Boerderij met opkamer. Fraai dwarshuistype zonder gevel 17e eeuw.

TUINMUREN VAN DE KWEKERIJ genaamd "de Leidse tuin". Bakstenen muren met steunberen (3e of 4e kwart 19e eeuw).

HEK IN NOORDELIJKE TUINMUUR VAN DE KWEKERIJ genaamd "de Leidse tuin". IJzeren hek tussen bakstenen pijlers (3e of 4e kwart 19e eeuw).

BOTENHUIS aan de oostelijke ringsloot. Brede, met pannen gedekte kap, rustend op bakstenen (ten dele in beton vernieuwde) poeren. Voor- en achterzijde afgesloten door planken schotten (19e eeuw).

BRUG OVER RINGSLOOT NABIJ JAGERSHUIS. Bakstenen boogbrug met natuurstenen afdekplaten en ijzeren balusterleuningen. Boven de boogkruinen aan beide zijden stenen met het wapen van Duivenvoorde. Aansluitende bakstenen keermuren. Overblijfsel uit de formele aanleg (1e kwart 18e eeuw).

OOSTER HEK VAN DE VOORMALIGE MOESTUIN. Vierkante bakstenen pijlers met inspringende hoeken en natuurstenen dekplaten. Smalle vaste ijzeren hekvleugels tegen de pijlers en draaiende grote hekvleugels, aan de vaste gehangen, alle met spijlen (18e eeuw).

STAL-KOETSHUIS. Bakstenen pand onder schilddak (18e eeuw, maar bij de restauratie in 1963 sterk gewijzigd). Deur- en vensteropeningen en dakkapel in huidige vorm en plaats daterend van de restauratie.

ACHTERMUUR VAN EEN VOORMALIGE KAS op het erf van de tuinmanswoning. Bakstenen muur, in de kop voorzien van een stichtingssteen met het opschrift C.M.S. (= Cornelia Maria Steengracht) 1842.

TUINMANSWONING. Langgerekt huis onder zadeldak met een wolfeind, met westelijke aanbouw (18e eeuw, gewijzigd 19e eeuw en, vooral wat betreft de aanbouw, bij de restauratie van 1958/63).

BIJGEBOUWEN TEN OOSTEN VAN TUINMANSWONING. Gebouwencomplex (19e eeuw of ouder) van onregelmatige samenstelling.