Wonen, werken en (re)creëren in industrieel erfgoed
De Meelfabriek is een industrieel complex, bestaand uit verschillende monumentale, grote gebouwen. Rijksmonumentaal industrieel erfgoed dat door Ab van der Wiel van een nieuwe bestemming wordt voorzien. Al in 1985 deed hij hiervoor ideeën op in New York. Meer dan dertig jaar later brengt hij de plannen, die hij toen al voor zich zag, in de praktijk.
Inspiratie uit New York
Ab van der Wiel is ontwikkelaar met een groot hart voor kunst, cultuur en erfgoed. Toen hij in 1985 in het (tegenwoordig hippe, maar destijds gevaarlijke) Meat Packing District in New York terecht kwam, moest hij op de vlucht voor een stel ongure types. Hij rende een openstaand gebouw in en trok de deur achter zich dicht. Toen bleek dat hij zijn toevlucht had gezocht in het atelier van een kunstenaar, die van een oude fabriekshal iets prachtigs had gemaakt. Ab van der Wiel vertelt: ‘Ik besefte vrijwel onmiddellijk dat dit een oplossing was voor het behoud van industrieel erfgoed. Ik nam me meteen voor om zelf in Nederland iets dergelijks te gaan doen.’
Een lange zoektocht volgde, tot uiteindelijk in 1997 de Meelfabriek in de verkoop ging. Geboren Leidenaar Van der Wiel kende het terrein en ging in gesprek met de eigenaren, de toenmalige directeuren van de Meelfabriek, die al jaren eerder de deuren van hun locatie hadden moeten sluiten. ‘Ik was de enige van de geïnteresseerden die het complex wilde herbestemmen, alle anderen inclusief de gemeente, zaten op koers van slopen en nieuw bouwen. Gelukkig werd mij de koop destijds gegund.’
Ik was de enige van de geïnteresseerden die het complex wilde herbestemmen.
Lange adem
Het hele traject vroeg om een lange adem. Lange tijd wilden allerlei partijen niet mee werken, daardoor kwamen vergunningen en financiering maar moeizaam rond. Er kwam een versnelling toen in 2001 bijna alle gebouwen de rijksmonumentenstatus kregen. ‘Gelukkig had ik voldoende eigen vermogen om de planvorming in ieder geval te kunnen financieren, ik was daarvoor niet afhankelijk van financiering door derden.
De steun van het Nationaal Restauratiefonds was belangrijk.
De steun van het Nationaal Restauratiefonds was belangrijk. Daar zitten mensen die ervaring hebben met dit soort grote herbestemmingen en via hen kon ik voor de vervolgfase financiering krijgen. Toen kwam ook de Rabobank met een rekening-courant over de brug.’
De Meelfabriek tijdens de restauratie
De juiste mentaliteit
‘Ik heb steeds mijn oorspronkelijke plan voor ogen gehouden. Ook bij het zoeken naar partijen die zich hier willen vestigen. Monumenten vragen om bijzondere bewoners en gebruikers. Mensen die iets toevoegen en zich met deze plek willen verbinden.’ In 2017 begonnen de werkzaamheden en begin 2018 trokken de bedrijven voor het Directiegebouw in hun nieuwe onderkomens.
Het ambachtelijke en het innovatieve bestaan hier naast elkaar.
Wie je ook spreekt van de bedrijven die het Directiegebouw bevolken, ze zeggen allemaal hetzelfde: er moet een klik zijn. Met Ab en met de Meelfabriek. Roald Laport van OWNagency zegt het zo: ‘Ab wil van iedereen persoonlijk aanvoelen of het past. Voor ons was meteen duidelijk dat deze plek hoort bij de waarden van ons bedrijf: bevlogenheid, plezier, creativiteit en eigenaarschap. Het ambachtelijke en het innovatieve bestaan hier naast elkaar: in wat mensen doen, maar bijvoorbeeld ook in ons uitzicht. Wij hebben zicht op de 17e eeuwse Hooglandse kerk terwijl we ons bevinden in een nieuw deel van de stad Leiden.’
Gewilde plek voor ondernemers
Ondernemers staan in de rij om een plek te bemachtigen bij de Meelfabriek. Zo ook Gerrit-Jan van Rijswijk van studio VVKH. ‘Wij zaten al 25 jaar in een 18e eeuwse kazerne en het kriebelde al een tijdje bij ons. Het industriële en het stoere van de Meelfabriek past bij ons als bureau. De schoonheid van deze plek zit in het robuuste. De mix van functies en de mix van oud en nieuw voegt wat toe voor ons. En wij voegen wat toe aan de Meelfabriek. Zo hebben wij de trap ontworpen in het Directiegebouw.’ In zo’n vroege fase instappen betekent een tijdje in de rommel zitten. ‘Wij wilden erbij zijn, juist in deze fase. Over drie jaar is het hier top!’
Bizon Bike Company
Het Directiegebouw zit dus al vol met creatieve en innovatie bedrijven, maar zij waren niet de eerste ondernemers die zich vestigden in de Meelfabriek, die eer komt Marcel Benedictus van Bizon Bike Company toe. Al vanaf 2014 zit hij met zijn bedrijf in het Poortgebouw, dat vroeger de fietsenstalling was van de Meelfabriek. ‘Wij lijken op de Meelfabriek: authentiek en stoer, dat is ook het DNA van deze plek. Wij dragen met onze fietsen en de escaperoom bij aan de beleving van de Meelfabriek.
Wij lijken op de Meelfabriek: authentiek en stoer, dat is ook het DNA van deze plek.
Wij waren oorspronkelijk een buitensportbedrijf en werkten kriskras door het land voor de zakelijke markt met allerlei sportieve activiteiten. Een vriend begon met het organiseren van fietstochtjes in Den Haag en dat vond ik een mooi idee. Ik besloot dat in Leiden te gaan doen. Op bijzondere fietsen langs de mooiste plekjes in Leiden en omgeving met onderweg stops bij leuke lokale ondernemers, bijvoorbeeld voor de lekkerste koffie van Leiden.’
Lofts en appartementen
Naast ruimte voor bedrijven is er ook plek voor wonen. DUWO, de organisatie voor studentenhuisvesting, bouwt op het terrein appartementen voor jongeren die (bijna) afgestudeerd zijn. Zo blijven de young professionals in de stad, wat belangrijk is voor de leefbaarheid. Daarnaast zijn er lofts en appartementen, de verkoop daarvan verloopt heel voorspoedig. Uitvoerder Bas van Houten is iedere dag op de bouw te vinden. Momenteel werken ze aan het herstel van de vloeren in het Molengebouw en het Riffellokaal.
Voor dit werk moet je flexibel zijn. En een vakman!
Bas: ‘Het is mijn taak om ervoor te zorgen dat iedereen die hier werkt over het materiaal beschikt om door te kunnen. Momenteel betekent dat het leveren van hout. We moesten op zoek naar de oorspronkelijke houtsoort, Hemlock, dat komt nu van verschillende plekken op de wereld hier naartoe, want het is maar mondjesmaat te krijgen.’ De kopers van de lofts kunnen hun appartement vervolgens naar eigen wens laten indelen, allemaal maatwerk dus. De timmerman vertelt: ‘Dit soort werk is heel anders dan nieuwbouw: ieder stukje is weer anders.’ Bas voegt daaraan toe dat je voor dit soort werk flexibel moet zijn. En een vakman natuurlijk!
Aandacht voor duurzaamheid
Alle koopappartementen en het Directiegebouw zijn gasloos: ze zijn voorzien van een warmtepomp in combinatie met warmte- en koudeopslag (WKO) in de bodem. De warmtepompen zorgen voor warmte en warm water. In de zomer wordt er gekoeld, met behulp van kou in de bodem. De warmte die uit de gebouwen komt en de opgevangen zonnewarmte van de energiedaken wordt ook opgeslagen in de bodem, tot deze warmte weer nuttig gebruikt kan worden.
Het Directiegebouw heeft energielabel A gekregen, wat uitzonderlijk is voor een monument.
In de wanden van de appartementen is ‘vloerverwarming’ aangebracht, om koudeval door de stalen kozijnen tegen te gaan. En wordt het te warm, dan kan via dezelfde wanden gekoeld worden, via de WKO-installatie. Deze installatie is vier keer zuiniger in gebruik dan een traditionele installatie. En dankzij het feit dat er geen gas meer gebruikt wordt, levert de Meelfabriek ook een bijdrage aan de CO2-reductie. Het Directiegebouw draait inmiddels volop en heeft energielabel A gekregen, wat uitzonderlijk is voor een monument.