Bijna nul op de meter in gemeentelijk monument van 1963
Een woning in de stijl van Gerrit Rietveld bezichtigen? Achter in de rij aansluiten alstublieft. De moed zonk Pim in de schoenen. Tót hij een aantal weken later nummer twee in de rij was; op één na, waren de andere gegadigden afgehaakt, omdat het een monument was. Door de monumentale status lieten Pim en zijn vrouw zich niet weerhouden. Ze deelden hun restauratie- en verduurzamingsplan met de verkoper en deden een bod. Sinds eind 2018 wonen ze er, samen met hun twee dochters van vier en acht jaar.
Het huis is een tijdcapsule; alles is nog in jarenzestigstijl. Het is ontworpen door een leerling van de beroemde architect Gerrit Rietveld: veel glazen wanden, een knalblauwe keuken, rode deuren, een stalen spiltrap, een openhaard met granieten blad, veel schuifdeuren en een 1,5 meter breed doorgeefluik tussen de keuken en de eetkamer
Behouden
‘Sla de keuken eruit en zet er een moderne keuken in’, zei de makelaar tegen het stel. ‘Nou nee, wij zijn van de kringloopmeubelen en duurzaamheid; wij willen dingen behouden’, zegt Pim. ‘De vorige eigenaar heeft gemeente Wageningen gevraagd om de woning de monumentale status te geven. Dat is niet voor niets. En mijn vrouw is tekstschrijver, met interieur als specialisatie. Wij vinden het juist gaaf om het monument in ere te herstellen. De keuken bijvoorbeeld, was in het verleden grijs geschilderd. Wij hebben die weer knalblauw gemaakt. Aan de hand van het fotoboek ‘Weelde van de Eenvoud’ van Arjan Bronkhorst over de architectuur van Gerrit Rietveld én de gemeentelijke beschrijving waarin staat wat de monumentale elementen zijn, hebben we het huis gerestaureerd en ingericht.’
De energierekening bedroeg vier- tot vijfhonderd euro in de maand
Even binnenkijken
Energiekosten
De grootste uitdaging waren de stookkosten. ‘De energierekening bedroeg vier- tot vijfhonderd euro in de maand’, zegt Pim met een grimas. ‘Dat wisten we van tevoren; het stond in de overdracht. Voor ons was direct duidelijk dat we daar verandering in wilden brengen.’
Het stel verduurzaamde de woning op alle mogelijke manieren: milieuvriendelijke icynene ‘pur’ onder de vloer in de kruipruimte, vloerverwarming, triple glas, zonnepanelen, isolatie tegen de binnenwanden en op het dak, ventilatie met een warmteterugwinsysteem en een warmtepomp.
‘We zijn van het gas af en hebben bijna ‘nul op de meter’. We verbruiken zo’n zeven- à achtduizend kilowattuur electra per jaar en de panelen leveren zo’n zesduizend op. Dat ons huishouden nog niet energieneutraal is, komt mede doordat het een monument is’, legt Pim uit. ‘We hebben geluk dat er op verzoek van de oorspronkelijke eigenaar en bewoner dikke houten kozijnen in de woning zijn gezet – Rietveld ontwierp normaliter met smalle stalen kozijnen – waardoor er drie lagen glas in passen. Anderzijds vormen die houten kozijnen zelf een koudebrug waardoor er kou binnenkomt. De bakstenen muur is aan de buitenkant voorzien van glazuur. Daardoor kunnen we de spouwmuur niet isoleren, want als er vocht in wordt vastgehouden, spat het glazuur kapot.’
De oplossing daarvoor was de wanden binnenin het huis isoleren. Daarvoor is gezocht naar relatief dunne isolatie, met en hoge rc-waarde. ‘Die vonden we in 5 centimeter dikke vacuüm-isolatiepanelen met een rc-waarde van 6. Die hebben we afgewerkt met gips. Het geheel is net niet zo dik dat het op de aangrenzende muren over de ramen heen steekt; hier en daar is alleen een kozijn uit het zicht.’
Warmtepomp
Het pronkstuk van de verduurzaming is de warmtepomp met grondboring. ‘We hebben twee lussen die tot 110 meter diepte de grond in zijn gegaan. Het water dat er doorheen loopt, haalt warmte uit de grond. Dat is een graad of 10, dus wij hoeven nog maar te verwarmen van 10 naar 30 graden’, legt Pim uit. ‘De warmtepomp is aangesloten op onze vloerverwarming.’
De warmtepomp functioneert ’s zomers als een airconditioning. ‘We kunnen er ook mee koelen. In de zomer laten we koud water door de leidingen in de vloeren stromen.’
De innovatieve warmtepomp besloeg een flink deel van het budget. ‘De grondboring kost zo’n 10.000 euro’, zegt Pim. Toch heeft hij niet lang getwijfeld over het treffen van deze duurzaamheidsmaatregel. ‘We zijn van plan hier altijd te blijven wonen. Het huis was zestig jaar toen wij hier kwamen en wij blijven er nog eens zestig jaar zitten, verwachten we. Nou, in die tijd verdienen we het wel terug. Al verwacht ik met de huidige energieprijzen dat we het in minder dan twintig jaar terugverdienen.’
De balansventilatie met warmteterugwinsysteem maakt het duurzame huis compleet. ‘De verse lucht die van buiten naar binnen gaat, wordt verwarmd met de warmte van de lucht die van binnen naar buiten gaat.’
Een rondje rond het huis
Vergunning snel rond
De verduurzaming en restauratie die Pim voor het monument in gedachten had, konden op goedkeuring van gemeente Wageningen rekenen. En vlot ook. ‘We hebben ons verhaal gehouden bij de welstandscommissie. Die had direct door dat we de maatregelen met respect voor het monument zouden treffen. Binnen twee maanden was onze vergunning rond.’
Tips van Pim
- ‘Ga na of het een rijks- of gemeentelijk monument is. Rijksmonumenten hebben vaak goede subsidiemogelijkheden en sommige gemeenten bieden ook subsidies voor gemeentelijke monumenten.’
- ‘Vraag de monumentomschrijving op. Daarin staat vaak waarom het gebouw de monumentale status heeft.’
- ‘Neem een post ‘onvoorzien’ op in je begroting, want restaureren en verduurzamen kost altijd meer dan je denkt. Met een marge van tien procent kom je een heel eind. Bij ons vroegen de vergunningsleges en de bouwtekeningen voor de vergunningsaanvraag om extra budget.’