Verduurzamen rijksmonumentale boerenhoeve Groot Hell: Alles begint bij goed onderhoud
Ton Hoogstraat (rechts op de foto) en Yvonne Kanon willen de rijksmonumentale boerenhoeve Groot Hell in Putten restaureren, verduurzamen en als bedrijf goed laten functioneren. Ga er maar aanstaan! Monumenten.nl ging met Ton en bouwfysicus Marc Stappers van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) aan de keukentafel zitten voor een goed gesprek. Over isoleren, ventileren, verwarmen en ingewikkelde keuzes.
Boerenhoeve Groot Hell is deel van een groter landgoed: de barones is juridisch eigenaar en Ton Hoogstraat is via een erfpachtconstructie economisch eigenaar. ‘Begin 2018 ging ik in gesprek met de rentmeester over mijn verduurzamingsplannen. Hij stelde voor om er een specialist bij te halen, die zou kunnen helpen bij de planvorming. Je moet je plannen helemaal doorgedacht hebben, voor je een goede subsidieaanvraag kan indienen. Vanaf dat moment heb ik Jos van der Zande betrokken bij alle plannen. Jos werkte voorheen bij de provincie Gelderland op het gebied van behoud van landgoederen en subsidieverlening. En nu werkt hij zelfstandig.’
Bewaren en als bedrijf laten functioneren
Ton en Yvonne hadden van het begin af aan een helder idee voor de hoeve: ‘Wij willen Groot Hell als boerenhoeve bewaren én het als bedrijf goed laten functioneren. En we willen hier comfortabel kunnen wonen. Wij zijn meteen begonnen met een paardenpension, daarnaast willen we gasten ontvangen in de schaapskooi. Wij vinden het onze maatschappelijke plicht dat veel mensen van dit erfgoed kunnen genieten. Daarom doen we mee met Open Monumentendag en gaan we in de toekomst eens per maand een thee-concert organiseren op de deel. Iedereen moet hiernaartoe kunnen komen, dus zorgen we ervoor dat het geheel rolstoeltoegankelijk is en dat er een gehandicaptentoilet is.’
CO2 neutraal is de ambitie
In de toekomst wil Ton dat Groot Hell CO2 neutraal kan bestaan. ‘Ik heb van het begin af aan gedacht aan een biomassacentrale, die we zouden kunnen stoken met hout van het landgoed. Deze centrale zou dan kunnen functioneren als een soort stadsverwarming op het landgoed: de boerderij en de bijgebouwen kunnen zo verwarmd worden. Maar ik droom ook nog over het plaatsen van windmolens, daar kan ik er twee van plaatsen voor de prijs van een biomassacentrale. Ik zou die windmolens kunnen koppelen aan een waterstofcentrale. Maar welke oplossing we ook kiezen: we zijn hier afhankelijk van de toestemming van de barones. Zij houdt de ontwikkelingen nauwgezet bij en wil bijvoorbeeld niet meewerken aan het plaatsen van zonnecollectoren, zolang de afbraak ervan in de afvalfase niet goed geregeld is.’
Groot Hell buiten
Je moet je plannen helemaal doorgedacht hebben, voor je een goede subsidieaanvraag kan indienen
Tien ingenieursbureaus aan de slag voor subsidie
De eerste stap van Ton was een begeleider zoeken die hem zou kunnen helpen bij het indienen van subsidieaanvragen. Dat werd Jos van der Zande. Vervolgens benaderde hij verschillende adviseurs. Ton: ‘Ik heb tien ingenieursbureaus over de vloer gehad, die allemaal input hebben geleverd voor het restauratieplan en een goed onderbouwde subsidieaanvraag. Zij hebben gekeken naar het pand, de constructie, de historische waarden en de mogelijkheden voor verduurzaming. Al die adviezen en onderzoeken zijn noodzakelijk om de subsidie rond te krijgen. Je moet je als eigenaar aan adviseurs durven overgeven. Voor mij is het belangrijk dat ik de adviezen begrijp en dat ik de adviseurs vertrouw.’
Energie en verwarming is een puzzel
Het is, ook na al die adviezen, nog steeds puzzelen voor Ton wat qua energieopwekking en verwarming nu slim is om te doen. Ton: ‘De techniek schrijdt voort, de inzichten veranderen bijna continu en het is lastig bij te sturen nu de subsidie al toegekend is. Je merkt dat de ene keuze gevolgen heeft voor allerlei andere keuzes die je maakt. Als je bijvoorbeeld kiest voor een warmtepomp, dan moet je ook kiezen voor laagtemperatuurverwarming. En als je kiest voor laagtemperatuurverwarming, dan moet je iets doen met je thermische schil. Vervolgens moet onze keuze ook nog eens de goedkeuring weg kunnen dragen van de landgoedeigenaar. We hebben nu voor de schaapskooi gekozen voor een gasketel, die straks ook geschikt is voor waterstof. De schaapskooi pakken we nu als eerste aan: dat wordt op termijn een zomerhuis, maar wij gaan er eerst zelf wonen.’
Aan de buitenkant beginnen
Marc Stappers van de Rijksdienst is inmiddels aangeschoven bij het gesprek. Hij is bouwfysicus en gespecialiseerd in warmte- en vochttransport in historische constructies. Marc: ‘De keuzes voor verwarming en energieopwekking kan je niet los zien van de keuzes die je maakt op het gebied van isoleren en ventileren. Zorg dat je voorkomt dat damp in de constructie tot vocht wordt. Maar het belangrijkst is dat je je pand goed onderhoudt en dat je zorgt voor afvoer van het water dat van buitenaf komt. Maatregelen aan de binnenzijde hebben pas zin als je de buitenkant op orde hebt.’ Ton reageert: ‘Dat is precies waar ik mee begonnen ben. Ik heb langs de buitenmuren grindbakken en drainage aangelegd. De buitenmuren waren aangetast door opspattend water. Die grindbakken laten nu al hun effect zien. En bijvoorbeeld de snijvoeg die hier van oorsprong zat, was er ook op gericht om het water van de muren af te drijven. Die voegen moeten dus ook hoognodig terugkomen.’
Groot Hell binnen
Vochtbronnen opsporen
Een volgende stap is het identificeren van vochtbronnen en het oplossen van de problemen die daar het gevolg van zijn. Marc licht toe: ‘Je ziet in de woonkamer bijvoorbeeld dat de wand vochtig is. Als je hier gaat verwarmen, wordt de lucht vochtiger. Die vochtige lucht verdwijnt naar de, koudere, keuken waar je inmiddels zwarte spikkels op de muur ziet. Het is de uitdaging om een optimale situatie te creëren.’ Ton beaamt: ‘We gaan verschillende opties naast elkaar leggen. Iedere optie heeft voor- en nadelen en die moeten we gaan wegen. Uiteindelijk moet daar een pragmatische oplossing uitkomen. Daarbij kijken we naar het volume, de bouwkundige eisen, het isolerend effect, de kosten en natuurlijk het gebruik. Je moet steeds de voordelen van een oplossing afwegen tegen de bijwerkingen ervan.’
Capillair actief isolatiemateriaal
De aanpak van de isolatie van de gevel wordt pas gedurende het bouwproces concreet. Marc: ‘Ik voel aarzeling bij een dampopen isolatielaag. Dampopen isoleren kan een risico vormen. Het vocht uit de binnenruimte kan condenseren op het buitenblad en tot schade leiden. Een mogelijke oplossing bij gevels die meer vocht belast zijn, is te kiezen voor capillair actief isolatiemateriaal. Dat materiaal kan vocht opnemen en ook weer afstaan. De isolatiewaarde van dit relatief nieuwe materiaal is echter wel 50% minder dan die van traditionele materialen.’
Koudebruggen in je pand
Balkkoppen in historische panden zijn notoire koudebruggen. Marc: ‘De balkkoppen vormen de verbinding met buiten en zijn daarmee een koudebrug. Soms wordt ervoor gekozen om de balkkoppen 30 centimeter vrij van isolatie te houden. Mocht je per se willen aansluiten op de balkkoppen, dan is het zaak om dat luchtdicht/dampdicht te doen.’ Over dit onderwerp is het laatste woord nog lang niet gezegd. Marc: ‘Met name de KU Leuven doet veel onderzoek, onder andere naar na-isolatie en balkkoppen. Samen met de TU Delft en de Rijksdienst wordt dat onderzoek uitgebreid naar de praktijk. Daarvoor zijn we ook steeds op zoek naar voorbeelden in de praktijk, die we voor en na kunnen monitoren. We meten dan wat er voor en na een ingreep gebeurt met temperatuur en vochtigheid. Die cijfers uit de praktijk dragen bij aan betere modelvorming, waardoor we steeds beter kunnen voorspellen wat een maatregel voor gevolgen gaat hebben in een pand.’ Kan Groot Hell wellicht zo’n project zijn waarvan te leren valt? Ton: ‘Laten we maar een plan maken! Ik vind alles best, als het maar niet vertraagt!’
Schilderwerk en vochtproblemen
Een volgende uitdaging vormen de dagkanten van vensters en (stal)deuren. Op Groot Hell is duidelijk te zien dat deze plekken ook flink te lijden hebben onder vochtproblemen. Marc: ‘Ook hier is goed onderhoud het belangrijkst. Het is belangrijk om het vochtprobleem op te lossen, dit zijn nu eenmaal kwetsbare plekken. Door goed schilderwerk zorg je er wel voor dat het vocht minder grip krijgt op het hout. Je beperkt dus de schadelijke gevolgen van het vocht. Daarbij geldt dat het schilderwerk binnen van hogere kwaliteit moet zijn, dan het schilderwerk buiten. Het moet veel dampdichter zijn. Dit is vooral bij het toepassen van beter isolerend glas. Hoe beter het vensterglas isoleert, hoe eerder vocht op het hout van de kozijnen zal condenseren.’
Schroefdak isoleren: niet te dik
Ondertussen staat Ton voor de keuze van de aannemer. Want hoewel nog lang niet alles tot in detail vastligt, is er wel subsidie toegekend en kan er binnenkort echt gewerkt worden. Ton: ‘Wij hebben de aannemers in deze offertefase niet het hele project voorgelegd, maar kernpunten uit ons bestek gehaald. Voor de winter wil ik het dak vernieuwd hebben.’ Het dak is inderdaad hard aan onderhoud toe. En ook hier moeten keuzes gemaakt worden met betrekking tot de isolatie. Ton: ‘Hier brengen we van binnenuit een dampdichte isolerende laag aan. Tussen het rieten dak en deze laag is een luchtspouw, die schimmelvorming moet voorkomen.’ Het aanbrengen van extra lagen, kan maken dat het aanzicht van de boerderij verandert. Ton: ‘De gemeente wil detailtekeningen, want het dak mag niet te dik worden. Dan toont het anders, bijvoorbeeld ten opzichte van de windveren. Als we de isolatie 100% goed zouden willen doen, dan zouden we op een te dik dak uitkomen. Dus ook hier werken we met compromisoplossingen.’ Marc: ‘Je merkt wel dat het denken over isoleren van schroefdaken verschuift. Brandveiligheid was lange tijd leidend, nu wordt verantwoord isoleren belangrijker. Het is steeds kijken wat ook binnen de monumentale waarden haalbaar is.’
Vloerisolatie
De vloerisolatie is bij veel historische gebouwen een lastig punt. Ton: ‘De vloer op de deel is van prachtige IJsselsteentjes. Dat is een zachte steensoort. Er moet wel het een en ander aan deze vloer hersteld worden, daarom heb ik al een voorraad steentjes liggen, die ik elders heb gevonden. Maar ik heb besloten om de vloer er niet in zijn geheel uit te halen. In plaats daarvan ga ik in deze grote ruimte werken met infraroodpanelen. Dan heb je de warmte op de plek waar je die wilt hebben.’