Busken Huetlaan 6, Bloemendaal
Omschrijving onderdeel 2
HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG. De Beek ligt op de rand van het hoog gelegen duingebied en het lage weidegebied. Zocher verfraaide na 1831 de bestaande landschappelijke aanleg van De Beek. Volgens de kadastrale minuut lagen er al een bescheiden terrein en water 'van vermaak'. Typerend voor de aanleg van Zocher is de lange, wat smalle vijver die het kwelwater vanaf het duingebied in oostelijke richting afvoerde. Op een plattegrond die Springer maakte van de situatie vóór de door hem doorgevoerde veranderingen is de indeling van het park te zien. De lange, smalle gebogen vijver in het noordelijk deel. Ten oosten van het huis ligt een gebogen vijver met slanke uiteinden: water tot vermaak, aan de oostkant deels afgeschermd door een reep bos met opgaande bomen. Over de noordelijke helft van de vijver was een weids uitzicht vanuit het huis in oostelijke richting over wei- en bouwlanden richting Haarlem, richting St. Bavo. In de verkaveling lagen twee ronde vijvers. Ten westen van het huis lag de 'aanleg tot vermaak', ten zuidwesten boomgaarden, een tuin met 'broeijerij' een tuinmanswoning en stalgebouwen. Aan de Bloemendaalseweg lag de oprit die met een ruime boog richting huis liep, langs een bos aan de ene kant en een parkweide met een aantal solitairen aan de andere kant. In 1884 maakte Springer voor J. Borski een ontwerp voor de herziening van de aanleg. Borski stierf in 1891, waarna de plannen werden uitgevoerd. Een plan tot voltooiing van de aanleg maakte Springer in 1893 toen een nieuw huis werd gebouwd. Hij keerde als het ware de plaats om. Het uitzicht van het nieuwe huis was nu in westelijke richting, richting duinen. Dit alles betekende dat Springer een aanzienlijke verandering aanbracht in de aanleg van Zocher. Ook later bleef Springer toezicht houden op de gang van zaken, zodat hij zijn ideeën volledig kon uitvoeren. Het zicht naar het oosten over de weilanden richting Haarlem heeft Springer deels dichtgeplant. Vanuit de oude oostelijke vijver leidde Springer een sloot tussen boomgroepen door naar de nieuwe voorkant van de buitenplaats, waar hij een grote vijver in het weiland liet graven. De door Zocher aangelegde lange sloot werd gedempt. Voorts werd de toegang tot de buitenplaats verlegd naar de Busken Huetlaan. De vroegere toegangslaan vanaf de Bloemendaalseweg is nog herkenbaar aan de oude beuken. Het park is als het ware in twee delen verdeeld. In het noordelijk deel ligt het huis, het grote gazon en de grillig gevormde voorvijver met eilandje. Dit deel wordt door een boomcoulisse en een (aan de westzijde dichtgeplante) boomweide met boomgroepen en -singels gescheiden van het vroegere nutsgedeelte. Ten westen en ten oosten van dit 'nutsdeel' liggen wandelbosjes, zoals daarvoor ook het geval was. De toegang met hek aan de Busken Huetlaan leidt naar een ovaal perk met lobben ten noorden van het huis. Een tweede kortere oprit loopt via de Kleverlaan langs de voormalige dienstwoning naar het ovaal. In de jaren tachtig van de vorige eeuw is hiernaast een nieuwe toerit gemaakt. Door het hoge ligging van het huis en de situering van de vertrekken is er een fraai uitzicht over het gazon naar de voorvijver en vanuit de hal over een gazon in zuidelijke richting naar het water. In het park zijn verschillende wandelingen met 'uitzicht'. Aan de noordzijde loopt een gebogen pad langs het gazon, dat deels langs de rand is beplant met heesters als taxus en hulst. Zij zorgen voor een wisselend uitzicht terug naar het huis en over de voorvijver. Rond de vijver loopt een gebogen pad dat op twee plaatsen met een bruggetje de beek over gaat die voor- en achtervijver met elkaar verbindt. Aan de westkant volgt het pad de Bloemendaalseweg. Ook hier weer een heesterbeplanting tussen pad en weg en laanbeplanting met eik, alsmede enkele solitairen aan vijverzijde. Het pad klimt en daalt en geeft zo het idee van een heuvelachtig landschap. Bij de uitloper van de vijver takt een pad af in oostelijke richting en draait door de boomcoulisse die de vijverpartij aan de zuidkant afsluit naar het eerder genoemde bruggetje. Vanaf de voormalige ingang met hek aan de Bloemendaalseweg is de laanbeplanting van de oude oprijlaan herkenbaar. De restanten van de laan vormen de zuidelijke afsluiting van de boomweide. Ten zuiden hiervan ligt het voormalige nutsgedeelte waar nu een tennisbaan, koetshuis, schuur en tuinmanswoning zijn ondergebracht. De wandelbosjes ten westen en oosten van het 'nutsgedeelte' zijn met wandelingen doorsneden. In het oostelijke bosje ligt een vrij recente moestuin. Ook het langgerekte weiland waar overheen Zocher zijn uitzicht had geprojecteerd richting Haarlem wordt binnen de bescherming van de buitenplaats getrokken.
Waardering
PARK- EN TUINAANLEG, behorend tot de historische buitenplaats De Beek, van algemeen belang:
- wegens de tuinhistorische waarde;
- als voorbeeld van een park van de hand van J.D. Zocher waar over heen een park naar ontwerp van Springer is gelegd;
- als gaaf bewaard voorbeeld uit het oeuvre van tuinarchitect L. Springer.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Omschrijving van het complex
De HISTORISCHE BUITENPLAATS DE BEEK ligt in Bloemendaal aan het eind van de Kleverlaan, langs de Busken Huetlaan en de Bloemendaalseweg aan de duinrand. Het complex HISTORISCHE BUITENPLAATS DE BEEK omvat het HOOFDGEBOUW (1), de HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (2), HEKPIJLERS MET TOEGANGSHEK (3) en de TUINMANSWONING (4).
Het koetshuis is van binnen geheel verbouwd en valt daardoor buiten de bescherming.
Op de bijbehorende kaart zijn de contouren van de beschermde buitenplaats alsmede de opstallen aangeven.
Aan het eind van de 16de eeuw vestigden zich langs de duinrand een aantal bleekerijen. De Beek was oorspronkelijk een 16de-eeuwse bleekerij, die in 1636 door de zwagers Lucas van Beeck en Lucas de Clercq, askopers te Haarlem, werd gekocht. Zij verbouwen de oude blekerswoning en stichtten een buitenplaats met tuin en een boomgaard, waar men in de zomermaanden verbleef. Zij noemden de plaats Clercq-en-Beek of Clerckenbeek. In 1649 verkocht De Clercq zijn aandeel aan zijn zwager Van Beeck, die het bezit vergrootte. Op een tekening uit 1733 van J. de Bosch wordt het huis afgebeeld als een langgerekt gebouw op rechthoekige plattegrond onder een schilddak. De kadastrale minuut van 1826 laat eenzelfde plattegrond zien. Het huis blijkt aan de westkant te liggen van een sierlijk gebogen vijver. Op de daknok staan drie schoorstenen. Tot 1796 zou De Beek in eigendom van de familie Van Beeck blijven. In dat jaar verkocht mevrouw Van Beeck de plaats aan haar aangetrouwde neef Jan Messchert van Vollenhoven. Van Vollenhoven verfraaide buitenplaats De Beek met een Chinese tent. Diens zoon Josua van der Poorten van Vollenhoven zou tussen 1814 en 1826 (kadastrale minuut) een landschappelijke aanleg hebben laten realiseren. Op de kadastrale minuut van 1826, aan de hand van de bijbehorende Oorspronkelijk Aanwijzende Tafels (OAT) is het resultaat te zien. Ten oosten van het huis ligt een gebogen vijver met slanke uiteinden: water tot vermaak, aan de oostkant deels afgeschermd door een reep bos met opgaande bomen. Over de noordelijke helft van de vijver was een weids uitzicht vanuit het huis in oostelijke richting over wei- en bouwlanden. In de verkaveling lagen twee ronde vijvers. Ten westen van het huis lag de 'aanleg tot vermaak', ten zuidwesten boomgaarden, een tuin met 'broeijerij' een tuinmanswoning en stalgebouwen. Na de dood van Josua in 1830 verkocht zijn weduwe de buitenplaats. Koper in 1831 is Frederik Taunay die het negen jaar later de overplaats van De Beek verkoopt aan de weduwe Borski-Van de Velde. Dit gebied wordt een zelfstandige buitenplaats, Lindenheuvel. De Beek zelf gaat korte tijd daarna over in het bezit van J.P.A. van Wickevoort Crommelin. Hij verhuurde De Beek. Lutgers meldt in 1844: 'Hofstede de Beek, in de vorige eeuw aangelegd door David van der Poorten, en door aanhuwelijking in het geslacht der van Vollenhovens gekomen, is thans het eigendom van den heer F. Taunay en onder leiding van den Architect J.D. Zocher merkelijk veranderd geworden'. Zo bekeken lag er voor 1831 dus al een aanleg - hetgeen bevestigd wordt door de kadastrale minuut - die Zocher na 1831 veranderde. Het resultaat is afgebeeld op een plattegrond die Springer maakte van de situatie vóór de door hem doorgevoerde veranderingen. Lutgers beeldt in 1844 het huis en een deel van het park af gezien van over de vijver. In 1882 verkoopt Willem Philip Crommelin De Beek aan Johannes Borski van Hartelust. Hij geeft aan Leonard Springer de opdracht om de tuin te reorganiseren. Borski woont niet zelf op De Beek maar geeft het in huur uit. Johannes Borski overlijdt kinderloos in 1891. De Beek gaat over naar zijn achternicht Bertha Johanna Wilson-van der Vliet. Dan worden de tuinplannen uitgevoerd. Springer laat in 1885 een grote vijverpartij graven Mevrouw Wilson laat in 1895 het 17de-eeuwse huis afbreken en door een nieuw gebouw, ten noorden hiervan, vervangen. Het kwam te liggen op een verhoogd terrein, ontstaan door het uitgraven van de nieuwe voorvijver. De oude stal werd afgebroken en een nieuw koetshuis, annex stal en koetsierswoning naar ontwerp van S. van Rooy kwam in 1902 tot stand. Langs de Omvalslaan bij de moestuin werd in 1905 een woning voor de tuinbaas gesticht. De koepel aan de Bloemendaalseweg werd in 1890 afgebroken ten behoeve van de verbreding van de weg. Het huis werd in 1904 aan de oostzijde met een bodenkamer uitgebreid. In 1917 overleed mevrouw Wilson. Haar zoon besloot in 1938 het huis door een moderne villa te laten vervangen. Het ontwerp was van de Aerdenhoutse architecten A.P. Smits en C. van der Linde. In 1948 kwam De Beek in bezit van de familie Brenninkmeijer. Zij lieten het huis restaureren en het park opknappen door het aanplanten van nieuwe bomen en uitdiepen van de vijvers aan de hand van de bewaard gebleven ontwerptekeningen van Springer.
Waardering van het complex
Het complex HISTORISCHE BUITENPLAATS DE BEEK is van algemeen belang wegens:
- de ouderdom;
- de ontstaansgeschiedenis;
- als een van de buitenplaatsen buiten Haarlem langs de duinrand in het Kennemerland;
- de tuinhistorische waarde;
- als voorbeeld van een park van de hand van J.D. Zocher waar over heen een park naar ontwerp van Springer is gelegd;
- als gaaf bewaard voorbeeld uit het oeuvre van tuinarchitect L. Springer.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Historische aanleg | Kastelen, landhuizen en parken | Tuin, park en plantsoen | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Busken Huetlaan | 6 | – | 2061 EA | Bloemendaal | – | BY | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Kastelen, landhuizen en parken | Tuin, park en plantsoen | – | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | E | 1010 | – | Bloemendaal |
– | E | 1008 | – | Bloemendaal |
– | E | 2315 | – | Bloemendaal |
– | E | 1971 | – | Bloemendaal |
– | E | 1970 | – | Bloemendaal |
– | E | 2316 | – | Bloemendaal |
– | E | 1011 | – | Bloemendaal |
– | E | 1006 | – | Bloemendaal |
– | E | 1007 | – | Bloemendaal |
– | E | 1001 | – | Bloemendaal |
– | E | 1468 | – | Bloemendaal |
– | E | 1969 | – | Bloemendaal |
– | E | 1005 | – | Bloemendaal |