Wulperhorst, Zeist
Omschrijving complexonderdeel 1
Een op enige afstand van de weg gelegen vrijstaand LANDHUIS van de buitenplaats Wulperhorst, gebouwd in 1858 naar ontwerp van S.A. van lunteren voor jonkheer J.L.R.A. Huydecoper. Het pand is opgetrokken op een rechthoekige plattegrond van twee bouwlagen onder een met Hollandse pannen gedekt samengesteld dak, bestaande uit twee schilddaken (de vleugels) en een zadeldak (het middenrisaliet). Alle gevels zijn bepleisterd en wit gesausd. Een omgaande cordonlijst is tussen de twee verdiepingen gezet. Het meest voorkomende venstertype is een T-venster met tweelichts schuifraam. Het landhuis is via een oprijlaan aan de rechterzijde van het terrein te bereiken.
De voor- of noordgevel van het landhuis is opgebouwd uit een op de middenas terugliggende tuitgevel van drie vensterassen breed die aan beide zijden geflankeerd is door een zijvleugel of hoekrisalieten van twee vensterassen breed. Tussen de hoekrisalieten bevindt zich een bordes, dat overdekt is door een balkon op vier pijlers die een architraaf dragen, waarop de borstwering is gezet. Daaronder geven drie dubbele deuren met rondboogvormige bovenlichten toegang tot het bordes. Vanuit de tuin kan men het bordes via een hardstenen trap, ter breedte van de tuitgevel, betreden. Vanaf het terras was oorspronkelijk een zichtlijn op het Slot Zeist gepland. Deze zichtas is echter voor een deel gerealiseerd. In de verdieping geven drie dubbele balkondeuren met bovenlichten toegang tot het balkon. Aan de bovenzijde zijn de deuropeningen voorzien van eenvoudige wenkbrauwen. In de top van de tuitgevel is een serlianavenster met roedenindeling geplaatst. De gevelbeëindiging is geaccentueerd door een vlakke band die onder de dekplaten is aangebracht. De hoekrisalieten hebben een schilddak bekroning. Deze gevels zijn gedecoreerd met hoeklisenen, die in de eerste bouwlaag voorzien zijn van horizontale imitatievoegen en in de tweede bouwlaag casementen hebben gekregen. Onder de uitkragende dakgoot, die op gesneden consoles rust, is eveneens een brede geprofileerde band aangebracht die voorzien is van casementen en een in het midden geplaatst klein rondvenster voor de zolderverdieping.
De achtergevel is wat de hoofdvorm betreft gelijk aan de hierboven beschreven gevel. In de terugliggende tuitgevel bevindt zich de ingangspartij die via een hardstenen trap te bereiken is. De ingang bestaat uit een portiek, waarin twee ranke gietijzeren kolommen de architraaf dragen. Een teruggelegen dubbele deur met bovenlichten geeft toegang tot het huis. Deze dubbele deur heeft aan weerszijden een zijlicht. Het portaal wordt geflankeerd door een dubbel draaivenster (zesruits) met een rondboogvormig bovenlicht. In de tweede bouwlaag is recht boven voornoemde vensters een identiek venster geplaatst. Alle vier de vensters hebben een geprofileerde omlijsting. Boven het portiek zijn twee getoogde dubbele draaivensters met bovenlicht geplaatst. Deze vensters hebben een vlakke, gekoppelde wenkbrauw. Boven laatstgenoemde vensters bevinden zich nog twee naast elkaar geplaatste rondboogvensters, eveneens met een vlakke, gekoppelde wenkbrauw. De beëindiging van de tuitgevel is conform de voorgevel. Ook de hoekrisalieten hebben een indeling en gevelbehandeling conform de voorgevel.
Tegen de linker zijgevel is een open serre aan de noordkant gezet, waarvan de dakschilden met zink gedekt zijn.
De rechter zijgevel is conform de linkerzijgevel, maar zonder serre-aanbouw. Rechts is de eerste steen ingemetseld met de tekst: `gelegd door Jan Elias Huijdecoper oud 8 jaren 18 juni 1858'.
De plattegrondindeling is nog redelijk gaaf en het interieur heeft nog een aantal elementen die van kunsthistorisch belang zijn. De kamer op de begane grond (in de zuidoosthoek van de plattegrond) heeft een rijk gedetailleerde schouw met houten gecanneleerde zuilen, consoles met gesneden hoofden, die een geprofileerde kroonlijst of schouwbalk dragen. Het houten fries van de schouwbalk is met snijwerk gedecoreerd, terwijl de muur van de schouw met siertegels verfraaid is. De houten lambrizering bestaat uit vlakke panelen en heeft aan de uiteinden en in de hoeken gecanneleerde stijlen met zwarthouten, in krulwerk gesneden accenten, die aansluiten op een console waarin een mensenkop is gesneden. Ook de muurkast met een dubbele vensterdeur, in de zuidwest hoek van de kamer, is met houtsnijwerk verfraaid.
In de grote kamer aan de noordzijde bevindt zich een marmeren schouw met barok detaillering. In de kamer in de zuidwesthoek van de plattegrond is een marmeren schouw geplaatst. Op de verdieping bevinden zich, met uitzondering van de schouw met neoclassicistische elementen in de kamer op de zuidwesthoek, geen monumentale elementen.
Het stucwerk van de plafonds is grotendeels aan het oog onttrokken door later aangebrachte systeemplafonds. De plafonds van de grote hal en in de eerder genoemde kamers op de begane grond zijn nog wel zichtbaar gebleven.
Waardering complexonderdeel 1
Het landhuis Wulperhorst is van architectuurhistorische waarde vanwege de redelijke gaafheid van het type en detaillering, zowel in het exterieur als in het interieur. Tevens van belang als onderdeel in het oeuvre van S.A. van Lunteren. Alsmede van ensemble waarde als onderdeel van de voormalige buitenplaats Wulperhorst en vanwege de situering in relatie met het nabij gelegen Slot Zeist.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding complex:
Buitenplaats Wulperhorst is gesitueerd op een rechthoekig perceel dat wordt begrensd door de Tiendweg in het noordoosten, de laan van Wulperhorst in het zuidoosten, de gemeentegrens in het zuidwesten en de aan de Koelaan evenwijdig lopende Notenlaan in het noordwesten. De geschiedenis van de het gebied waar de buitenplaats Wulperhorst op ligt gaat terug tot het jaar 1692. In dat jaar wordt in een charter gesproken van de ambachtsheerlijkheid Stoetwegen die een omvang had van 404,5 morgen groot. De naam Stoetwegen komen we nog tegen in de naastgelegen boerderij Stoetwegen aan de Tiendweg. In de achttiende eeuw werd vermoedelijk het Huys Wulperhorst gebouwd; of dat gebeurde op de funderingen van een ouder huis is niet bekend. Op een achttiende eeuwse kaart staan het toenmalige huis en park afgebeeld. Wulperhorst heeft in de achttiende eeuw een formele parkaanleg met een waterallee, een gracht met een lengte van ruim anderhalve kilometer, een sterrebos, een boomgaard en loofbos. Voor 1829, het jaar dat Wulperhorst geveild wordt, zijn een aantal veranderingen aan het park doorgevoerd zoals blijkt uit de opsomming in de catalogus en de kadastrale minuut. Het park kent dan inmiddels een aantal engelse partijen, die duiden op een verlandschappelijking in een deel van het park. Inmiddels zal dan ook een ijskelder gebouwd zijn die nog steeds in het park achter het landhuis aanwezig is. De buitenplaats werd in 1829 gekocht door M.I.A.C. Taets van Amerongen, echtgenote van Jan Elias Huydecoper, die een jaar later ook Slot Zeist in zijn bezit kreeg. Huydecoper liet in 1830 / 1831 een aantal belangrijke wijzigingen doorvoeren. Niet alleen verbouwde hij Slot Zeist, maar Huydecoper gaf in 1831 aan J.D. Zocher opdracht om het gebied tussen beide huizen in een groot landschappelijk park te veranderen. Om de relatie tussen beide bezittingen te benadrukken ontwierp Zocher tussen de huizen een lang uitzicht van één kilometer lengte. Volgens het ontwerp werden hier omheen boomgroepen, solitaire bomen en struiken, heuvels en waterpartijen gegroepeerd. Afgaande op topografische kaarten en kadastrale gegevens uit de tweede helft van de negentiende eeuw, kan geconcludeerd worden dat het ontwerp van Zocher slechts voor een deel is uitgevoerd. Zo is de verlandschappelijking van het weidegebied tussen beide buitenplaatsen niet gerealiseerd. Het oude landhuis van Wulperhorst is in 1830 afgebroken. Plannen voor een nieuw te bouwen huis werden pas dertig jaar later gerealiseerd. In 1858 gaf jonkheer J.L.R.A. Huydecoper aan S.A. van Lunteren de opdracht een nieuw huis te ontwerpen. Het nieuwe huis kwam ten opzichte van het oude huis meer noordwestelijk te liggen. Daarnaast werden door Van Lunteren enige aanpassingen in de parkaanleg rond het huis aangebracht. Van het oude complex bleven alleen de ijskelder en het koetshuis over. Deze laatste is als gevolg van veel verbouwingen en aanpassingen voor rijksbescherming van ondergeschikt belang.
Omschrijving complex:
Het te beschermen complex van de BUITENPLAATS WULPERHORST omvat de volgende onderdelen:
1. het landhuis
2. de ijskelder
3. het landschapspark met restanten van de formele aanleg
Waardering complex:
De buitenplaats Wulperhorst is van cultuurhistorisch waarde als voorbeeld van een bijzondere uitdrukking van een landschappelijke ontwikkeling en vanwege de bewoningsgeschiedenis. Alsmede van ensemble waarde vanwege situering in relatie met de nabij gelegen buitenplaatsen Blikkenburg en Slot Zeist als onderdeel van de Stichtse Lustwarande.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Landhuis | Kastelen, landhuizen en parken | Kasteel, buitenplaats | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Tiendweg | 6 | – | 3709 JP | Zeist | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | F | 1246 | – | Zeist |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1858 | 1858 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Lunteren, S.A. van ; Utrecht | architect / bouwkundige / constructeur | – |