Omschrijving:

Aan de Bunsinglaan gelegen BOERDERIJ van een klein formaat langhuis- of hallehuistype, opgetrokken op een nagenoeg rechthoekige plattegrond met één bouwlaag onder een rieten zadeldak met wolfeinden met de nok haaks op de weg. In het midden van de nok bevindt zich een gemetselde stenen schoorsteen. De nok is afgedekt met nokvorsten. De dakschilden worden slechts doorbroken door een klein gietijzeren dakvenstertje. De kap heeft aan de voorzijde een ruim overstek en is ter plaatse voorzien van houten windveren.

De gevels zijn boven een gecementeerde plint gemetseld in kruisverband. De topgevels zijn voorzien van vlechtingen. Op verschillende plaatsen in de gevel zijn muurankers aangebracht. Aan de boven- en onderzijde van de kozijnen is het metselwerk afgewerkt met rollagen. Tussen de onderzijde van het kozijn en de rollaag bevindt zich bovendien een platte laag. De voorgevel of westgevel kent een symmetrische indeling met in het midden twee grote zesruits schuifvensters met paneelluiken en ter weerszijden daarvan twee vierruits schuifvensters eveneens voorzien van paneelluiken. Op verdiepinghoogte bevindt zich een dubbel draaivenster.

De achtergevel bevat twee deuren, een klein draaivenster met roedenverdeling en een zesruits schuifvenster met opgeklampte luiken. Op de verdieping bevindt zich eveneens een klein draaivenster met roedenverdeling alsmede een dubbel draaivenster. Rechts aan de achtergevel is een uitbouw te vinden onder een plat dak. Deze herbergt het gemak. In de uitbouw bevindt zich één klein venster.

De linkerzijgevel is boven de plint geheel gecementeerd en bevat rechts een getralied keldervenster en voorts een getralied venster met paneelluiken, een deur en een dubbel draaivenster met paneelluiken.

De rechterzijgevel bevat twee draaivensters met een roedenverdeling. De vensters zijn voorzien van opgeklampte luiken.

De gebintconstructie bestaat uit zes spanten. De dakbedekking rust op sparren. De plattegrondindeling is grotendeels origineel en is in tweeën gedeeld door een stenen brandmuur. Het voorste deel van de boerderij bevat links een opkamertje boven een kelder met daarachter een klein vertrekje. Rechts bevat de woning een smal kamertje. In het midden van dit deel van de boerderij bevindt zich de woonkamer. Deze voorkamer bevat -tegen de brandmuur- een schouw met in een vierkant patroon geplaatste mangaankleurige tegels. Het tableau is vermoedelijk Fries en dateert uit de bouwperiode van de boerderij. Achter de brandmuur was oorspronkelijk het stalgedeelte gelegen. Dit is in de loop van de negentiende eeuw verbouwd tot keuken en knechtenzolder met bedstede. In de keuken bevinden zich originele kasten en een schouw met een bakoven. Tussen de keuken en de knechtenzolder bevindt zich een gangetje met een houten trap naar de zolder.

Waardering:

De boerderij is van cultuurhistorische waarde als voorbeeld van een kleine boerderij van het langhuistype. Het is voorts van waarde vanwege de gaafheid van het interieur en van ensemblewaarde vanwege de combinatie met de erachter gelegen schuurberg en de ligging in de landelijke omgeving.