Boerderij van een meer geevolueerd type, zodat het zadeldak van het voorhuis in het verlengde van de nok van de schuur loopt. Ingang in de binnenhoek van het voorhuis. Zesruitsvensters op ongelijke hoogte in zij- en voor- gevel. Nokankers 186.

Boerderij van het Westerwoldse type; in het voorhuis lage zoldervensters, ook boven in de schuurgevel, die daarboven met houten schotwerk is gedicht. Gebogen strek boven de inrit. Bakhuis naast de schuur. Aan de buitenzijde van het voorhuis kelder.

Grote BOERDERIJ van het Oldambtster type. Omlijste ingang in het midden; ter weerszijden daarvan tweemaal twee zesruitsvensters; ook in de zijgevels zesruitsvensters; daarboven lage zaadzoldervensters en topgevel waarin topanker 1817.

Boerderij van het Westerwoldse type met vrijwel gesloten voorgevel van het woonhuis waarvan de ingang in de voorgevel van de schuur staat, naast de inrit. De schuurgevel bestaat in de top uit houten beschot. Sieranker in de top van de woonhuisgevel.

Grote BOERDERIJ van het Westerwoldse type. Ingang in de zijgevel tegen de schuurgevel. Boven de zesruitsvensters lage zaadzoldervensters. Aan de buitenzijde dieper doorlopend dak, waaronder opkamertje.

Inleiding

Goed bewaard groot exemplaar van het Westerwoldse type met lang voorhuis en ingang in de voorgevel van de schuur. Geen zoldervenster. Achterste gedeelte van het voorhuis onderkelderd. Alle vensters met kleine roedeverdeling. Topgevel van de schuur van hout beschot.

Grote boerderij van het Westerwoldse type. Vier vensters diep voorhuis met lage zoldervensters; voorgevel gesloten. Schuurtopgevel gemetseld.