Kenmerkende KOLONIE-WONING van de Maatschappij van Weldadigheid (opgericht 1818), in aanleg XIX A, doch in de loop der tijd aangepast aan moderne eisen. Een dergelijke woning omvatte oorspronkelijk een eenvoudige woongedeelte aan de voorzijde en schuur, dorsdeel en stal aan de achterzijde, van elkaar gescheiden door slaapkamers. Het woongedeelte was opgetrokken uit baksteen en voorzien van enige vensters- en deuropeningen, meestal voorzien van een roede-verdeling; het bedrijfsgedeelte was opgetrokken uit houten palen, bekleed met geteerde planken. Het dak was gedekt met stro en riet. Het oudste type (1819 e.c.) kende een schoorsteen op de scheiding van woon- en bedrijfsgedeelte het wat latere type een schoorsteen met rookkanaal tegen de voorgevel, terwijl ook het achterste gedeelte van een rookkanaal kon zijn voorzien. Gebouw behorende tot de kolonie-gebouwen van de Maatschappij van Weldadigheid. Zie voor een toelichtende beschrijving bij ontstaan en karakter der kolonie en de aard der kolonie-woningen het registerblad betreffende het hoofdgebouw, Majoor van Swietenlaan 28 te Frederiksoord, bekend als Huis Westerbeek.