Financiering rondkrijgen bij een monument is iedere keer weer een puzzel
Steeds meer mensen kloppen aan bij het Nationaal Restauratiefonds voor de financiering van de restauratie van hun monument. Zij krijgen dan te maken met een accountmanager, die met ze meedenkt over een goed financieel plan, maar soms ook over nog veel meer zaken. Remco Vos is accountmanager voor de zuidelijke regio.
‘Samen met de eigenaren werk ik een kredietvoorstel uit en zorg voor de uiteindelijke offerte. Ik ga eigenlijk altijd naar het betreffende monument toe. Het is belangrijk om de ligging en het uiterlijk van het pand te zien. Voor onze financiering is het belangrijk wat de waarde van het pand is, op het moment dat het gerestaureerd is. Daarbij telt ook de ligging van het pand mee, zoiets kan je onvoldoende goed beoordelen op basis van een plaatje.
Ik ga eigenlijk altijd naar het betreffende monument toe.
Bovendien vind ik het belangrijk om de klant in de ogen te kijken, dat helpt om gevoel bij een project te krijgen. Dit werk geeft mij voldoening: ik ben nu een radertje in het behoud van het cultureel erfgoed. Op een bepaalde leeftijd wordt dat toch belangrijker dan alleen maar gaan voor de financiële winst.’
Crisis
‘Door de crisis hebben wij meer hypotheken weggezet dan ooit. De banken wagen zich niet meer aan bedrijfsmatig onroerend goed en daarmee gooien ze ook de deur dicht voor initiatieven die wel degelijk kunnen renderen. Die mensen kloppen nu bij ons aan. Zo hebben we in Chaam de restauratie van een oude boerderij meegefinancierd. De vierde generatie van deze familie heeft nu de boerderij betrokken en is in de stal een bierbrouwerij begonnen. Het pand ligt naast een fietsknooppunt en heeft een terrasfunctie. Wij durfden dat wel aan en tot nu toe loopt het heel erg goed.’
Oog voor meerwaarde
‘Ik heb geen verstand van monumenten, zeg ik altijd tegen cliënten, al is dat in de loop der jaren natuurlijk wel veranderd. Ik ben op dat vlak geen specialist, maar ik heb wel oog voor de meerwaarde die een monument kan hebben om tot een goede exploitatie van een pand te komen. Monumenten zijn onderscheidend en er zit vaak een verhaal aan vast. Dat is belangrijk om ook op langere termijn de exploitatie te kunnen waarborgen.’
Ik heb geen verstand van monumenten, maar wel oog voor meerwaarde.
De financiering is iedere keer een puzzel
‘Het leukst vind ik de diversiteit in mijn werk. Ik spreek veel verschillende eigenaren. Van een particulier die een woning gaat restaureren tot een belegger of een kerkbestuur, die iets willen met een monument. Iedere keer weer is het een soort puzzel om te kijken hoe we het beste de financiering rond kunnen krijgen. Ik probeer daarin creatief te zijn en eigenaren te wijzen op mogelijkheden die er zijn, bijvoorbeeld bij provincies en gemeenten of andere fondsen.’
Maatschappelijke vraagstukken
‘Een prachtig project vind ik de Ringoven in Panningen. Dat project steekt qua financiering bijzonder in elkaar: de gemeente heeft als eigenaar de restauratie van de buitenkant gefinancierd en wij hebben de financiering van de inpandige aanpassingen gedaan. Maar ik vind het vooral zo bijzonder door de maatschappelijke betrokkenheid van de exploitant van dit pand.
In deze oude steenbakkerij vinden nu verschillende kleine bedrijfjes onderdak.
Exploitant Rendiz geeft mensen met afstand tot de arbeidsmarkt in deze bedrijven de kans om werkervaring op te doen. En ook bij de restauratie zelf hebben mensen met een beperking meegewerkt. Ik vind het bijzonder hoe het behoud van een rijksmonument op deze manier van betekenis kan zijn voor een ander maatschappelijk vraagstuk.’
Herbestemming: niet exotisch
‘Herbestemming is nu een hot item, maar in feite doen we dat als Restauratiefonds natuurlijk al dertig jaar. Er is nu meer waardering voor de grote panden, zoals industrieel erfgoed. Daar is meer interesse voor en er komen steeds meer grote panden, zoals kerken en fabrieken, leeg te staan. Dan is het zoeken naar partijen die hier iets in kunnen doen.
Herbestemming is nu een hot item, maar in feite doen we dat als Restauratiefonds natuurlijk al dertig jaar.
Ik kan dan helpen door te vertellen hoe dergelijke projecten elders aangepakt zijn. Daarbij vind ik het belangrijk om qua herbestemming dicht bij het pand te blijven. Geen exotische en extravagante plannen bedenken, maar zoeken naar een natuurlijke invulling. Een voorbeeld daarvan vind ik de Zeevaartschool in Vlissingen. Dit pand is fors gerestaureerd, maar er hoefde niet ingrijpend verbouwd te worden, om de nieuwe bestemming -een gezondheidscentrum- hier naadloos in te voegen.’