Bloemendalstraat 26, Vaals

HEKPARTIJ, BALUSTRADE EN VOORMALIGE BRUG. Hekpartij en rode bakstenen balustrade, bestaande uit een dubbel smeedijzeren inrijhek met bovenstuk, twee dubbele zijstukken, zes rechthoekige Naamse stenen blokpijlers met kroonlijst en geprofileerde overstekende bovenstukken en een rode bakstenen balustrade aan weerszijden van de hekpartij. Deze centrale hekpartij is haaks op de hoofdas aan de voorzijde van het huis gesitueerd en dateert deels uit het einde van de 18e eeuw en deels uit ca. 1850 of de tweede helft van de 19e eeuw. De twee centraal gelegen pijlers, die met de overige pijlers het hek en de zijstukken flankeren, zijn samengesteld. Afgezien van de linker pijler zijn de bovenstukken van de pijlers van een kleine rechthoekige Naamse stenen sokkel voorzien, waarop oorspronkelijk vaasvormige bovenstukken waren opgesteld. Een van deze oorspronkelijke Naamse stenen bovenstukken vervult thans voor de middelste pijlers de functie van schampsteen. Op de twee centrale pijlers thans een klein vaasvomig ijzeren bovenstuk uit de tweede helft van de 19e eeuw. De pijlers verspringen paarsgewijs naar achteren vanuit het midden van de hekpartij naar de zijkanten. Voorts verjongen de pijlers zich paarsgewijs vanuit het midden van de hekpartij naar de zijkanten. Deze barokke symmetrische verspringing en verjonging van de pijlers ter weerszijden van de hoofdas vergroot de ruimtewerking van de compositie van de hekpartij en leidt de aandacht naar het zich in het centrum van de compositie gesitueerde smeedijzeren hek en samengestelde pijlers. Deze barokke perspectiefwerking wordt verder door de smeedijzeren zijstukken ondersteund, die zich van de zijkanten naar het midden via flauwe tegengestelde bogen verhogen. De smeedijzeren zijstukken aan de zijkanten, die tevens als zijingang dienst doen, bestaan uit spijlenhekken met aan de onderzijde per hek een vak met ineen gevlochten ovalen. De smeedijzeren zijstukken ter weerszijden van het inrijhek, die eveneens uit spijlenhekken bestaan, zwenken kwartcirkelvormig naar voren en rusten op een eveneens kwartcirkelvormig naar voren gebogen Naamse stenen voetstuk. Het centrale dubbele spijlenhek is van een bovenstuk van twee gebogen regels voorzien. De onderste regel vertoont aan de bovenzijde een aaneengesloten reeks smeedijzeren drietanden met in het hart het wapen van de Congregatie van de Dames du Sacre Coeur, bestaande uit een korenschoof met twee adelaarskoppen naar de zijkanten gekeerd. De bovenste regel wordt in het centrum door een ronde ijzeren beglaasde lantaarn bekroond. Het centrale hek dateert waarschijnlijk uit ca. 1850 of uit de tweede helft van de 19e eeuw, toen de huidige oprijlaan werd aangelegd. De zijstukken dateren uit het einde der 18e eeuw.

Aansluitend aan weerszijden van het hek en de pijlers een rode bakstenen muur met Naamse stenen deklijst, die door 8 (links) en 14 (rechts) Naamse stenen blokpijlers in traveeën wordt geleed. Deze muur aan weerszijden van de centrale hekpartij is voorzien van een smeedijzeren bovenstuk met pijlpuntvormige spijlen. Dit spijlenhek is niet weergegeven op twee tekeningen uit de eerste helft van de 18e eeuw van Blumenthal gezien naar de voorzijde en is na 1848, toen de Dames du Sacre Coeur zich op Blumenthal vestigde, aangebracht. Toen werden ook de Naamse stenen blokpijlers verhoogd. Ter hoogte van het hek zwenkt de muur aan weerszijden boogsgewijs omhoog om bij de pijlers van de centrale hekpartij aansluiting te vinden. In de eindtravee van de linker balustrade een 19e-eeuws spijlenhek.

Aangrenzend aan de parkzijde van het inrijhek een bestrate voormalige brug over de voormalige gracht arm aan de voorzijde van de buitenplaats, die omstreeks 1850 of in de tweede helft van de 19e eeuw is gedempt en dichtgegooid.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
464974
Complexnaam
Blumenthal
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

BUITENPLAATS BLUMENTHAL. De geschiedenis van de historische buitenplaats Blumenthal gaat terug tot de laatste kwart van de 18e eeuw. In 1776 liet de Akense lakenfabrikant Johann Arnold Clermont (1728-1795), eigenaar van het huis Clermont te Vaals, ten noorden van de plaats waar Blumenthal zou verrijzen, een nieuwe ververij bouwen. Aangetrokken door de gunstige ligging van het aangrenzende terrein besloot hij hier een nieuw huis te laten optrekken en een park te laten aanleggen, om alhier zijn laatste levensjaren te slijten. De architect van het huis en waarschijnlijk (deels) van het park was de vermoedelijk uit Luik afkomstige architect Joseph Moretti (1795-1793), die eveneens het huis Clermont had ontworpen.

Moretti ontwierp aan langwerpig onderkelderd hoofdgebouw in rode witgeschilderde baksteen met de sierende delen in Naamse steen. Het huis kreeg een classicistisch aanzien op rechthoekige grondslag met symmetrisch ingedeelde voor- en achtergevel met een fronton boven de middenrisaliet. Het huis, waarvan de bouw in 1791 begon, kwam enkele maanden voor de dood van Clermont in 1795 gereed. Waarschijnlijk kort na de tijd, dat Clermont met de bouw van het huis liet aanvangen, werd een begin met de parkaanleg gemaakt. In 1793 kreeg Clermont vergunning om bomen te planten langs een deel van de huidige Bloemendalstraat, de dwarsas van de historische aanleg, zoals op de Tranchot-kaart (1803 e.v.) is te zien. Deze kaart is de oudste bron over de formele aanleg van Blumenthal, een aanleg die bepaald werd door een hoofdas met aan weerszijden waterparterres en een aan de voorzijde, bij de huidige Bloemendalstraat gelegen buitengracht. Een belangrijk kenmerk vormde voorts het geleidelijk steigende verloop van het terrein van de voor(NO-)zijde naar de achter(ZW-)zijde van de parkaanleg, die door een nog steeds bestaande terrassenaanleg wordt overbrugd. Op de hoofdas van de aanleg aan de achterzijde van het huis vindt deze overbrugging plaats door twee monumentale bordessen met trappen, keermuren, balustrades, fontein en smeedijzeren poort, die waarschijnlijk door Moretti werden ontworpen.

De regulering van het water voor de waterparterres en fonteinen, waarvan er vermoedelijk oorspronkelijk meer dan een aanwezig zijn geweest, vond plaats via twee waterputten, die waarschijnlijk eveneens aan het einde van de 18e eeuw zijn geslagen en gebouwd. De ene waterput bevindt zich tussen de twee genoemde monumentale bordessen. De andere put is aan de ZO-hoek van de in deze eeuw aangelegde tennisbaan op het hoogste niveau van de aanleg gesitueerd.

Voorts werd op de as van het huis en de aanleg aan de voorzijde van Blumenthal een monumentale entree gerealiseerd, bestaande uit een door 6 Naamse blokpijlers gelede smeedijzeren hekpartij met rode bakstenen balustrades met Naamse stenen blokpijlers ter weerszijden. Aansluitend aan het centrale hek werd over de gracht een brug gebouwd met twee aangrenzende nog bestaande balustrades van blokken Naamse steen.

In de eerste helft van de 19e eeuw werd op Blumenthal een park in landschapsstijl aangelegd, dat zich in het parkgedeelte aan de voorzijde van het huis concentreert. Deze aanleg, die bestaat uit een in vloeiende lijnen opgezet patroon van wandelpaden rondom een cirkelvormige oprit en die door boomgroepen en solitairen (beuk, plataan en kastanje) wordt versierd en ingedeeld, is gedeeltelijk bewaard gebleven. Aan de achterzijde van het huis werd een aantal solitairen (beuk, eik, plataan, es) geplant om variatie aan te brengen in de regelmaat van de formele aanleg.

In 1846 verkocht Carl von Clermont de buitenplaats aan Wilhelm von Lommesen, Stadrat in Aken. Twee jaar later werd op Blumenthal, mede op initiatief van genoemde Stadrat, een klooster met pensionaat gevestigd van de Dames du Sacre Coeur. Kort hierna werd het huis van een extra verdieping voorzien, en werd het oorspronkelijke mansardedak door een schilddak vervangen. Aan de zijkanten van het huis werd een extra travee toegevoegd. Aansluitend aan de zijgevels werd een langwerpig complex gebouwd, dat zich vooral in zuidoostelijke richting uitstrekte. Deze aangebouwde vleugels en een in 1865 gebouwde kapel werden in 1990 gesloopt in verband met een nieuwe bestemming van Blumenthal als hotel.

Omstreeks het midden van de vorige eeuw werden waarschijnlijk de waterparterres alsmede de gracht aan de voorzijde gedempt. Om de privacy van het klooster en pensionaat te waarborgen werden de balustrades aan weerszijden van de centrale hekpartij aan de voorzijde met smeedijzeren bovenstukken verhoogd en werd de huidige hoge bakstenen muur aan de NO-, NW-, en ZW-zijde gebouwd. De muur aan de NW- en ZW-zijde geven de grens van de historische aanleg aan deze zijden aan. Tegen de muur aan de achter(ZW- )zijde werd een langwerpig smal bordes aangelegd, dat toegankelijk werd gemaakt door een bakstenen trap aan de linkerzijde van het bordes.

Tegelijkertijd met de vergroting van huis Blumenthal in zuidoostelijke richting werd het park aan deze zijde in zuidoostelijke richting verlengd. Thans is geen relatie meer te ontdekken tussen dit zuidoostelijke gedeelte, dat als openbaar wandelpark toegankelijk is, en de oorspronkelijke aanleg van Blumenthal; de grens van de historische aanleg aan deze zijde wordt gevormd door de rechte erfafscheiding van het park van Blumenthal en het genoemde openbare park.

In de tweede helft van de 19e eeuw werd op de hoofdas een oprijlaan aangelegd, de huidige Sjwats Jris, die van de dwarsas van de aanleg (Bloemendalstraat) tot aan de Maastrichterlaan reikt. Deze laan wordt aan weerszijden geflankeerd door de kadastrale percelen Gemeente Vaals nrs E905 en E814. Voorts wordt de grens aan de NO-zijde door de Maastrichterlaan, en wat de gedeelten ter weerszijden van de oprijlaan betreffen, door de NO-zijde van het tracé van de Bloemendalstraat gemarkeerd.

In de tweede helft van de 19e eeuw werd centraal op de oprit aan de voorzijde van het huis een stenen Maria-beeld op sokkel opgesteld. Rond 1900 werd op de hoofdas aan de achterzijde van het park een Maria-beeld in neo-gotische nis op sokkel met monumentale achterbouw geplaatst.

In de jaren '90 van deze eeuw is het historische huis Blumenthal gerestaureerd en aan weerszijden van nieuwe vleugels voorzien, die vanuit een oogpunt van bescherming van ondergeschikte betekenis zijn.

De historische buitenplaats Blumenthal bestaat uit de volgende samenstellende onderdelen: 1. HOOFDGEBOUW (Huis Blumenthal), zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 464972; 2. HISTORISCHE TUIN EN PARKAANLEG, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 464973; 3. HEKPARTIJ, BALUSTRADE EN VOORMALIGE BRUG, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 464974; 4. BALUSTRADE BIJ VOORMALIGE BRUG, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 464975; 5. BAKSTENEN MUUR, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 464976; 6. BORDESTRAPPEN MET KEERMUREN, BALUSTRADES, PIJLERS EN SMEEDIJZEREN POORT, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 464977; 7. BORDESTRAPPEN MET KEERMUUR EN VOORMALIGE FONTEIN, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 464978; 8. WATERPUT BIJ BORDESTRAPPEN, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 464979; 9. WATERPUT BIJ TENNISBAAN, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 464980; 10. MARIA-BEELD, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 464981; 11. MARIA-BEELD IN NIS OP SOKKEL, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 464982; 12. BAKSTENEN TRAP, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 464983.

De historische buitenplaats Blumenthal is in cultuurhistorisch opzicht van algemeen belang, vanwege:

- het in classicistische stijl opgetrokken hoofdgebouw uit het einde der 18e eeuw met toevoegingen omstreeks het midden van de 19e eeuw;

- de historische parkaanleg, die een van de weinige parken, zo niet het enige park in Nederland vormt, met een formele terrassenaanleg met twee bewaard gebleven laat 18e-eeuwse monumentale bordessen met keermuren, balustrades, trappen, fontein en smeedijzeren poort;

- de monumentale hekpartij met smeedijzeren hekken, balustrades en Namense stenen blokpijlers aan de voorzijde van de buitenplaats, die aan het einde van de 18e eeuw en gedeeltelijk omstreeks het midden van de 19e eeuw werden opgetrokken.

In het bovenlicht een samengesteld 9-ruits radvormig-venster, dat evenals de overige vensters van de middenrisaliet in oorsprong uit de tweede helft van de 19e eeuw dateert (vensters zijn gedeeltelijk vernieuwd tijdens de restauratie in 1991). Aan weerszijden van de toegangsdeur op souterrain-niveau een plat segmentboog-venster met diefijzers; erboven een dubbel venster met 9-ruitsindeling (per venster) met een aan de toegangsdeur identiek bovenlicht. Op de verdieping drie aan laatstgenoemde vensters identieke vensters, echter tot de oorspronkelijke vloer toelopend, voorafgegaan door een Frans balkon. Dit balkon heeft een smeedijzeren balustrade in Lodewijk XVI-stijl met drie vakken. Centraal een vak met ruitvormige regelindeling met in het hart een bokaal vanwaaruit rozenguirlandes ontspringen; aan weerszijden een vak met verticale ineengevlochten puntovalen. Op de tweede verdieping drie dubbele rondboogvensters, twee aan twee gerangschikt, met 11-ruitsindeling. In het fronton een rond venster, waarin vroeger een wijzerplaat was aangebracht.

De vensters aan weerszijden van de middenrisalieten dateren wellicht uit het midden van de 19e eeuw. Waarschijnlijk waren er oorspronkelijk schuifvensters overeenkomstig de imitatie-vensters, die in 1991 zijn vrijgelegd in de trappehuizen ter plaatse van de oorspronkelijke zijgevels.

Aan weerszijden van de middenrisaliet een in vijf traveeën gelede gevelpartij en eindtraveeen, die iets terugliggen. Oorspronkelijk bevond zich in de eindtraveeen een rondboogdeur, die door een hardstenen trap voorafgegaan werd; deze ingangspartijen zijn tijdens de restauratie en herinrichting in 1991 vervallen. Links van de middenrisaliet vijf op de traveeen gestelde souterrain-vensters met diefijzers. Rechts van de middenrisaliet vier dezelfde vensters en een enkele deur, die toegang geeft tot het oorspronkelijke trappehuis. Op de beganegrond aan weerszijden van de middenrisaliet vijf segmentboog- vensters met 10-ruitsindeling. Op de eerste en tweede verdieping ter weerszijden van de middenrisaliet vijf segmentboog-vensters met respectievelijk 10- en 8-ruitsindelingen. De vensters aan deze gevelpartij ter weerszijden van de middenrisaliet werden in 1991 gedeeltelijk vernieuwd. De vier dakkapellen aan de voorzijde zijn evenals de vier dakkapellen aan de achterzijde in 1991 aangebracht.

Achtergevel: ter hoogte van de middenrisaliet aan de achterzijde een fors naar voren springende vijfzijdige uitbouw met omgaande gestucadoorde blokpilasters op de hoeken. In de haaks op de achtergevel staande NW-gevel van deze uitbouw een deur met halfrond bovenlicht met samengesteld 13-ruits radvormig venster. In de vier overige zijden van de uitbouw een halfrond venster met samengestelde dubbele ruits-indeling van 21 ruiten (per venster) en met samengestelde 13-ruits radvormige-vensters in de bovenlichten. De kroonlijst van de uitbouw wordt door een door zuilsokkels gelede smeedijzeren balustrade van verticale ineengevlochten puntovalen bekroond. Op de sokkel stonden oorspronkelijk kelkvormige zinken vazen (de balustrade en de vazen zijn thans opgeslagen en worden tijdens de restauratie gerestaureerd en herplaatst). De vensterindelingen van de middenrisaliet en van de vensters in de vijf traveeen aan weerszijden hiervan zijn identiek aan die van de voorgevel. Bijna alle vensters van de achtergevel werden in 1991 naar hun oorspronkelijke situatie gereconstrueerd. In de vijfzijdige torenachtige uitbouw aan weerszijden van de achtergevel zijn de bovenste twee vensteropeningen van de linker uitbouw nog oorspronkelijk. De overige vensters alsmede de vensterindelingen dateren uit de tijd van de restauratie in 1991. In die jaren werd het huis aan weerszijden van nieuwe vleugels voorzien, die vanuit een oogpunt van bescherming in historisch opzicht van ondergeschikte betekenis zijn. Op het fronton achter het huis een 19e-eeuws stenen Maria-beeld. Op het fronton aan de voorzijde van het huis staat thans een stenen kruis met inscriptie, dat in het park wordt herplaatst.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Bloemendalstraat 26 6291 CM Vaals BY Ja
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
E 1159 Vaals
E 1137 Vaals
Naar boven