‘Het is mooi om het proces van rapport tot eindresultaat te zien’
Het is ieder jaar weer een hele klus; de aanvragen voor de zesjarige instandhoudingssubsidie Sim. Monumentenwacht Limburg is een van de organisaties die eigenaren van rijksmonumenten kan helpen bij het doen van deze aanvraag. Daar is Thieu Tubée, inspecteur, adviseur en molenspecialist, verantwoordelijk voor het maken van de periodieke instandhoudingsplannen en bijbehorende begrotingen. Ook dit jaar weer. ‘We hebben weer zo’n veertig Sim-aanvragen mogen verzorgen, en dat aantal groeit.’
Instandhoudingssubsidie
Al ruim dertig jaar is Thieu werkzaam als inspecteur en adviseur bij de Monumentenwacht. Sinds 2006, toen de Limburgse wacht begon met de ondersteuning van eigenaren bij wat toen nog het Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten (Brim) heette, is Thieu verantwoordelijk voor het maken van meerjarige instandhoudingsplannen en de bijbehorende kostenramingen en werkomschrijvingen. Ieder jaar kunnen eigenaren van rijksmonumenten die geen woonhuis zijn van 1 februari tot en met 31 maart een aanvraag doen voor de Subsidieregeling instandhouding monumenten (Sim), bestemd voor regulier onderhoud. De subsidie bedraagt maximaal 60% van de subsidiabele kosten, op basis van 3% van de herbouwwaarde. Sommige monumenten kunnen bovendien rekenen op een extra bijdrage van provincie en/of gemeente. Met het ondersteunen van de Sim-aanvraag helpt Monumentenwacht Limburg eigenaren met een stukje financiering. Daarnaast begeleidt de Monumentenwacht desgewenst de uitvoering tot en met het opleveren van de prestatieverklaring, een rapport dat weer de input vormt voor het volgende inspectiemoment
Met de Sim-aanvraag helpen we eigenaren met een stukje financiering
Eigenaren begeleiden
De bouwkundige rapporten op basis van reguliere inspectiemomenten vormen het basisproduct van iedere Monumentenwacht, maar je wilt niet dat die ongebruikt in een la blijven liggen. Daarom zet onder andere Monumentenwacht Limburg een stap extra en gebruikt het rapport als startpunt voor een meerjarig onderhoudsprogramma. Dat is een logische stap, vindt Thieu: ‘Je wilt eigenaren niet achterlaten met alleen een rapport. Dan krijg je toch vragen over hoe het nu verder moet. We zetten steeds meer in op de begeleiding van eigenaren, die altijd erg blij zijn als je dat beetje extra voor ze kunt doen. ’Eigenaren waarderen de Monumentenwacht vanwege haar onafhankelijkheid en objectiviteit, zo is ook de ervaring van Thieu. ‘We hebben geen belangen en dat is veel waard’, benadrukt hij. ‘Ter illustratie: als een dakdekker een dak komt repareren, adviseert hij vaak om meteen alles te vernieuwen. Dan belt de eigenaar ons in verwarring op of het klopt wat we hebben gezien en dat er maar een paar pannen vervangen hoeven te worden.’
We hebben geen belangen en dat is veel waard
Zes jaar vooruitkijken
Met het inspectierapport als basis voor de Sim-aanvraag, weet Thieu waar het monument qua onderhoud in de komende zes jaar aan toe is en wat dat ongeveer gaat kosten. Bij twijfel wordt contact opgenomen met de betreffende inspecteur. Een aanvraag omvat meestal de dakbedekking, goten en gevels plus schilderwerk. Vervolgens kijkt hij naar de herbouwwaarde van het pand, die immers bepalend is voor de maximaal te verkrijgen subsidie. ‘De aanvraag moet wel realistisch zijn, dus we kijken altijd ‘Wat kunnen we daarvan doen?’. ’Een monument moet in redelijke staat verkeren om uit te kunnen met de instandhoudingssubsidie, stelt Thieu. ‘De meeste eigenaren zouden meer willen uitgeven als er meer subsidie zou zijn. Vaak is er namelijk nog wel wat achterstallig onderhoud, of constateren we tijdens de uitvoeringsjaren nieuwe gebreken. Het is moeilijk om zes jaar vooruit te kijken, ook voor de eigenaar zelf. Die moet je dan helpen om een goede keuze te maken. Sommige zaken blijven dan noodzakelijkerwijs liggen voor de volgende zes jaar, of worden in een groter restauratieplan gegoten.’
We kijken altijd ‘Wat kunnen we daarvan doen?
Begroting
De Sim is bedoeld voor rijksmonumenten die geen woonhuis zijn, zoals kerken, kastelen, boerderijen en molens; voor woonhuizen is een andere subsidie beschikbaar. ‘Maar ook die eigenaren proberen we wegwijs te maken als het gaat om financiering’, vertelt Thieu, ‘en te adviseren welke gebreken aan hun monument ze het beste als eerste aan kunnen pakken.’ De aanvraag voor de jaarlijkse woonhuissubsidie is relatief eenvoudig in te vullen; meestal voldoet de begroting van een dakdekker of metselaar. De begroting voor een Sim-aanvraag is vele malen complexer. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed werkt met een standaardformulier, dat moet kloppen met het inspectierapport van het monument. Thieu: ‘Je moet bouwkundig onderlegd zijn om die begroting juist in te kunnen vullen, en dat zijn de meeste eigenaren niet.’
Van plan tot uitvoering
Als de eigenaar dat wil, blijft de Monumentenwacht betrokken bij de uitvoering van de werkzaamheden, als begeleider en toezichthouder. Tijdens het eerste gesprek met de uitvoerder, aangewezen door de eigenaar, kun je al goed uitleggen wat de bedoeling is, vertelt Thieu. ‘Je bent veel directer betrokken en kunt nog eens iets corrigeren op het werk. Welke materialen mag je bijvoorbeeld toepassen in een monument? Daar weten ook niet alle aannemers altijd de weg in. ’Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden komt de Monumentenwacht een aantal keer kijken en ook met de oplevering is Thieu erbij. ‘Het is heel mooi om het proces vanaf het inspectierapport tot het eindresultaat te zien. De meeste wachters maken alleen het rapport en weten niet precies wat er daarna met een gebouw gebeurt. Ik maak de hele cirkel mee.’