Uit 1837-1840 daterende, ronde, bakstenen vuurtoren op hardstenen plint, met halfronde ombouw zonder verdieping en onder lessenaardak rond de voorste helft van de torenvoet, met hardstenen bordes en traptreden (gedeeltelijk), met slagen ijzeren ribbalken en gietijzeren hoofdbalken en vloerplaten, waarop hardstenen tegelvloeren. De door L.Valk ontworpen toren is 47 m. hoog, is thans wit geschilderd met brede rode spiraalvormige band en heeft twee verdiepingen in het bovengedeelte. De taps toelopende toren heeft een "kapiteel" met fries van spitsboognissen, waarvan twee met venster, heeft in de schacht enige spitsboogvensters, in de halfronde ombouw in het met fronton bekroond middenrisaliet een dubbele deur met spitsboogvormig bovenlicht voorzien van 6-ruits tracering en voorts vier 4-ruits vensters met spitsboogvormig bovenlicht voorzien van 3-ruits tracering en aan de achterzijde een deur met spitsboogvormig bovenlicht voorzien van 6-ruits tracering. Op de toren een koperen lichthuis met koperen koepel. In het voorportaal een marmeren gedenksteen.