De kurk waar een landgoed op drijft...
Eigenaren van landgoederen staan vaak voor flinke kosten om het geheel in stand te houden. Daar staan niet altijd even grote inkomsten tegenover. De eigenaren van het landgoed Zelle namen rentmeester Gerrit Jan Liet in de arm, die samen met hen zoekt naar manieren om de buitenplaats rendabel te houden.
Rentmeester op landgoederen
Gerrit Jan Liet is rentmeester op meerdere landgoederen. Hij verzorgt voor de eigenaren het beheer van het onroerend goed , zoals het onderhoud aan gebouwen en het terrein en het afhandelen van pachtzaken. Sinds 2005 werkt hij twee dagen per week op Landgoed Zelle. ‘Dit landgoed is particulier bezit en ondergebracht in een BV. Dat is gebeurd, om te voorkomen dat het door vererving zou versnipperen. De vier kinderen Van Dorth tot Medler, twee broers en twee zussen, zijn samen eigenaar van dit landgoed. Twee van hen wonen op het landgoed. De opdracht die ik van de familie mee kreeg was: kijk hoe dit landgoed zichzelf kan bedruipen. In 2009 stelde de familie een plan vast met daarin hun toekomstvisie. Ook de kinderen van de vier eigenaren waren daarbij betrokken.’
De opdracht: kijk hoe dit landgoed zichzelf kan bedruipen.
Een buitenplaats, vakantiehuisjes en een golfbaan
‘Het landgoed is 355 ha groot en bestaat onder meer uit een rijksmonumentale buitenplaats van 94 hectare met daarop vijf monumentale gebouwen, een waterdoolhof en zwemvijver uit het begin van de 19e eeuw, een aantal vakantiehuisjes voor de verhuur, landbouwgrond met pachters en een groot bosgebied. De golfbaan op het terrein was eigenlijk de kurk waar het geheel op dreef.
De golfbaan op het terrein was eigenlijk de kurk waar het geheel op dreef.
Al in de jaren vijftig waren de eigenaren op het landgoed begonnen met de verhuur van vakantiehuisjes, maar door de te kleine schaal en daardoor relatief hoge kosten is het rendement erg laag; dat zijn we nu dus aan het afbouwen. Samen met de gemeente zoeken we naar mogelijkheden om de voormalige boerderijen weer een woonbestemming te geven, zodat we ze kunnen verhuren of in erfpacht uitgeven.’
Van koetshuis naar kantoor
‘Een aantal panden op het terrein stond leeg, waaronder het koetshuis. We hebben een plan gemaakt voor de herbestemming van dit koetshuis. Inmiddels wordt het met financiële ondersteuning van de provincie verbouwd en geïsoleerd en geschikt gemaakt als kantoorpand, met voor elf mensen een werkplek op een toplocatie. Volgens de makelaars hier in de buurt is daar zeker een markt voor. Op deze manier genereren we meer inkomsten, waarmee we dus de kurk waarop het landgoed drijft weer wat groter maken. De helft van de kosten van deze herbestemming hebben we kunnen financieren met behulp van een subsidie van de provincie Gelderland. De andere helft is een grotendeels laagrentende lening via het Restauratiefonds.
Voor ons is subsidie een belangrijk smeermiddel.
Ons volgende project is de rijks monumentale koestal, waar we een multifunctionele ruimte van willen maken. Hier kan dan vergaderd worden of een besloten diner gegeven. Maar het is momenteel nog zoeken naar een haalbaar financieel plan. We hopen dat er weer nieuwe subsidie vrijkomt, voor ons is subsidie een belangrijk smeermiddel omdat het verbouwen van oude panden veel duurder is dan nieuwbouw.’
Groene waarden
‘We hebben de groene waarden op het landgoed inmiddels helemaal hersteld. Op de historische buitenplaats van 94 ha hebben we verdwenen lanen gereconstrueerd, het waterdoolhof uitgebaggerd en de zwemvijver uit 1810 hersteld. Het landgoed was al in trek als wandelgebied en dat is nu alleen maar toegenomen. Deze groene reconstructie helpt ook om geld te kunnen verdienen op het landgoed: doordat het geheel nu weer meer allure heeft, hopen we dat ons koetshuis ook aantrekkelijker wordt voor een bedrijf om het te gaan huren.’
Duurzame ambities
‘Natuurlijk hebben we duurzame ambities. Bij het grote huis werken we aan warmte-isolatie, bijvoorbeeld door het aanbrengen van voorzetramen en muurisolatie. Bij die maatregelen gaan we zorgvuldig te werk. De familie is heel erg zuinig op haar landgoed. Ze willen de rentabiliteit van het geheel verhogen, maar alleen wanneer de monumentale kwaliteit van het geheel behouden blijft. Naast isolatie, hebben we bekeken of het mogelijk zou zijn om het huis te verwarmen met biomassa, afkomstig van het eigen landgoed. We hebben 180 ha bos, dus daar komt wel wat vrij. Maar uit onderzoek bleek, dat het op dit moment nog niet rendabel is om te doen.
Ze willen de rentabiliteit verhogen, maar de monumentale kwaliteit van het geheel moet behouden blijven.
De ketel van de installatie moet, vanwege de monumentale status van het hoofdgebouw, op een flinke afstand daarvan komen te staan. Dat betekent dat we voor een enorm bedrag leidingen zouden moeten aanleggen. Dat zouden we voorlopig niet terug kunnen verdienen. Dus vooralsnog houden we het bij isolerende maatregelen.’
Hard werken
‘De noodzaak voor landgoederen om te zoeken naar meer inkomstenbronnen wordt steeds groter. De instandhoudingssubsidies nemen af, het rijk bezuinigt op het monumentenbeleid en op onderhoudswerk kan je nauwelijks meer subsidie krijgen. Het is hard werken om het landgoed ook voor toekomstige generaties veilig te stellen.’
De provincie Gelderland helpt landgoedeigenaren bij het in stand te houden van hun monument en het omliggende landgoed, bijvoorbeeld door advies op het gebied van herbestemmen en investeringen in duurzaamheidsmaatregelen.
Bekijk ook: