de Gast 36, Zuidhorn

Inleiding

WOONHUIS met aangebouwd KOETSHUIS gebouwd in 1922 onder architectuur van K. Siekman uit Zuidhorn in een Overgangsarchitectuur met Chalet-stijl elementen. Het pand is aan de achterzijde uitgebreid met een plat volume waarop een nieuw balkon is geplaatst. Dit volume komt wegens te geringe ouderdom niet voor bescherming van rijkswege in aanmerking. Tevens is het interieur van het koetshuis gewijzigd waardoor zowel de zuid- als achtergevel een nieuwe indeling hebben gekregen.

De woning is gelegen op een langgerekt perceel in een gebied, De Gast genaamd, dat zal worden voorgedragen als beschermd gezicht. Het pand vormt in combinatie met het eveneens beschermde buurpand (De Gast 34) een fraai ensemble. Het perceel wordt aan de voorzijde van de openbare weg gescheiden door een eenvoudig uit omstreeks 1922 stammend ijzeren HEK met twee openslaande delen aan de rechterzijde.

Omschrijving

Het één verdieping hoge, deels onderkelderde WOONHUIS met aangebouwd KOETSHUIS op nagenoeg rechthoekige plattegrond heeft witgepleisterde gevels op een trasraam van rode baksteen en wordt gedekt door een samengesteld dak waarop oranje geglazuurde verbeterde Hollandse pannen; twee gemetselde schoorstenen; overkragende houten goot op houten klossen; strakke houten windveren; op het zuidelijk en westelijk dakvlak een dakkapel onder overkragend plat dak waarin een driedelig venster met houten roedenverdeling. De gevels worden geleed door H-vensters met gekleurd glas-in-lood in de bovenlichten onder roodbakstenen rollaag aan de bovenzijde afgezet met bruine baksteen; onderdorpel van bruine geglazuurde geprofileerde dorpelstenen.

In de risalerende topgevel aan de voorzijde (oostgevel) een driezijdige erker waarin drie H-vensters onder plat dak. Boven de erker een balkon met gemetselde borstwering afgedekt met beton waarachter twee houten balkondeuren waarin gekleurd glas-in-lood met zijlichten waarin gekleurd glas-in-lood. De top is beschoten. Aan de rechterzijde van de topgevel een staand venster. De entree bevindt zich in het terugspringende rechter geveldeel en bestaat uit een houten paneeldeur waarin geslepen glas met zij- en bovenlichten waarin gekleurd glas-in-lood; houten luifel; drie treden hoge hardstenen stoep; in de gevelsteen links van de entree `J.J. 19'; in de gevelsteen rechts van de entree `H.S. 22'.

Centraal in de zuidgevel een vijfzijdige serre waarin zeven H-vensters en een niet-originele deur waarvoor een niet-originele stoep; beschot aan weerszijden van de serre. Links van de serre een samengesteld tweedelig H-venster. Rechts van de serre een H-venster.

Centraal in de achtergevel (westzijde) een smal H-venster met zesruits bovenlicht. Aan de rechterzijde de niet-originele aanbouw (niet beschermd) waarop een niet-origineel balkon. Het koetshuis is aan de linkerzijde aangebouwd.

In het linker geveldeel van de noordgevel een staand tweeruits venster met afgeschuinde hoeken, een staand tweedelig venster waarin gekleurd glas-in-lood en een tweedelig vierruits keldervenster met diefijzers. In het risalerende rechter geveldeel centraal een driezijdige erker van rode baksteen waarin vier H-vensters met roedenverdeling in de bovenlichten. Links van de erker een staand venster met afgeschuinde hoeken waarin roedenverdeling. De zijingang bevindt zich rechts van de erker en bestaat uit een halfronde houten paneeldeur waarin geslepen glas waarvoor een twee treden hoge aangesmeerde stoep. Boven de deur een liggend venster met afgeschuinde hoeken waarin roedenverdeling.

In het INTERIEUR zijn ondermeer van belang: op de begane grond de houten paneeldeuren waarin gekleurd glas-in-lood met houten omlijsting, op de eerste verdieping de houten paneeldeuren met zesruits venster met houten omlijsting, in de tochthal de houten tochtdeur waarin niet-origineel glas, in de hal de granito vloer en de houten trap met houten balustrade, in de woonkamer het stucplafond, de paneellambrizering en de zwartmarmeren schouw, in de achterkamer het stucplafond en de zwartmarmeren schouw, in de keuken de houten schouw en het balkenplafond.

Het aangebouwde KOETSHUIS op rechthoekige plattegrond heeft witgepleisterde gevels op een trasraam van rode baksteen en wordt gedekt door een schilddak waarop oranje geglazuurde verbeterde Hollandse pannen; twee zinken pirons; houten goot op klossen.

In de voorgevel (oostzijde) dubbele houten deuren waarin twee vensters met ijzeren gehengen.

Zowel de zuid- als achtergevel (westzijde) hebben een nieuwe indeling gekregen.

Waardering

Woonhuis met aangebouwd koetshuis en hek van algemeen belang vanwege architectuur- en cultuurhistorische waarde:

- als voorbeeld van een woonhuis met aangebouwd koetshuis uit 1922 in de provincie Groningen in een Overgangsarchitectuur met Chalet-stijl elementen

- vanwege de opvallende vormgeving en detaillering

- vanwege de redelijk hoge mate van gaafheid van zowel exterieur als delen van het interieur

- als laat voorbeeld van het oeuvre van architect J. Siekman

- vanwege de ensemblewaarde in combinatie met het buurpand De Gast 34

- vanwege de opvallende ligging in het als beschermd gezicht voorgedragen gebied De Gast.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
516329
Provincie
Gemeente
Plaats

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Woonhuis Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
de Gast 36 9801 AE Zuidhorn Ja
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
F 1396 Zuidhorn
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1922 1922 vervaardiging
Naar boven