Omschrijving

DWARSHUISBOERDERIJ, bestaande uit een voorhuis, hals en schuur, opgetrokken in een roodbruine baksteen op een gepleisterd trasraam (voorhuis en hals) en een trasraam van bruinrode klinkers (schuur). Voorhuis en hals hebben gevelbanden van antracietgrijze baksteen. Het VOORHUIS heeft een schilddak, gedekt met een zwart geglazuurde verbeterde Hollandse pan, een kroonlijst, twee gemetselde schoorstenen met kap op de nok en een gemetselde schoorsteen op het dakvlak. De gevels worden geleed door H-vensters onder een getoogde strek met gepleisterde sluit- en aanzetstenen en een gepleisterde boogtrommel; de vensters hebben houten onderdorpels die door een gepleisterde cordonlijst met elkaar worden verboden. De hoofingang bevindt zich in het middenrisaliet van de voorgevel (zuid) in een gemetselde portiek met getoogde strek met gepleisterde sluit- en aanzetstenen; de entree bestaat uit een dubbele paneeldeur met deurlichten met siersmeedwerk onder een bovenlicht met getoogde strek, en een natuurstenen stoep met bordes van rode en decoratieve gele tegels. Aan weerszijden van de entree twee H-vensters; in het dakvlak een gemetselde dakkapel met gebroken fronton, twee gepleisterde gegroefde pilasters, een dubbel H-venster onder een getoogde strek met gepleisterde sluit- en aanzetstenen en boogtrommel.

In de westgevel een H-venster en een tweeruits keldervenster met diefijzers en rollaag. In het dakvlak een dakkapel (niet origineel, 1954). In de oostgevel een H-venster.

De aangebouwde HALS heeft een aangekapt schilddak, gedekt met een zwart geglazuurde opnieuw verbeterde Hollandse pan, een kroonlijst en één gemetselde schoorsteen met kap op de nok. In de oostgevel van de hals twee paar openslaande vensters met bovenlicht en getoogde strek met gepleisterde sluit- en aanzetstenen en boogtrommel, en twee tweeruits keldervensters met diefijzers en rollaag. De westgevel heeft een ondiepe platte uitbouw, waarin een paneeldeur met vernieuwde deurlichten, onder een bovenlicht met getoogde strek en gemetselde stoep met gele tegels in het bordes, en een dubbel H-venster onder één segmentboog met gepleisterde boogtrommel.

De SCHUUR heeft een wolfdak gedekt met riet en een rand van zwart geglazuurde verbeterde Hollandse pannen met glas boven de koestallen; twee uilenborden; een geprofileerde goot (voor- en achterzijde) en een goot op in rode en antracietgrijze baksteen gemetselde klossen. In de achtergevel (noord) van de schuur dubbele deeldeuren onder een latei, een gietijzeren roosvenster, een deur met boven- en zijlichten met roedenverdeling en rollaag, dubbele schuurdeuren met één zijlicht met roedenverdeling en rollaag, en een aangebouwde w.c met lessenaarsdakje en houten deur. In de westgevel zeven kleine, getoogde ijzeren drieruits schuurvensters, een blind venster, en een klein getoogd ijzeren tweeruits schuurvenster. In de oostgevel een paneeldeur met deurlichten met bewerkt glas en vier getoogde ijzeren vierruits schuurvensters met segmentboog en onderdorpel in rode en antracietgrijze steen. In de zuidgevel gevelbanden van antracietgrijze baksteen, dubbele deeldeuren en een gietijzeren roosvenster.

In het INTERIEUR zijn onder meer van belang: in de gang het stucplafond; in de voorkamer de marmeren schouw en de houten vensterbanken met blinden.

Waardering

Dwarshuisboerderij van algemeen belang vanwege cultuur- en architectuurhistorische waarde

- als voorbeeld van een dwarshuisboerderij uit 1899

- vanwege het opvallende materiaalgebruik en de detaillering met eclectische elementen

- vanwege de functionele en ruimtelijk-visuele relatie met de stookhut en de bijschuur

- vanwege de vrij hoge mate van gaafheid

- vanwege de beeldbepalende ligging op de hoek van de Kruisweg en de Noorderweg