TUINMANSHUIS. Witgepleisterde dienstwoning uit ca. 1800-1810 op rechthoekige grondslag en grijze gepleisterde plint, onder een met riet gedekt schilddak waarvan de schilden aan de korte zijden inzalen. In het midden van de nok een schoorsteen op vierkante grondslag.

KOETSHUIS. Omstreeks 1810 gebouwd, witgepleisterd koetshuis (thans gedeeltelijk in gebruik als woonhuis) gelegen ten zuiden van de halfronde oprijlaan naar het landhuis.

RONDE KAS. Laat 19de-eeuwse kas op rechthoekige grondslag en bakstenen borstwering met natuurstenen beëindiging. De kas wordt gedekt door een schildak met uitzalende schilden die in zijgevels overgaan.

ZES KWEEKBAKKEN. Zes, in de moestuin gelegen, bakstenen kweekbakken, oorspronkelijk gepleisterd, op rechthoekige grondslag. De vier oostelijke bakken, vroeg 19de-eeuws, worden in vier segmenten gedeeld door bakstenen muurtjes en zijn voorzien van oplegramen. De twee westelijke bakken uit ca.

TUINSCHUUR. Ten noorden van de moestuin gelegen tuinschuur uit ca. 1800 met originele balkconstructie, op rechthoekige grondslag en bakstenen plint, onder een met rood-grijze pannen gedekt zadeldak. De gevels zijn horizontaal betimmerd.

IJSKELDER. In het noorden van de parkaanleg gelegen, met aarde overdekte grote bakstenen ijskelder, ca. 1800. De kelder heeft een koepelgewelf met een diameter van ongeveer 6 meter.

PRIEELTJE. Houten prieeltje, vermoedelijk kort na 1922 gebouwd, in chaletstijl op rechthoekige grondslag met een 6-zijdige afsluiting aan de achterzijde. Het prieel wordt gedekt onder een samengesteld zadeldak met overstek dat gedragen wordt door geschulpte consoles.