Vijverhof 26, Den Dolder
Omschrijving complexonderdeel 1
Vrijstaand KANTOORGEBOUW op samengestelde plattegrond van twee bouwlagen onder samengesteld zadel- en schilddak met rode kruispannen gedekt. De goot rust op geprofileerde klossen. De gevels zijn bepleisterd met uitzondering van de plint, de getoogde strekken boven de vensters en de cordonbanden ter hoogte van de strekken in de eerste bouwlaag en de boven- en onderdorpels van de vensters in de tweede bouwlaag. Deze waren oorspronkelijk in schoon metselwerk uitgevoerd, maar zijn tegenwoordig in de kleur van de bepleistering gesausd, waardoor het beoogde effect van de tegenstelling tussen bepleisterde en onbepleisterde geveldelen verloren is gegaan. De venstertypen die gebruikt zijn beperken zich voornamelijk tot twee- en drielichtsvensters met roedenbovenlichten. De voorgevel, aan de westzijde, heeft een symmetrische indeling van zeven vensterassen. Het middenrisaliet, dat een topgevelbeëindiging met steekkap heeft, is drie assen breed en heeft op de middenas de hoofdingang die geflankeerd wordt door een drielichtsvenster, waarboven een ontlastingsboog is gezet. In de tweede bouwlaag zijn drie drielichtsvensters geplaatst, terwijl in de top, die met verticaal vakwerk is versierd, een liggend zeslichtsvenster met een in het midden geplaatst dubbel draairaam en bovenlichten is gezet. Onder het vakwerk is een zaagtandlijst aangebracht.
De achtergevel heeft wat de hoofdstructuur betreft een gevelindeling die gelijk is aan de voorgevel. Het middenrisaliet heeft hier echter een kleinere voorsprong en bezit een groot drielichts trapvenster in de verdieping. Tegen het middenrisaliet stond oorspronkelijk een aanbouw van één bouwlaag onder een plat. Nu is het directiegebouw verbonden met een moderne uitbreiding die buiten de bescherming valt. Aan de rechterzijde van de achtergevel bevindt zich een serre onder lessenaarsdak waarin een samengesteld vijflichtsvenster is gezet. De zijgevels hebben een verschillende indeling. De gevel aan de noordzijde heeft drie vensterassen, terwijl de zuidgevel één vensteras heeft. Tegen laatstgenoemde gevel bevindt zich een moderne brandtrap.
Op het samengestelde dak zijn vier dakkapellen onder steekkappen geplaatst. Op de kruising van de nokken is een klokkenstoel gezet met gemetselde onderbouw en een houten opbouw met gesneden stijlen, waartegen wijzerplaten zijn aangebracht. Het torentje heeft als bekroning een uitzwenkend, met leien gedekte spits, waarboven een windvaan met de letters WAH is geplaatst.
Waardering complexonderdeel 1
Het directiegebouw van de W.A. Hoeve is van grote cultuurhistorische waarde alsmede van ensemble waarde als functioneel onderdeel van de W.A. Hoeve. Tevens is het gebouw van architectuurhistorische waarde vanwege het bouwtype en de oorspronkelijke detaillering van het exterieur.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding complex
Het terrein van de Willem van de Arntsz Stichting werd in 1905 door het College van Regenten van de stichting gekocht van de Amsterdammer P.W. Scholten. Bij de koopakte werd het ruim 207 hectare grote terrein beschreven als land dat oorspronkelijk bij het landgoed `Ewijckshoeve' hoorde en uit wei- en bouwland, bossen, heide, wegen en lanen bestond. De aanleiding om een buitencomplex te realiseren, kwam voort uit het feit dat aan het eind van de negentiende eeuw in de psychiatrie een nieuwe zienswijze aan kracht won, die een voor die tijd een revolutionaire geneeswijze van `lijders aan krankzinnigheid' voor ogen had door middel van verpleging in een rustige omgeving vol schoonheid in de vrije natuur. Deze gedachte is ook wel bekend onder de naam forensische psychiatrie of sociotherapie. Belangrijk onderdeel van deze therapie was dat de patiënten verschillende soorten arbeid dienden te verrichten, bijvoorbeeld door middel van land- en tuinbouwwerkzaamheden. In 1906 werd begonnen met de bouw van de boerderij. Groepjes patiënten waren reeds maanden van te voren bezig het land bouwrijp te maken, als onderdeel van de therapie. Dit gebeurde onder begeleiding van en samenwerking met de Nederlandse Heide Maatschappij. Nadat de boerderij was opgeleverd trokken zes patiënten in het huis onder toezicht van twee boerenknechten. Alhoewel de eerste bevindingen geen succes waren, vermoedelijk door de onkundigheid van de boerenknechten, werd besloten het buitengesticht verder te ontwikkelen. Als architect werd F.W.M. Poggenbeek aangetrokken, die tot 1915 verantwoordelijk was voor alle bouwactiviteiten op het terrein. Poggenbeek had reeds een ruime ervaring met het ontwerpen van gestichtsgebouwen, ondermeer in Santpoort, Castricum en Apeldoorn. Er werden drie dubbele arbeiderswoningen, een woning voor de geneesheer-directeur en een woning voor de landbouwopzichter gerealiseerd. Deze objecten vallen niet onder de rijksbescherming. In de jaren 1911 en 1912 verrezen het directiegebouw (Dolderseweg 164), de gehoorzaal (Dolderseweg 166) die onder de rijksbescherming vallen en het bedrijfsgebouw dat niet onder de rijksbescherming valt. De laatstgenoemde gebouwen werden gebouwd in de hoofdas van het complex die als toegangsweg fungeert en aan elke zijde drie zijassen kreeg waarlangs tot 1915 een aantal paviljoens werden gebouwd. Het directiegebouw is aan de kop van de hoofdas gesitueerd. Voor het gebouw, waar een rond grasperkje is gerealiseerd, splitst de weg zich en loopt aan weerszijden langs het directiegebouw, gehoorzaal en bedrijfsgebouw, waarna beide wegen zich weer samenkomen. In de staart van de hoofdas, geheel afgezonderd, realiseerde Poggenbeek in 1909 een paviljoen voor TBC-lijders. Dit object valt eveneens onder rijksbescherming. De bouwactiviteiten gingen na 1915 door onder leiding van architect H.J. Kolk, die tot 1928 verantwoordelijk was voor de ontwerpen. In 1928 werd architect H.F. Mertens uit Bilthoven aangesteld, die een groot aantal gebouwen ontwierp, waarvan de zusterhuizen (Dolderseweg 164A-G) uit 1928 en de werkplaatsen uit 1937 onder de rijksbescherming vallen.
Omschrijving complex
Het COMPLEX VAN DE WILLEM ARNTSZ STICHTING omvat dertien objecten die met uitzondering van de boerderij en wagenloods langs de hoofdas van het complex liggen. De volgende complexonderdelen vallen onder rijksbescherming: 1. het directiegebouw, Dolderseweg 164, gebouwd in 1911 (ZT141F) 2. de gehoorzaal, Dolderseweg 166, gebouwd in 1911 (ZT141G) 3. de werkplaatsen, Dolderseweg ong., gebouwd in 1937 (ZT141K) 4. het TBC-paviljoen, Dolderseweg ong., gebouwd in 1909 (ZT141M) 5. de zusterhuizen type A `Florence & Louise', `Frederica & Fabiola', `Johanna & Aafke' en `Elisabeth & Jeanne', Dolderseweg 164A, gebouwd in 1928 (ZT141Y-A) 6. de zusterhuizen type B `Josephine & Petronella 'en `Emilie & Kartini' Dolderseweg 164E, gebouwd in 1931 (ZT141Y-B) 7. het zusterhuis type C `Dimphna' Dolderseweg 164E, gebouwd in 1928 (ZT141Y-C) 8. de boerderij, Dolderseweg 256, gebouwd in 1906 (ZT141W-A) 9. de wagenloods met paardenstal, Dolderseweg 256, gebouwd in 1909 (ZT141W-B).
Waardering complex
Het complex van de Willem Arntsz Stichting is van cultuurhistorische waarde als voorbeeld van pionierswerk in de psychiatrie aan het begin van de twintigste eeuw. Alsmede van architectuurhistorische waarde door de eenheid in de architectuur en de zeldzaamheid van de bouwtypen, waarbij de ontwikkelingsgeschiedenis van het complex tot uiting komt.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Administratiegebouw | Handelsgebouwen, opslag- en transportgebouwen | Handel en kantoor | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Vijverhof | 26 | A | 3734 DB | Den Dolder | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | A | 4795 | – | Zeist |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1911 | 1912 | – | vervaardiging |