Pand met vijf traveeën brede gevel; natuurstenen hoekpilasters, arkel op consoles, daarboven een rijk gebeeldhouwde bekroning. Attiek met snijwerk in de panelen. De geblokte pilasters van de beganegrond hebben kapitelen met bladornament, de vlakke pilasters van de verdieping ionische.

Pand met XIXc gepleisterde lijstgevel; dakkapel.

Pand met trapgevel;vernieuwde gevel,waarin oude elementen zijn toegepast.

Bekronend gebogen fronton.

Gebeeldhouwde klauwstukken. XVII B.

Stadhuis. Het stadhuis bestaat uit een elf traveeën brede langsgevel en links hiervan een achtzijdige traptoren, beide gebouwd tussen 1509 en 1520, gerestaureerd 1897-1881 en 1910; rechts een in 1894 aangebouwde vleugel.

Hoekpand onder schilddak. Lijstgevel met zijlisenen en risaliet van de middentravee. Voordeur met bovenlicht. Schuifvensters met roedenverdeling. Dakkapel; in de zijgevel dichtgemetselde en blinde vensternissen. XVIII-XIX.

Provenhuis van Nordingen. Het GEBOUW, dat in oorsprong teruggaat op het St.