Inleiding

Twee beambtenwoningen onder-één-kap gebouwd in 1927 in traditionalistische stijl naar ontwerp van architect A.J.N. Boosten in opdracht van Stichting Thuis Best te Heerlen. Dit blok van twee woningen vormt samen met zes blokken beambtenwoningen, de Augustinuskerk met pastorie en kapelanie het complex Prins de Lignestraat. In 1952 is door Thuis Best bij de woningen een berging achter het washok gebouwd, deze zijn UITGESLOTEN van bescherming.

Verder zijn UITGESLOTEN van bescherming de garage, de serre, de rolluiken bij het pand nr.25; bij nr.27 de carport, het afdak achter de woning en de rolluiken.

Omschrijving

Blok van twee BEAMBTENWONINGEN in twee bouwlagen met rechthoekige en gespiegelde plattegrond. De woningen hebben een geknikt zadeldak, waarvan de noklijn loodrecht staat op de straatrichting, met een minder hoog ingestoken asymmetrisch zadeldak loodrecht op de nokrichting. Een dak met rode Tuiles du Nord en gootoverstekken in hout. Het pand nr.27 heeft vernieuwde, maar zelfde soort pannen. Gevels van geel genuanceerde baksteen, metselwerk in halfsteens en kettingverband met licht risalerende trasraam plint in kruisverband met rollaag. In de gevels rechthoekige houten vensters en deuren. Alle gevels van de panden zijn gespiegeld. Pand nr.27 heeft in de eerste laag dubbele beglazing.

De VOORGEVEL van elk pand heeft een driekantige erker met bovenlicht onder een plat dak. In topgevel twee vensters onder betonlatei en boven brede bloembak. Een verdiept gelegen entree onder grote luifel op stalen kolom met houten bekleding, op baksteen bloembak. De oorspronkelijke houten voordeur heeft een verticale houten lat en zes kleine raampjes. Voor de deur ligt een rode tegelvloer. Pand nr.27 heeft een vernieuwde voordeur. Op het voordakvlak is een houten dakkapel aanwezig met zaagtandbeschot. Deze heeft een venster met roedenverdeling en is gelegen boven een houten bloembak.

In de ZIJGEVEL van elk pand ligt de portiek met entree en twee kleine vensters achter een muurtje. In de topgevel bevindt zich een vierkant venster onder latei en een hoge schoorsteen met verticale uitsparing over de volle hoogte rustend op kunststeen console. Achter de schoorsteen ligt een volume van twee bouwlagen met plat dak. De eerste laag heeft een driedelig keukenraam onder korte luifel, die doorloopt tot aan de bijkeuken als bakgoot. In het zijdakvlak ligt een dakraam en boven platdak ligt een dakkapel met drie vensters onder een plat dak. Verder een nokschoorsteen en korte schoorsteen op plat dak. Bij pand nr.29 is de schoorsteen opnieuw gevoegd.

De ACHTERGEVEL heeft een vooruitspringende plint en dubbele houten tuindeuren met roedeverdeling en bovenlicht, gelegen onder een latei. Een houten keukendeur. Pand nr.25 heeft een aanbouw van een laag tegen de witgeschilderde authentieke gevel. Pand nr.27 heeft een afdak, waaronder wit geschilderde gevel. De tuindeuren zijn vervangen door deur met bovenlicht en venster. In de tweede laag liggen drie dubbele vensters onder doorlopende betonlatei en boven aaneengesloten dubbele rij ongeglazuurde rode dorpelstenen. Bij pand nr.29 is de roedenverdeling in de tweede laag weg.

Achter keuken ligt een WASHOK van baksteen in halfsteens verband met iets vooruitspringende plint in kruisverband onder overstekend plat dak. De woningen worden gedeeltelijk gescheiden door een TUINMUUR.

De structuur van het INTERIEUR van pand nr.25 is matig in tact en van pand nr.27 redelijk in tact.

Waardering

De woningen bezitten in hoge mate cultuurhistorische waarden, vanwege de oorspronkelijke funktie, beambtenwoningen voor de Staatsmijn Maurits, als bijzondere uitdrukking van een sociaal-economische ontwikkeling. De architectuurhistorische waarden worden bepaald door het belang voor het oeuvre van de architect A. Boosten, de esthetische kwaliteiten van het ontwerp en de ornamentiek. Als onderdeel van het complex Prins de Lignestraat zijn de woningen van groot belang voor de structurele en visuele gaafheid van de bebouwde omgeving. De woningen zijn representatief en substantieel voor de geschiedenis van het wonen binnen sociaal hiërachisch bepaalde kaders waarbinnen lichte vormen van differentiatie mogelijk waren hetgeen tot uitdrukking komt in de bouwkundige hoofdvorm, de detaillering en de materiaalkeuze. Het algemeen belang van de woningen wordt bepaald door het geheel van voornoemde waarden.