Villa De Lange, Alkmaar
Inleiding
HERENHUIS "Villa De Lange" gebouwd in 1917 naar ontwerp van de architect Jan Wils (Alkmaar 1891 - Voorburg 1971) in een door het oeuvre van Frank Lloyd Wright beïnvloede bouwstijl. De terracotta reliëfs in de voorgevel zijn vervaardigd door de beeldhouwer Willem C. Brouwer. Opdrachtgever was het echtpaar J. de Lange C.Jzn. en N. de Lange-Oort. Theo van Doesburg leverde een belangrijke bijdrage aan de vormgeving van het interieur in de trant van De Stijl. Hij ontwierp ondermeer de drie glas-in-loodramen voor de hal, die zijn overgebracht naar het Stedelijk Museum in Amsterdam, en de kleurstelling voor de diverse vertrekken. Het interieur is thans grotendeels gewit, maar bevat enkele bijzondere schouwen, waarvan er twee door Brouwer zijn ontworpen. De villa is gelegen aan de noordwestzijde van de Wilhelminalaan.
Omschrijving
Op nagenoeg rechthoekig grondplan opgetrokken villa van twee bouwlagen onder een afgeplat schilddak met gesmoorde verbeterde Hollandse pannen. De achter- en zijgevels zijn uitgevoerd in geelroze (onderaan geelrode) machinale baksteen waalformaat in Vlaams verband met platvolle voeg. Deze gevels worden evenals de voorgevel afgesloten door een houten bakgoot. De gerende voorgevel (ZO) is gemetseld in geelroze machinale baksteen (formaat ca. 22 x 5 cm) in Vlaams verband met terugliggende voeg boven een platvol gevoegde plint. Hierboven en boven en onder de verdiepingsvensters wordt de voorgevel horizontaal geleed door banden van Udelfanger zandsteen. Deze zetten zich om de hoek met de zijgevels nog ruim een meter voort (evenals het metselwerk van de voorgevel). Halverwege de bovenste band en de dakgoot loopt een uitkragende metsellaag van bruutbehakte paarsrode bakstenen. Tegen de risalerende linker helft van de voorgevel is links en rechts een muurpijler gemetseld die zich uitstrekt tot aan de bovenste band. Beide pijlers geven een vertikaal accent aan de gevel en zijn op de bovenhoeken voorzien van een hoog terracotta reliëf in de vorm van een vrouw die haar armen opheft. Tussen de muurpijlers zijn op de eerste verdieping vijf gekoppelde draairamen aangebracht en op de begane grond drie schuifvensters, in een minder terugliggend gevelvlak dat boven de parterre afgesloten wordt door een zandstenen rand. De bakstenen tussen de bovenlichten van de drie schuifvensters zijn voorzien van een opliggend accent, in één van de volgende kleuren (van boven naar beneden): wit, geel, blauw, groen, paars, zwart. De gevelvoorsprong links zet zich voort in het schilddak. In de rechter helft van de voorgevel bevindt zich de terugliggende voordeur waarboven een afdak en drie kleine vensters. De deur wordt geflankeerd door manshoge muurpijlers met een zandstenen deksteen en is uitgevoerd als blankgelakte teakhouten paneeldeur met opliggende vertikale sierranden. De dagkanten ter weerszijden van de deur zijn getrapt gemetseld. Vóór de deur ligt een (vernieuwde) gemetselde stoep. Rechts van de ingang bevinden zich drie staande vensters (draairamen) en links één. Op de eerste verdieping telt de rechter gevelhelft vier staande vensters naast elkaar. Rechtsboven staat een naderhand geplaatste dakkapel met een plat dak en drie gekoppelde ramen, waarvan de buitenste uitgevoerd zijn als draairaam.
De rechterzijgevel (NO) maakt links een knik waardoor het linker muurgedeelte haaks staat op de gerende voorgevel en niet onder een scherpe hoek. Op de begane grond zijn rechts drie kleine vensters aangebracht. Rechtsboven bevinden zich twee kleine liggende vensters. In het midden van de eerste verdieping springt de gevel enigszins terug en hier bevinden zich de drie glas-in-loodvensters (replica's) van de hal. Direct rechts van deze inham staat een gemetselde dakkapel met plat dak.
De aan een smalle steeg grenzende linkerzijgevel (ZW) is afgezien van een klein venster middenboven gesloten.
De achtergevel (NW) wordt in drie traveeën geleed door vier lisenen die zich voortzetten tot aan de doorgaande latei boven de driedelige verdiepingsvensters. De rechter en middentravee hebben beide één zo'n venster bestaande uit een vast raam met ter weerszijden een draairaam. In de linker travee is op de verdieping een dubbele balkondeur aangebracht die toegang geeft tot het balkon boven de blokvormige uitbouw linksonder. Deze is evenals de middelste en rechter travee voorzien van een moderne pui. Midden op de achtergevel staat een brede dakkapel met plat dak.
INTERIEUR. Het interieur verkeert nog grotendeels in de originele staat met zowel op de begane grond als de eerste verdieping een vijfhoekige centrale hal annex trappenhuis waaromheen de diverse kamers gegroepeerd zijn. De bordestrap tegen de noordwestmuur van de hal heeft een eikenhouten leuning van afwisselend achtzijdige (met inkepingen op de hoeken) en rechthoekige spijlen, en een door Van Doesburg ontworpen rechthoekige trappaal met een kubistische bekroning in de vorm van twee handen waarop een hoofd rust. De drie staande glas-in-loodramen in de muur boven het trapbordes tonen een compositie van rechthoekige vlakken (in het middenste raam zijn de kleuren groen, blauw en zwart toegepast, in de buitenste ramen blauw, geel, rood, en zwart). De onder de hal gelegen kelder is toegankelijk via een rechte houten steektrap onder de bordestrap. De kelderruimte heeft een betonnen vloer en dito wanden. Vanuit de hal op de parterre en de eerste verdieping geven paneeldeuren toegang tot de omringende vertrekken. De deuren worden op de begane grond geflankeerd door ranke pilasters met afgeschuinde hoeken en bovenaan inkepingen. Boven de deuren loopt, evenals in de meeste vertrekken, een omgaande lijst. Zowel de hal beneden als boven heeft een eenvoudig stucplafond. Tegen de noordoostmuur van de woonkamer linksvoor staat een schouw met een eikenhouten bovenboezem en een onderboezem van beigekleurig natuursteen voorzien van verhoogde en puntig uitstekende wangen die bovenaan op abstracte wijze bewerkt zijn. Het stucplafond boven deze kamer is niet vlak maar rondom voorzien van getrapt verhoogd lijstwerk. De voormalige salon linksachter heeft een stucplafond met paneelindeling en tegen de zuidwestmuur een geheel met verspringende rechthoeken van lichtgrijs geaderd wit marmer beklede schouw. In de zuidhoek van de vroegere eetkamer middenachter staat een hoekschouw met een onderboezem van beigekleurig natuursteen waarboven een rookkanaal van witgeglazuurde baksteen. Het stucplafond van deze kamer bestaat uit langwerpige evenwijdige paneelvelden met getrapte randen. De hal beneden is bereikbaar via een geknikte vestibule waarvan de vloer en wanden bekleed zijn met marmer: op de halverwege verhoogde vloer grijs marmer met een bies van groen marmer, langs de wanden een hoge lambrisering van lichtgrijs marmer met een onder- en bovenrand van groen marmer. Een paneeldeur in beide zijwanden geeft toegang tot de twee nevenruimten links en rechts van de vestibule.
De grote studeerkamer linksvoor op de eerste verdieping heeft tegen de noordoostmuur een brede schouw waarvan de door twee muurpijlers geflankeerde onderboezem en het risalerende middengedeelte van de bovenboezem zijn gemetseld in groengeglazuurde handvormsteen (formaat ca. 16,5 x 3 cm) in Vlaams verband met terugliggende voeg. In het midden van de bovenboezem bevindt zich een blauwgeglazuurd reliëf voorstellend een denkende man ten voeten uit. De vlakken ter weerszijden van het risalerende middendeel van de bovenboezem zijn witgepleisterd. De gemetselde muurpijlers hebben een plint en deksteen van crèmekleurig natuursteen. De tussen de muurpijlers aangebrachte horizontale plaat is uitgevoerd in hetzelfde materiaal. Op de haardvloer liggen gele en zwarte tegels in schaakbordpatroon. De tegenoverliggende muur van de studeerkamer is uitgevoerd als kastenwand: in het midden een boekenkast en aan beide zijden hiervan twee paneeldeuren. De vijfhoekige kamer rechtsvoor op de eerste verdieping heeft halverwege de geknikte noordoostmuur een kleine (ongelede) schouw van blank eikenhout met aan de voorzijde een bordenplank op klampen. De zijkanten van de schouw zijn onderaan, evenals de haard zelf, betegeld met zwartgeglazuurde tegels. Tegen de zuidwestmuur van de kamer linksachter staat een schouw waarvan de onderboezem betegeld is met blauwe tegeltjes. De onderboezem wordt afgedekt door een eikenhouten plaat. Ter weerszijden van de schouw bevindt zich een paneeldeur waarachter een kast. Tussen de hal en de kamer rechtsachter leidt een houten trap met bovenaan een kwart naar de zolder.
Waardering
Het herenhuis met bijbehorend interieur uit het eerste kwart van de 20ste-eeuw is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarde als merendeels gaaf bewaard vroeg voorbeeld van woonhuisarchitectuur in Wrightiaanse stijl uit het oeuvre van de architect Jan Wils met bijzondere interieuronderdelen van Theo van Doesburg in de vormgeving van De Stijl en Willem C. Brouwer.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Woonhuis | Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Wilhelminalaan | 2 | – | 1815 JC | Alkmaar | Westerhoutkwartier | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | – | Herenhuis |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | E | 5885 | – | Alkmaar |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1917 | 1917 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Wils, Jan ; Noord-Holland | architect / bouwkundige / constructeur | – |
Brouwer, Willem C. ; Noord-Holland | beeldhouwer / steenhouwer / schrijnwerker | – |
Doesburg, Theo van ; Noord-Holland | interieur-architect | – |
Lange C Jzn, J. de & N. de Lange-Oort ; Noord-Holland | opdrachtgever | – |