Stadstimmerwerf. Pand bestaande uit een voorgebouw en twee, aan de achterzijde loodrecht hierop aansluitende en tegen topgevels met vlechtingen eindigende vleugels. De zeven traveeën brede voorgevel met lisenen op de hoeken heeft aan weerszijden van de middelste drie traveeen een risalerende ingangstravee voorzien van een kroonlijst met consoles welke zich langs de voor- en zijgevels voortzet met uitzondering van de middelste drie traveeen van de voorgevel. Boven de verdieping een attiek met een gootlijst welke boven de beide ingangen boogvormig is verhoogd, datering 1726 in het linker boogveld. De vijf traveeen lange zijgevels hebben een risalerende middentravee. Vensters met roedenverdeling.