De Klinze, Aldtsjerk
Inleiding
Het HOOFDGEBOUW (De Klinze) werd in 1655 door Hessel van Aysma gebouwd onder de naam Aysmastate. De vroegst bekende afbeelding uit 1723 toont een rechthoekig bouwblok van twee bouwlagen onder een hoog opgaand schilddak; een omschrijving uit 1721 noemt 'seekere heerlijke state en landen met de groote huisinge, schuire, watermolen, en molendijken, sampt hovingen, tuinen, bosch, cingels, gragten, lameyen, bruggen en stakettingen'. Door verkoop kwam het goed in 1681 in bezit van de familie Van Sminia, die het huis in de loop van de 19de eeuw verschillende malen verbouwde en uitbreidde. Op een kaart van ca.1850 staat het huis aangegeven op een rechthoekig omgracht terrein, toegankelijk via een loodrecht daarop staande, door bossen geflankeerde toegangslaan die halverwege kruist met een dwarslaan (Rode en Zwarte Singel). De wijzigingen in landschapsstijl (met name ten westen van de laan en rondom het huis), die vanaf 1834 door tuinarchitect Lucas Pieter Roodbaard zijn gerealiseerd, zijn op deze kaart niet herkenbaar. Bij een verbouwing uit 1877 door Arent Johannes van Sminia wordt het aanzien van het huis grondig veranderd: de muren worden gepleisterd, het dak verlaagd, het fronton vervangen door een kroonlijst, de vensters voorzien van een nieuwe roedenverdeling, eclectisch lijstwerk en sierpleister. Na verkoop van het complex in 1966 door de laatste Van Sminia, zijn deze veranderingen bij een omvangrijke restauratie in hetzelfde jaar door de Leeuwarder architect Zuidema voor een deel weer ongedaan gemaakt: de pleisterlaag werd verwijderd, maar het sierpleisterwerk rondom de vensters bleef gehandhaafd, de aanbouw aan de middenpartij werd verwijderd en er werd een nieuw fronton aangebracht. Sindsdien wordt het huis weer gekenmerkt door een voornamelijk 19de-eeuws aanzien. Het huis kende in het derde kwart van de 19de eeuw aan weerszijden nog een vleugel; de rechter vleugel was verbonden met het koetshuis. Het huis is tegenwoordig door een modern tussenlid verbonden met het in 1987 herbouwde koetshuis.
Omschrijving
Het op rechthoekige grondslag opgetrokken, onderkelderde gebouw bestaat uit twee bouwlagen onder een met gesmoorde pannen (voorzijde) en leien (achterzijde) gedekt, gebroken zadeldak met steile onderste en vlakke bovenste dakschilden. Op de voorste dakhoeken staan gemetselde schoorstenen met kappen en pirons. De zeven traveeën brede, symmetrische voorgevel met vrij hoge natuurstenen plint wordt beëindigd door een kroonlijst met geprofileerde gootlijst en heeft een middenrisaliet van drie traveeën waarin de toegangspartij zich bevindt. Het risaliet is gevat tussen twee veelhoekige halve zuilen, die een driehoekig houten fronton dragen met centraal in het timpaan een rond oeil-de-boeuf met festoenen. De entreepartij wordt aan weerszijden van een hardstenen bordes geaccentueerd door twee op hardstenen balustrades staande, gebeeldhouwde leeuwen. De entree wordt verder gevormd door een vleugeldeur onder een bovenlicht met radiale roedeverdeling. Aan weerszijden staat een venster met roedeverdeling in een gepleisterd veld. De overige vensters (van het type fenêtre à terre) staan in schone baksteen. Ze zijn ook voorzien van ramen met roedeverdeling en worden geaccentueerd door profiellijsten met kuif. De gevel wordt horizontaal geleed door een brede kordonlijst, die in het midden wordt onderbroken door een balkon. Het balkon rust op vier consoles en heeft een balustrade met hekwerken van smeed- en gietijzer met centraal hierin het familiewapen van de familie Van Sminia. De voorgevel heeft op de hoeken gepleisterde hoeklisenen met spaarvelden. De linker zijgevel is gepleisterd en wordt horizontaal geleed door twee kroonlijsten. De eerste verdieping heeft een venster en een stel openslaande deuren naar een eenvoudig houten balkon. De zolderverdieping heeft twee vensters en een kroonlijst.. In de achtergevel bevinden zich vier keldervensters in een koekoek, een tussen twee kleine vensters staande deur boven een hardstenen trap met rechts ervan drie en links ervan twee rechtgesloten vensters met zesruitsramen onder strek. De symmetrisch ingedeelde verdieping bevat boven het iets lager in de gevel, recht boven de deur geplaatste traplicht een gietijzeren roosvenster met aan weerszijden een klein venster. De vier grote verdiepingsvensters zijn als die op de parterre. In het dakschild hierboven twee houten dakkapellen met plat, dak, vleugelstukken en vensters met roedeverdeling. De rechter zijgevel wordt op de begane grond aan het oog onttrokken door het modern tussenlid, dat het huis met het koetshuis verbindt. De bouwlagen hierboven zijn te vergelijken met die van de linker zijgevel. Alleen ontbreekt hier het balkon met de bijbehorende deuren. In het voornamelijk 19de-eeuwse INTERIEUR zijn ondermeer van belang: In de verschillende ruimtes de kasten voor de vouwblinden, de vensterbanken, de (voor een deel) gehoute paneeldeuren binnen geprofileerde kozijnen, de stucplafonds met reliëfdecoraties en de lambriseringen; in de hal de marmeren tegelvloer en een brede toog met versierde sleutelstukken naar het achterste gedeelte met het trappenhuis; voorts een spiegel binnen een vroeg-19de-eeuwse, deels gemarmerde omlijsting, een op een console rustend marmeren fonteintje, een trap naar de kelder en een rondboogvormige doorgang voor de personeelstrap; in de herenkamer in de zuidoost hoek van het huis onder meer een bijzondere schouwmantel van rood en zwart marmer rondom een gietijzeren haard; in de kamers en suite over de gehele parterre aan de westkant van het huis (in de voorkamer) de gehoute betimmeringen, waarboven lijsten van stucwerk en consoles met leeuwenkopjes die de wanden en het rijk versierde stucplafond met elkaar verbinden; voorts een 17de-eeuwse schouw met marmeren schoorsteen en een boezem met beeldhouwwerk en een schilderstuk met jachttafereel; in de achterkamer (de voormalige eetkamer) een rijk versierd stucplafond, gehoute paneellambriseringen, een houten schouw met spiegel in de boezem en een doorgeefluik met adelaar met jongen in snijwerk. Bijzonder is de vrijwel geheel intact gebleven 17de-eeuwse wandbekleding in de vorm van gobelins. Voorts zijn van belang de tweedelige trap naar de verdieping met gehoute treden, gemarmerde lambriseringen, geprofileerde handlijsten op gietijzeren spijlen en een royaal tussenbordes; in de vertrekken aan de gang op de verdieping de paneeldeuren binnen geprofileerde kozijnen. Twee kamers met stucplafond zijn samengevoegd tot één, waarin beide marmeren schouwen zijn gehandhaafd. Twee andere vertrekken bevatten eveneens een marmeren schouw en stucplafond. Eén van deze vertrekken heeft bovendien lambriseringen. Aan het einde van de gang links bevindt zich de scheluwe personeelstrap met een roosvenster dat is ingevuld met kantglas. De trap naar de zolderverdieping is vergelijkbaar met die naar de verdieping. Het licht boven het trappenhuis is ingevuld met gekleurd glas-in-lood. Ook op de zolderverdieping hebben de paneeldeuren geprofileerde kozijnen. De keldervloeren zijn belegd met plavuizen. De keldergewelven zijn van het type troggewelf. Op de keldervloer staat een gesneden trappaal. In het moderne tussenlid tussen het huis en het koetshuis bevinden zich houten onderdelen van de zadelkamer van het vroegere koetshuis.
Waardering
Het HOOFDGEBOUW (De Klinze) is van algemeen cultuurhistorisch en architectuurhistorisch belang:
- vanwege de ouderdom en de bewoningsgeschiedenis
- als goed voorbeeld van een in eclectische stijl gebouwd voornaam huis
- vanwege de bijzondere detaillering en het materiaalgebruik
- vanwege de samenhang tussen in- en exterieur
- vanwege de waardevolle interieuronderdelen
- vanwege de visuele en de ruimtelijke relatie met de tuin en de andere onderdelen van de buitenplaats
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Omschrijving van het complex
In structuur en deels in detail gaaf bewaarde HISTORISCHE BUITENPLAATS DE KLINZE bestaande uit: HOOFDGEBOUW (1), HISTORISCHE TUIN en PARKAANLEG (2), BRUG (3), PRIEEL (4), KOETSHUIS (5), TUINMANSWONING (6), ORANJERIE (7), HEKKEN aan het voorplein (8A en 8B), TOEGANGSHEKKEN aan de Van Sminiaweg (9A en 9B). Ten noordoosten van de bebouwde kom van Aldtsjerk ligt de historische buitenplaats De Klinze, waarvan de naam 'oppe clinke' (1567) zou betekenen: het mooiste punt. Het huis (de state) werd in 1655 door Hessel van Aysma gebouwd onder de naam Aysmastate. De vroegst bekende afbeelding (1723) toont een rechthoekig bouwblok van twee bouwlagen onder een hoog opgaand schilddak; een omschrijving uit 1721 noemt 'seekere heerlijke state en landen met de groote huisinge, schuire, watermolen, en molendijken, sampt hovingen, tuinen, bosch, cingels, gragten, lameyen, bruggen en stakettingen'. Door verkoop kwam het goed in 1681 in bezit van de familie Van Sminia, die het huis in de loop van de 19de eeuw verschillende malen liet verbouwen en uitbreiden. Op onder meer de Topografisch Militaire Kaart van 1854 staat het huis aangegeven op een rechthoekig omgracht terrein, dat toegankelijk is via een loodrecht daarop staande, door bossen geflankeerde laan die halverwege kruist met een dwarslaan (Rode en Zwarte Singel). De wijzigingen in landschapsstijl (met name ten westen van de laan en rondom het huis), die vanaf 1834 door tuinarchitect Lucas Pieter Roodbaard zijn gerealiseerd, zijn van deze kaart niet afleesbaar. Bij een verbouwing uit 1877 door Arent Johannes van Sminia werd het aanzien van het huis grondig veranderd: de muren werden gepleisterd, het dak verlaagd, het fronton vervangen door een kroonlijst en de vensters voorzien van een nieuwe roedenverdeling; ook werden eclectisch lijstwerk en een sierpleisterlaag aangebracht. Een omvangrijke restauratie in 1966 maakte deze veranderingen voor een deel weer ongedaan: de pleisterlaag werd verwijderd (het lijstwerk rondom de vensters bleef gehandhaafd), de aanbouw aan de middenpartij verwijderd en een nieuw fronton aangebracht.
Het huis is door een modern tussenlid verbonden met het in 1987 herbouwde koetshuis. De restauratie van de parkaanleg werd in 1998 voltooid.
De historische buitenplaats de Klinze wordt aan de zuidzijde (gedeeltelijk) begrensd door de Van Sminiaweg, aan de oostzijde door de Klaas Douwesweg, aan de noord- en westzijde door de kavelsloten langs het rond en voor het huis gelegen parkbos. Op de bij de omschrijving behorende kaart is de omgrenzing van het complex alsmede de aanduiding van de onderdelen nader aangegeven.
Waardering van het complex
De HISTORISCHE BUITENPLAATS DE KLINZE is van algemeen cultuur-, architectuur- en tuinhistorisch belang: - vanwege de ouderdom - vanwege de bouw- en bewoningsgeschiedenis - als goed voorbeeld van een oorspronkelijk uit 1655 daterende Friese state, die thans door de verschillende verbouwingen een 19de-eeuws (eclectisch) aanzien heeft - vanwege de historische tuin- en parkaanleg in landschapsstijl naar ontwerp van tuinarchitect Roodbaard, waarin de oudere formele structuur deels herkenbaar is gebleven - vanwege de visuele, de functionele en de ruimtelijke samenhang tussen de samenstellende onderdelen - vanwege de herkenbaarheid en de ruime mate van gaafheid van de samenstellende onderdelen
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Landhuis | Kastelen, landhuizen en parken | Kasteel, buitenplaats | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Van Sminiaweg | 36 | – | 9064 KC | Aldtsjerk | – | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Kastelen, landhuizen en parken | Kasteel, buitenplaats | – | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | F | 968 | – | Giekerk |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1655 | 1655 | – | vervaardiging |