Gepleisterd blok van twee woningen met verdiep onder met rode en blauwe muldenpannen gedekt wolfdak (nok//straat), waarvan de dakvoet aan de voor- en achterzijde op twee plaatsen is opgenomen t.b.v. de zoldervensters, met geprofileerde houten gootlijsten en windveren; tegen de zijgevels voormalig stalletje (thans keuken) met latere uitbreiding uit ca. 1955; onder met rode muldenpannen gedekt lessenaardak; plint, (hoek)pilasters en decoratieve details in schoon metselwerk; getoogde vensters, getoogde bovendorpel en ten dele met oorspronkelijke roedenverdeling. De woningen (1918), gelegen temidden van de afzonderlijke erven, zijn een deel van de in 1913-1918 door de Oranje Nassau Mijnen gebouwde mijnwerkerskolonie 'Schaesberg', die door zijn stedebouwkundige aanleg en overeenkomsten in architectuur, kleur- en materiaalgebruik een eenheid vormt en die een der gaafste en voor Nederland vrij zeldzame voorbeelden is van de op de internationale, 19e eeuwse (XIX B) traditie gebaseerde arbeiderswoningbouw door industrielen.