Omschrijving

HOOFDGEBOUW (Huis Dickninge). Laat-Empire huis met ingangspartij met zuilenportiek over twee bouwlagen, gebouwd in 1813 in opdracht van Reint Hendrik baron de Vos van Steenwijk (1755-1836) op het terrein van de voormalige abdij van Dickninge. Door zijn iets verhoogde ligging en de perspectiefwerking van de aanleg, maakt het huis een zeer monumentale indruk. De voorgevel ligt parallel aan het voorterrein, de achter- en zijgevels liggen in meer of mindere mate als souterrain 'verzonken' in het terrein. Twee bouwlagen tellend huis op rechthoekige plattegrond met driehoekige uitbouw aan achterzijde, opgetrokken uit rode baksteen op hardstenen plint en gedekt door een met blauwe Hollandse pannen belegd omlopend schilddak met vier hoekschoorstenen met borden in de dakschilden, kapellen met plat dak en openslaande negenruitsramen; rijk geprofileerde kroonlijst met guttae en verkropping ter hoogte van het driehoekige fronton. In het fronton zit een klein venster, oorspronkelijk een luik gebruikt om de vlaggenstok uit te hangen. Op het dak staat op twee houten staanders een klokkentorentje met spits en geschulpte dakrand. Aan de achterzijde tegen de rechterzijgevel serre uit omstreeks 1860 met trap. Alle gevels kennen een regelmatige invulling met vierruits souterrainvensters (behalve de voorgevel), zesruitsvensters op de begane grond en vierruitsvensters op de verdieping. Alle vensters en deuren zijn voorzien van anderhalfsteens hanenkammen. De voorgevel is symmetrisch ingedeeld met in het midden een zuilenportiek over twee bouwlagen met een eenvoudig driehoekig fronton met in het timpaan een klein (niet-oorspronkelijk) rechthoekig raam, gedragen door twee, wit geschilderde hardstenen zuilen met Ionisch voluutkapitelen op vierkante hardstenen basementen. In het portiek op de begane grond dubbele toegangsdeuren met kussenpanelen, glasruiten en bovenlicht; op de verdieping en vierruitsraam geflankeerd door twee smalle tweeruitsramen; aan weerszijden van het portiek een vensteras. Tegen de rechterzijgevel staat een vijfhoekige houten platgedekte serre uit omstreeks 1860 met gietijzeren kapiteeltjes, rijke gesneden gietijzeren zwikvullingen boven de ramen; dakgoot op fantasieklossen; boven de openslaande serredeuren een bescheiden fronton; het geheel rust op een gepleisterde bakstenen onderbouw met schijnvoegen en lichtgetoogde lichtopeningen met ijzeren tralies en is vanuit de tuin toegankelijk via een acht treden tellende hardstenen trap. De achtergevel is voorzien van een driehoekige uitbouw geflankeerd door een vensteras. In de linkerzijgevel is de ingang naar het souterrain bestaande uit een dubbele houten paneeldeur met bovenlicht, dat via een hardstenen trap te bereiken is. In het INTERIEUR is ondermeer van belang de centrale vierkante hal met stucwerk met florale motieven en jacht- en vistaferelen en een spiegel gevat in een vergulde stuc omlijsting in Empirestijl. Kelder met oude plavuizen.

Waardering

HOOFDGEBOUW (Huis Dickninge) van algemeen belang:

- vanwege de ouderdom;

- vanwege de architectonische vormgeving;

- vanwege de hoge mate van gaafheid van het exterieur;

- vanwege de nagenoeg gaaf bewaard gebleven inwendige plattegrond en indeling van de binnenruimten, waardoor het gebouw als zodanig een karakteristiek voorbeeld is van een vroeg-19de-eeuws hoofdgebouw van een buitenplaats;

- vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats;

- vanwege de kenmerkende ligging binnen de vroeg-19de-eeuwse kleinschalige parkaanleg in landschapsstijl.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
513964
Complexnaam
Dickninge
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Omschrijving

In structuur en deels in detail gaaf bewaarde buitenplaats met HOOFDGEBOUW (1), HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (2), TOEGANGSHEK naar het huis (3), HOUTEN SIERHEK naar het bos (4), TOEGANGSBRUG (5), DIENSTWONING (6), BOERDERIJ ANNEX KOETSHUIS 'HET BOUWHUIS' (7), IJSKELDER (8), MOESTUINMUUR (9), SOKKEL (10), HOUTEN BRUG naar het buitenpark (11), TUINMANSWONING (12), TOLWONING MET TOLHEK (13), BOERDERIJ 't HOGELAND (14), STUW (15). Vrij gaaf bewaarde en mooi in het natuurlijk landschap van de Reest gelegen historische buitenplaats, op de restanten van een klooster gebouwd en aangelegd sedert 1813 door Reint Hendrik baron de Vos van Steenwijk (1755-1836). Het complex bestaat uit het classicistische HUIS Dickninge (1813) met BIJGEBOUWEN, dat ligt in een uitgestrekte PARKAANLEG (omstreeks 1813) die bestaat uit een binnen- en een buitenpark. Het BINNENPARK in landschapsstijl wordt omgeven door een gracht (in feite een aftakking van de Reest) en draagt een vrij gesloten karakter met een aantal zichten naar buiten, het BUITENPARK ten noorden van de Reest is eveneens door een watergang omgeven en bestaat uit een open grasveld omgeven door opgaand geboomte. Door beide parken loopt een rondwandeling; deze sluiten op elkaar aan. Ten noorden van de toegangsbrug liggen, tussen drie 17de-eeuwse lanen, nog enkele productiebossen, een hakhoutbos (onder meer zomereik) en enkele bosvakken met beuk en zomereik met slingerpaden, afgewisseld door enkele weilanden. De ontwerpers van huis en tuin zijn niet bekend, maar kenmerken en bijzondere tuinhistorische kwaliteiten doen met name bij het binnenpark directe of indirecte bemoeienis van de tuinarchitecten J.D. Zocher sr en/of jr vermoeden. Dezen waren aan het begin van de negentiende eeuw ook werkzaam in Friesland en Groningen. De geschiedenis van Dickninge is nauw verbonden met de aanwezigheid op die plaats van het middeleeuwse klooster van die naam, dat in gebruik was van 1325 tot 1652. In de loop van de zeventiende eeuw is een deel van de bouwvallige kloostergebouwen gesloopt; een ander deel bleef gespaard, waaronder een bijgebouw dat lange tijd dienst heeft gedaan als rentmeesterswoning. In 1796 koopt Reint Hendrik baron de Vos van Steenwijk (1755-1836) de restanten van het complex, daaronder het 'rentmeestershuis'. Tussen 1804 en 1813 gaat hij over tot afbraak om ter plaatse een nieuw gebouw op te richten: het huidige huis Dickninge dat in 1813 wordt voltooid. Tevens realiseert hij omstreeks diezelfde tijd de parkaanleg in landschapsstijl. Het bij Dickninge behorende bouwhuis zou omstreeks 1800 zijn vernieuwd. De drie 17de-eeuwse lanen, de omgrachting rondom het binnenpark, een tot ijskelder verbouwde middeleeuwse kelder (deel van de refter) en een stuwtje lijken het enige restant te zijn van het vroegere kloostercomplex. In zijn reisjournaal uit 1819 typeert staatsman Gijsbert Karel van Hogendorp het huis als zijnde gebouwd 'naar de nieuwste smaak: een witte gevel en grote ruiten' en het park 'naar de fraaiste Engelse wijze'. Deze typering geldt nog steeds voor parkaanleg en huis, zij het dat de gevel thans is uitgevoerd in schoon metselwerk. Het kadastrale minuutplan uit 1832 geeft de omgrachting aan met rondom het huis Dickninge een 'perk' (de huidige parkweide voor en achter het huis) en een rechthoekige moestuin met vijver, mogelijk nog een oude vijver uit de tijd van het klooster. Van het padenbeloop staat alleen de nog bestaande rondwandeling ingetekend die loopt vanaf de noordelijke toegangsbrug, tussen moestuin en boerderij door naar de brug over de gracht zuidelijk van het huis en vervolgt aan de westzijde van de omgrachting in noordelijke richting om weer bij de toegangsbrug uit te komen. In 1910 ontwerpt L.A. Springer (1855-1940) met behoud van de landschappelijke aanleg in de open ruimten voor en achter het huis, respectievelijk glooiende gazons met bloemslingers en een bloementuin in de geometrische Nieuw Architectonische tuinstijl aan. Deze aanleg is typerend voor de smaak van omstreeks de eeuwwisseling en kan zijn ingegeven door de wens tot verfraaiing van de bestaande aanleg en wellicht ook als een poging om een overgang te creëren tussen het formeel aandoende huis en het park in landschapsstijl. Door gebrek aan onderhoud zijn deze elementen echter zo goed als verloren gegaan. Omstreeks 1989 is het huis gerenoveerd en verbouwd tot vier appartementen. Bij die gelegenheid is ook het binnenpark voor een deel opgeknapt.

Op de bij de omschrijving behorende kaart is de omgrenzing van het complex alsmede de aanduiding van de onderdelen aangegeven.

Waardering

De omgrachte HISTORISCHE BUITENPLAATS DICKNINGE is van algemeen cultuur-, architectuur- en tuinhistorisch belang:

- vanwege het vroeg-19de-eeuwse (1813) hoofdgebouw, dat door vormgeving en ligging een opvallend monumentaal laat-Empire element is binnen een hoogwaardige vroeg-19de-eeuwse landschappelijke aanleg (1813);

- vanwege de ontwerpkwaliteiten van het hoofdgebouw;

- vanwege de redelijk hoge mate van gaafheid van het exterieur van het hoofdgebouw;

- vanwege de aanwezigheid van enkele waardevolle interieuronderdelen;

- vanwege de bij de buitenplaats behorende aanleg, bestaande uit een vroeg-19de-eeuws omgracht binnenpark in landschapsstijl met monumentale beplanting en wandelingen in en rond het park, en een buitenpark met drie 17de-eeuwse lanen en 18de-eeuwse bosvakken met restanten van slingerpaden;

- vanwege het voorkomen van een aantal kenmerkende complexonderdelen die ruimtelijk en functioneel met het hoofdgebouw en de aanleg verbonden zijn.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Landhuis Kastelen, landhuizen en parken Kasteel, buitenplaats oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Schiphorsterweg 40 A 7957 NV de Wijk Ja
Schiphorsterweg 40 C 7957 NV de Wijk
Schiphorsterweg 40 B 7957 NV de Wijk
Schiphorsterweg 40 D 7957 NV de Wijk
Types
Hoofdcategorie Subcategorie Beschrijving Notitie
Kastelen, landhuizen en parken Kasteel, buitenplaats
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
G 289 De Wijk
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1813 1813 vervaardiging
Naar boven