De Slotplaats, Bakkeveen
Inleiding
Het LANDHUIS "De Slotplaats" is in 1922 ontstaan uit een verbouwing van oudere boerderij ter plaatse. De verbouwing tot landhuis werd getekend door het architectenkantoor Gerretsen en Endt uit Oosterbeek (Gelderland) in 1922, in opdracht van de echtelieden Van der Goes-Van Harinxma thoe Slooten. Aan de achterzijde van het behouden voorhuis van de boerderij uit 1818 is een markante, geheel symmetrische uitbreiding tot stand gekomen. De oorspronkelijke boerderij was in 1818 gesticht door de echtelieden B.Ph.F.-J. van Eysinga en E.E.R. barones van Lynden, die in 1811 waren gehuwd. De boerderij (Fries: pleats > plaats) behoorde bij een buitenverblijf ('slot'), dat in 1837 werd gesloopt. Op de kadastrale minute van 1832 is deze situatie weergegeven: een boerderij met krimp ligt teruggerooid van de 'Bakkeveensterweg', achter de buitenplaats. De buitenplaats behoorde aan notabele en adellijke families, die een aanmerkelijk belang in de veenderijen in de omgeving hadden. Het gebouw is in 1986 verbouwd tot een restaurant met bovenwoning. Het interieur van het landhuis is voor de bescherming van ondergeschikt belang: het souterrain is in 1986 uitgediept en binnenmuren zijn verplaatst ten behoeve van toiletgroepen. In een der voorkamers bevindt zich een haard met een marmeren schouw en een betegeling uit later samengestelde tableaux en randen waarop pauwen, druivenranken, dieren en putti.
Omschrijving
Het pand heeft door de symmetrische samenstelling van bouwvolumes een globaal T-vormige plattegrond. Door gebruik te maken van oversnijding van de bouwvolumes en kapvormen is de overgang van één bouwlaag met schilddak aan de voorzijde, via paviljoenachtige uitbouwen in de krimphoeken met mansardekappen, tot twee bouwlagen onder aangekapt schilddak voor het achterste bouwvolume gerealiseerd. De voorgevel is opgetrokken in roodbruine bakstenen (oud, 1818) die met blokvertanding in de gele bakstenen (oud, 1818 en nieuw, 1922) van de zijgevels is ingewerkt. De lichtopeningen zijn alle recht afgesloten, met uitzondering van die in de voorgevel welke lichtgetoogd zijn. De ramen hebben meerruits kruisvensters met luiken waarop een zandlopermotief is geschilderd (wit op rood): in de eerste bouwlaag onder streklaag, in de tweede bouwlaag onder rollaag. Het samengestelde, overstekende dak, aan de onderzijde afgetimmerd met kraalhout, is belegd met rode ongeglazuurde Hollandse pannen. De kap van het oude gedeelte, het hoofdvolume, is het hoogst; de aansluitende kappen zijn lager en hebben kortere schilden. De kapconstructie bestaat uit hout en ijzer. Op de vier hoogste nokhoeken staan schoorstenen; op de naald van het hoofdvolume een sierlijke dakruiter met achtkantige, ingesnoerde torenhelm, bekroond door een onversierde windvaan. In de dakruiter een luidklokje. Het voorhuis is opgetrokken uit roodbruine handvorm bakstenen. De oostgevel heeft een centrale ingangspartij met zandstenen omlijsting en aan weerszijden twee meerruits licht getoogde kruisvensters onder streklaag, met luiken waarop een zandlopermotief. In het bovenlicht van de deur een houten roedeverdeling met twee bloemmotiefjes. Voor de deur een tweetreeds bakstenen stoep. Boven de deur een gedenksteen met sierlijk opschrift ter herdenking aan de eerste steenlegging op 23 juni 1818 door Jonkhr. Rynhard van Eysinga, "Oud vier Jaren". In het oostelijk dakschild boven de deur een kajuit met tympaanvormige bekroning en vleugelstukken met sierlijke lijst en aan weerszijden twee recht gesloten kajuiten; alle voorzien van meerruits kruisvensters. In de zuidgevel van het voorhuis een kruisvenster met luik; de noordelijke zijgevel is blind.
De overgang van oud naar nieuw is ongeveer ter hoogte van de kleine paviljoenachtige uitbouwtjes in de krimp onder mansardekap. Aan de zuidzijde is het een loggia met liggende ellipsbogen met trekstang, rustend op een gemetselde hoekkolom met zandstenen bekroning. In de loggia een toegangsdeur; de vloer is gelegd in een blokkenpatroon van gele bakstenen. Aan de noordzijde van het landhuis is op dezelfde hoogte een dienstruimte. In de korte dakschilden aan de noord- en zuidzijde is een ondiepe erker met kruisvenster.
Het achterste bouwvolume staat haaks op het hoofdvolume: het is twee bouwlagen hoog, gemetseld in gele bakstenen met een ondiep middenrisaliet. In de zuidelijke zijgevel twee dubbele tuindeuren met luiken, onder streklaag. In de tweede bouwlaag twee meerruits kruisvensters onder rollaag. Het middenrisaliet van de westgevel kent een geleding overeenkomstig de oostgevel. In het midden een toegangsdeur; in het bovenlicht twee vierruitsvensters. Voor de deur een tweetreeds bakstenen stoep. Aan weerszijden van de deur smalle vierruitsvensters met diefijzers, en kruisvensters. Boven de deur een gedenksteen met het opschrift: WILLEM VAN REEDE, Oud veertien Jaaren, Kleinzoon van / Jonkhr. HENDRIK MAURITS VAN DER GOES en Vrouwe / JOHANNA MARIA VAN DER GOES geboren Baronesse / VAN HARINXMA THOE SLOOTEN heeft dezen eersten / Steen gelegd den 25sten Augustus 1922.// In de tweede bouwlaag drie kruisvensters met luiken, onder rollaag. In het westelijke dakschild een kajuit met tympaanvormige bekroning, kruisvenster en vleugelstukken met sierlijke lijst. De gevels aan weerszijden van het middenrisaliet zijn blind.
In de noordelijke gevel van het dwarspand een meerruits kruisvenster in de eerste bouwlaag en twee meerruits kruisvensters in de tweede bouwlaag.
Het interieur is gewijzigd, maar de oorspronkelijke indeling is globaal herkenbaar.
Waardering
Het landhuis 'De Slotplaats" dateert in aanleg uit 1818 en is in de huidige vorm verbouwd in 1922. De landhuis is van algemeen cultuurhistorisch en architectuurhistorisch belang:
- vanwege de hoge mate van belang als uitdrukking van de sociaal-economische geschiedenis, verband houdend met de veenderijbezittingen van adelijke families,
- vanwege het belang dat het object inneemt binnen het oeuvre van de architecten Gerretsen en Endt, die hoofdzakelijk in Gelderland hebben gewerkt,
- vanwege de zeer hoge mate van kwaliteit van het ontwerp,
- vanwege de zeer hoge mate van belang van het object voor het aanzien van het dorp,
- vanwege de zeer hoge mate van gaafheid van het exterieur,
- vanwege de zeer hoge mate van structurele en visuele gaafheid in relatie tot de landschappelijke omgeving,
- vanwege de hoge mate van typologische zeldzaamheid in Friesland.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
Het complex 'De Slotplaats' omvat een LANDHUIS met de aanleg van de TUIN en het BOS aan de zuidwest zijde van de Compagnonsvaart, alsook het bos met zichtas aan de noord-oostzijde van de vaart; in de voortuin van het landhuis een historische ZONNEWIJZER en in het achter het landhuis gelegen Sterrebos een historisch TUINSIERAAD. Het complex heeft een geschiedenis die mogelijk teruggaat tot het midden van de 17de eeuw, toen de vervening rond Bakkeveen aanving. De voormalige bebouwing bestond uit een buitenplaats aan de rijweg, het zogenaamde Blauwhuis later ook Slot genaamd, en mogelijk tevens een boerderij. De buitenplaats lag te midden van bospercelen en tuinen met wandelpaden. Op de kadastrale minute van 1832 is deze situatie weergegeven: op de perceelsgrens staat een klein blokvormig pand, de voormalige buitenplaats; een boerderij met krimp ligt teruggerooid van de 'Bakkeveensterweg'. Op de militaire topografische kaart (1851-1855) is de ruimtelijke structuur van de buitenplaats met een bruggetje over de 'Bakkeveener vaart' en een laan met opgaande beplanting duidelijk aanwezig, toponiem Slotsingel. De buitenplaats werd in 1837 op afbraak verkocht en gesloopt.
Het huidige LANDHUIS "De Slotplaats" heeft een geschiedenis die teruggaat tot 1818. Ter plaatse bevond zich een boerderij (Fr.:pleats > plaats) behorend bij de buitenplaats. Deze boerderij werd gesticht door de echtelieden B.PH.F.-J. van Eysinga en E.E.R. barones van Lynden, die in 1811 waren gehuwd. In 1922 werd de boerderij verbouwd in opdracht van de echtelieden Van der Goes-Van Harinxma thoe Slooten tot landhuis, naar ontwerp van de architecten Gerretsen en Endt uit Oosterbeek.
De architecten Gerretsen en Endt ontwierpen tevens een TUIN met een formele aanleg rondom het huis. De beplanting van zowel voor- als achtertuin is gewijzigd, maar de structuur ervan is herkenbaar.
In de voortuin staat een ZONNEWIJZER uit 1750, afkomstig van de voormalige buitenplaats. Het is gedeeltelijk een zogenaamde polaire zonnewijzer. Deze is waarschijnlijk vervaardigd door of naar aanwijzingen van J.H. Knoop, die rond 1750 de Jhr. Edzard van Burmania, zoon des huizes, onderwees in de wiskunde en navigatie.
Het aan de achtertuin grenzende BOS, bekend als het Sterrebos, dateert vermoedelijk uit het begin van de 19de eeuw. Op het snijpunt van het kruisvormige padenbeloop staat een PARKOBJECT in de vorm van een natuurstenen zuil, lokaal bekend als de Burmaniazuil.
Het BOS aan de overzijde van de Compagnonsvaart met zichtas vormt mogelijk nog een 17de-eeuws element behorend bij het oorspronkelijke slot en dat uitgangspunt vormt voor de jongere aanleg van de voortuin en de architectuur van de Slotplaats.
De doorgang in de beukenhaag in de achtertuin komt uit op het stalplein waaraan een stal en een garage uit 1925, verbouwd in 1966, zijn gelegen. De stal en garage vallen wegens te weinig monumentale waarde buiten de bescherming van rijkswege.
Waardering
Het complex De Slotplaats, bestaande uit een landhuis, bos- en tuinpercelen, parkobject en zonnewijzer, is van algemeen cultuurhistorische en architectuurhistorische waarde:
- vanwege de hoge mate van belang als uitdrukking van de sociaal-economische geschiedenis, verband houdend met de veenderijbezittingen van adelijke families en de geschiedenis van Bakkeveen,
- vanwege de redelijke mate van herkenbaarheid van een 18de-eeuwse tuinaanleg,
- vanwege de herinneringswaarde aan het vroegere landgoed ter plaatse,
- vanwege de cultuurhistorische betekenis voor de lokale folklore van de zogenaamde Burmaniazuil,
- vanwege de zeer hoge mate van belang voor het aanzien van het dorp van het hoofdgebouw,
- vanwege de zeer hoge mate van structurele en visuele gaafheid in relatie tot de landschappelijke omgeving,
- vanwege de hoge mate van gaafheid van het complex en de onderdelen ervan,
- vanwege de hoge mate van typologische zeldzaamheid in Friesland van het hoofdgebouw met een historische en contemporaine bos- en tuinaanleg.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Woonhuis | Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Foarwurker Wei | 3 | – | 9243 JZ | Bakkeveen | – | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Boerderijen, molens en bedrijven | Boerderij (M) | Landhuis | Villaboerderij |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | D | 739 | – | Duurswoude |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1922 | 1922 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Gerretsen, W. ; Drenthe | architect / bouwkundige / constructeur | – |