Begraafplaatslaan 1, Harlingen

Inleiding

De JOODSE BEGRAAFPLAATS bevindt zich sinds 1868 op het terrein van de Algemene Begraafplaats. Vanaf de 17de eeuw lag de Joodse begraafplaats op het Bolwerk. Omdat in de loop der tijd die plek te klein was geworden, kreeg de Joodse gemeente in november 1868 een stuk grond toegewezen binnen de Algemene Begraafplaats.

Het terrein ligt vanaf de ingang gezien op het rechter perk van de tweede rij. Op het terrein staan en liggen eenvoudige grafmonumenten en aan de oostzijde staat een reinigingshuis (apart monumentnummer 507123), dat tijdens de uitbreiding van het Joodse Deel in 1909 is gebouwd. Het muurtje dat het terrein omringt, is ook tijdens de uitbreiding in 1909 aangebracht. In 1950 zijn hier de stoffelijke resten, afkomstig van de oude begraafplaats op het Bolwerk, herbegraven. De grafmonumenten worden niet afzonderlijk beschermd, maar zijn als herinnering aan de vooroorlogse Joodse gemeente van lokaal-regionaal genealogisch belang.

Omschrijving

De inrichting van het door een muurtje omringde Joodse deel is eenvoudig: de overwegend staande graven zijn in rijen gerangschikt; er is geen bijzonder inrichtingsplan herkenbaar. Vanaf het middelpunt van de twee hoofdassen begint een pad dat naar de ingang van het reinigingshuis leidt.

Waardering

De Joodse Begraafplaats, aangelegd in 1868, die deel uitmaakt van het complex van de Algemene Begraafplaats te Harlingen is van cultuurhistorisch belang:

- als bijzondere uitdrukking van een cultuurhistorische en geestelijke ontwikkeling;

- als essentieel onderdeel van een groter geheel dat cultuurhistorisch van nationaal belang is;

- wegens de visuele en esthetische kwaliteit van het ontwerp;

- in relatie tot de structurele en visuele gaafheid van de landschappelijke omgeving.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
507122
Complexnaam
Algemene Begraafplaats
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Inleiding

Complex van de ALGEMENE BEGRAAFPLAATS annex JOODSE BEGRAAFPLAATS, gelegen aan de Begraafplaatslaan. Het omgrachte complex omvat de volgende samenstellende onderdelen:

- het ALGEMENE GEDEELTE (ca 1865) met TOEGANGSHEK (ca. 1865) op bakstenen overkluizing, LIJKENHUIS (ca 1865) en TWEE afzonderlijk beschermde GRAFMONUMENTEN, respectievelijk voor J.W. Scheuer-Braams uit omstreeks 1880 en voor H.W. Brouwer uit 1916.

- het JOODSE GEDEELTE (1868) met REINIGINGSHUIS (1909) en HEKWERK (1909).

Met uitzondering van de twee afzonderlijk beschermde grafmonumenten zijn de 19de- en vroeg-20ste-eeuwse grafmonumenten op zowel het Algemene als het Joodse gedeelte niet van rijkswege beschermd. Zij zijn echter wel van lokaal-regionaal belang, aangezien zij door materiaalgebruik en vormgeving in hoge mate het karakter van de begraafplaats bepalen. Bovendien vormen zij een belangrijke genealogische bron. De aanleg is wél beschermd.

De Algemene BEGRAAFPLAATS aan de Begraafplaatslaan te Harlingen is rond 1865 aangelegd buiten de bebouwde kom van de stad, aan de rand van de toenmalige gemeentegrens. 'Zelfstandige' begraafplaatsen, gelegen buiten de bebouwde kom, zijn ontstaan op grond van het Souverein Besluit van Koning Willem I in 1825, inhoudende een verbod tot het begraven in de kerken en binnen de bebouwde kom. In 1826 had de Gouverneur van Friesland alle steden en grietenijen in naam van de koning het bevel gegeven "om, zoo spoedig immer mogelijk plaatsen buiten de kerken aan te wijzen, geschikt om, ..., bij de buitengewone sterfte welke thans plaats heeft, de lijken ter aarde te bestellen...". Op de Nieuwe Atlas van de Provincie Friesland van W. Eekhoff (1849-1859), is de begraafplaats bij de stad Harlingen nog niet getekend. Op de Gemeente-Atlas van Friesland van J. Kuyper uit 1867 komt de begraafplaats wél voor: in dat jaar had zij een vierkante aanleg en grensde met de noord- en oostzijde aan de gemeentegrens. Het deel dat nu de Joodse Begraafplaats is, bestond toen nog niet. De Joodse begraafplaats lag oorspronkelijk, al vanaf de 17de eeuw, op het Bolwerk. Omdat deze in de loop der tijd te klein was geworden, kreeg de Joodse gemeenschap bij Raadsbesluit van 14 november 1868 ruimte toegewezen op de Algemene Begraafplaats en wel aan de toenmalige noordoostzijde. Dit zou het "Joodse Deel" heten (de Joodse gemeente had de hulp van de burgerlijke gemeente ingeroepen omdat zij geen nieuwe eigen begraafplaats kon bekostigen). In 1909 is het Joodse gedeelte uitgebreid en van een ijzeren hekwerk voorzien; in 1950 zijn er de stoffelijke resten herbegraven die afkomstig waren van de afgraving van het Bolwerk, waar de oude begraafplaats lag. De Algemene begraafplaats annex Joodse begraafplaats heeft nu een onregelmatige trapezoïdale vorm, voornamelijk door de uitbreidingen die in 1959 en 1973 aan de noordkant hebben plaatsgevonden. Het terrein wordt door water omringd. De ingang, met dam over de sloot en TOEGANGSHEK, ligt aan de oostzijde, nu asymmetrisch ten opzichte van de gehele breedte door de uitbreiding aan de rechter zijde. Het oude terrein van de begraafplaats omvat acht perken, die vanaf de ingang gezien twee aan twee in oostelijke richting in vier rijen worden gerangschikt door een regelmatig padenbeloop. Het paden-beloop bestaat uit één longitudinale hoofdas (vanaf de ingang naar achteren toe), drie transversale paden loodrecht op deze as en een doorlopend pad om het terrein heen. Op het longitudinale pad, op de hoogte van de tweede rij perken en zichtbaar vanaf de ingang, staat op een uivormige uitdijing het in Neoclassicistische bouwstijl gebouwde LIJKENHUIS (nu Columbarium). Rechts ervan staat het REINIGINGSHUIS van het Joodse Deel, dat tijdens de eerste uitbreiding van 1909 is gebouwd. Uit dat jaar stamt ook het ijzeren HEKWERK rondom het Joodse gedeelte. Achter het tweede perk aan de linker kant bevindt zich een houten werkplaats. Midden in het eerste rechter perk staat een grote knotwilg. Langs het water aan de oostzijde staan kastanjebomen en wilgen, evenals aan weerszijden van het middenpad tussen de eerste twee rijen perken. Rondom de wilg liggen op het eerste perk rechts verschillende grafstenen, waarvan één met ijzeren grafhek. Het perk links valt op door de vele graftekens met gietijzeren grafhekken. Op de tweede rij perken ligt rechts het Joodse Deel met overwegend staande graftekens; links staat een aantal oude en nieuwe graven. Op de perken van de derde rij staat rechts het afzonderlijk beschermde GRAFMONUMENT voor H.W. BROUWER en links het "PUTTI"-GRAFMONUMENT voor J.W. SCHEUER-BRAAMS. De uitbreidingen uit 1959 en 1973 in het noordelijke deel van het terrein vallen buiten de bescherming van rijkswege wegens te geringe ouderdom.

Waardering

Het complex van de Algemene Begraafplaats aan de Begraafplaatslaan te Harlingen is van groot cultuurhistorisch belang:

- als bijzondere uitdrukking van een culturele en geestelijke ontwikkeling;

- als bijzondere uitdrukking van een typologische ontwikkeling;

- wegens de hoogwaardige esthetische kwaliteit van het ontwerp;

- wegens de in grote mate aanwezige gaafheid van de oorspronkelijke inrichting;

- wegens de architectonische gaafheid van de samenstellende onderdelen;

- wegens het voorkomen van enkele opvallende grafmonumenten;

- in relatie tot de structurele en visuele gaafheid van de stedelijke omgeving;

- wegens de bijkomende functie van groene vlek met landschappelijke waarde binnen de stedelijke omgeving;

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Begraafplaats Uitvaartcentra en begraafplaatsen Begraafplaats en -onderdelen oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Begraafplaatslaan 1 8861 JD Harlingen BY Ja
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
A 8931 Harlingen
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1868 1909 vervaardiging
Naar boven