Loenen
C 891 Loenen
C 896 Loenen
C 795 Loenen
C 797 Loenen
Naar boven