Hoofdweg 103, Nieuw Beerta
Omschrijving
DWARSHUISBOERDERIJ van het Oldambtster type met aan de linkerzijde twee krimpen en aan de rechterzijde één krimp. Het geheel onderkelderde VOORHUIS is opgetrokken in een rode baksteen op een gepleisterd trasraam. Het schilddak gedekt met een zwarte platte Friese pan, heeft een kroonlijst en twee gemetselde nokschoorstenen (zuidwestzijde opnieuw opgemetseld). De gevels worden geleed door H-vensters, onder een segmentboog met gepleisterde sluit- en aanzetstenen en een boogtrommel bekleed met geverfd lood waarin houten rolluiken. De vensters hebben houten onderdorpels.
De voorgevel (zuidoost) heeft vier H-vensters, onder een segmentboog met gepleisterde sluit- en aanzetstenen en een boogtrommel bekleed met geverfd lood; vier licht getoogde tweeruits keldervensters met diefijzer; vier getoogde zaadvensters met segmentboog met gepleisterde sluit- en aanzetstenen. Midden in de voorgevel een iets risalerende middenpartij bekroond door een gemetselde dakkapel met fronton, een T-venster onder een strek met gepleisterde aanzetstenen, twee gegroefde gepleisterde pilasters, en twee gepleisterde klauwstukken. In de middenpartij met twee gepleisterde pilasters met bladkapiteel, een dubbele paneeldeuren met deurlichten onder een halfrond bovenlicht met rondboog met gepleisterde sluit- en aanzetstenen. Links en rechts van de deur een baksteen met ingekraste initialen en bouwjaar; links: `19 T. P.' en rechts: `H.D. 00'. Voor de deur een gepleisterde stoep met zijwanden, waarvan de treden en het bordes zijn betegeld in zwart-wit. Boven de deur een balkon met decoratief opengewerkt gietijzeren hek met houten handlijst tussen gepleisterde hoekpijlers, steunend op twee gepleisterde consoles met leeuwenkop. Een korte dubbele getoogde paneeldeur met twee deurlichten, onder een getoogde strek met gepleisterde sluit- en aanzetstenen verleent toegang tot het balkon.
In de zuidwestgevel twee H-vensters onder een segmentboog met gepleisterde sluit- en aanzetstenen en een boogtrommel bekleed met geverfd lood; twee licht getoogde tweeruits keldervensters met diefijzer; drie getoogde zaadvensters met segmentboog met gepleisterde sluit- en aanzetstenen; de hoofdentree. De hoofdentree bestaat uit een dubbele paneeldeur met deurlichten met decoratief smeedwerk, onder een bovenlicht met segmentboog met gepleisterde sluit- en aanzetstenen en een boogtrommel bekleed met geverfd lood. Voor de entree een natuurstenen stoep (vier treden) met zijwanden.
In de noordoostgevel twee H-vensters en een T-venster, alle onder een segmentboog met gepleisterde sluit- en aanzetstenen en een boogtrommel bekleed met geverfd lood; drie getoogde zaadvensters met segmentboog met gepleisterde sluit- en aanzetstenen.
Het aan de achterzijde aangebouwde SCHUURgedeelte is opgetrokken in een rood-bruine baksteen onder een aangekapt schilddak met wolfeind, gedekt met een rode Hollandse pan. Op de nok twee gemetselde schoorstenen. Aan de zuidwestzijde een niet-originele aanbouw (niet beschermd).
De eerste krimp van de zuidwestgevel heeft een trasraam van gesinterde klinkers en een kroonlijst. Aan de zuidoostzijde van de eerste krimp een T-venster met strek en houten persiennes; aan de zuidwestzijde twee T-vensters met strek en houten persiennes, een driestrooksvenster, een deur met kijkgat onder een bovenlicht met strek. Voor de deur een aangesmeerde stoep met bordes met decoratieve tegels.
In de tweede krimp van de zuidwestgevel, aan de zuidoostzijde een T-venster met getoogde strek; aan de zuidwestzijde zes getoogde ijzeren schuurvensters met decoratieve roedenverdeling en eensteens segmentboog van donkere steen, een opgeklampte deur, een klein ijzeren vierruitsvenster met rollaag van donkere steen. De tweede krimp heeft een (vernieuwde) goot op gemetselde klossen.
In de eerste krimp van de noordoostgevel, aan de zuidoostzijde dubbele houten schuurdeuren met rollaag; de noordoostzijde van de krimp is blind.
De (opnieuw) opgetrokken achtergevel (noordwest) heeft strakke windveren, een gemetselde muizentandfries en muurankers. In de achtergevel acht getoogde ijzeren schuurvensters met decoratieve roedenverdeling, hoge dubbele houten deeldeuren en dubbele houten staldeuren onder een bovenlicht met decoratieve ijzeren roedenverdeling en rollaag.
In het INTERIEUR zijn ondermeer van belang: de houten paneeldeuren met geprofileerde houten omlijsting, de balkenplafonds, in de voorkamers de zwart marmeren schouwen, de houten vloer, de decoratieve houten paneelplafonds met kartonnen decoraties, de vensters met houten paneelomlijsting, in de keuken de houten schouw, in het toilet de granito vloer, in de dwarsgang, de gang met kwartslag en de kelder de gekleurde tegelvloer, in de dwarsgang het decoratieve stucplafond.
Waardering
Dwarshuisboerderij van algemeen belang vanwege cultuur- en architectuurhistorische waarde
- als voorbeeld van een dwarshuisboerderij uit 1900 met oudere hoofdschuur
- vanwege de sobere, doch verzorgde vormgeving met Eclectische elementen
- vanwege de redelijke mate van gaafheid van het exterieur
- vanwege de functionele en ruimtelijk-visuele relatie met de bijschuur
- vanwege de markante ligging in het als beschermd gezicht voorgedragen lint Beerta-Drieborg
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
Complex bestaande uit een DWARSHUISBOERDERIJ van het Oldambtster type met vrijstaande BIJSCHUUR. Het voorhuis is gebouwd in 1900 in opdracht van T.P. Poppens in een Eclectische bouwtrant. De hoofdschuur is echter ouder en stamt uit omstreeks 1850. Aan de zuidwestzijde van de hoofdschuur bevindt zich een jongere aanbouw die wegens te geringe ouderdom en te weinig architectonische kwaliteit niet voor bescherming in aanmerking komt. In 1932 liet A.G. Poppens op het achtererf een vrijstaande bijschuur bijbouwen. Na stormschade in 1972 is de achtergevel van de boerderij vermoedelijk weer opnieuw opgetrokken.
Het complex is markant gelegen in het als beschermd gezicht voorgedragen lint Beerta-Drieborg. Links van de boerderij vormt een oprijlaan met aan één zijde linden, de toegang naar de hoofdentree en het achtererf. Een gracht markeert aan de rechterzijde de erfscheiding.
Waardering
Complex bestaande uit een dwarshuisboerderij uit 1900 met oudere hoofdschuur en een bijschuur uit 1932 van algemeen belang vanwege cultuur- en architectuurhistorische waarde
- als voorbeeld van een boerderijcomplex bestaande uit een dwarshuisboerderij uit 1900 met oudere hoofdschuur en jongere bijschuur uit 1932
- vanwege de verzorgde vormgeving van het complex
- vanwege de redelijke mate van gaafheid van het exterieur van beide onderdelen
- vanwege de functionele en ruimtelijk-visuele relatie van de beide onderdelen
- vanwege de markante ligging in het als beschermd gezicht voorgedragen lint Beerta-Drieborg
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Boerderij(M1) | Boerderijen, molens en bedrijven | Boerderij (M) | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Hoofdweg | 103 | – | 9687 PK | Nieuw Beerta | – | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Boerderijen, molens en bedrijven | Boerderij (M) | Oldambtster | Dwarshuisboerderij |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | L | 633 | – | Beerta |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1850 | 1850 | hoofdschuur en achterhuis | verbouwing |
1900 | 1900 | voorhuis | vervaardiging |
1972 | 1972 | achtergevel opnieuw opgetrokken | restauratie |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Poppens, T.P. ; Groningen II | opdrachtgever | – |