Kronenburgersingel 231, Nijmegen
Omschrijving
Dit HERENHUIS uit 1898 heeft een ongewone, stedenbouwkundig bepaalde, driehoekige grondvorm en bestaat uit twee bouwlagen met een zolderverdieping op een hoge kelder. Het pand heeft een hardstenen basement en in kruisverband gemetselde gevels die asymmetrisch zijn ingedeeld. De karakteristiek van het huis wordt voor een belangrijk deel bepaald door de torenachtige opbouw ter plaatse van de ingangspartij en het trappenhuis aan de Kronenburgersingel en de lagere torenachtige opbouw op de gevelhoek. De wat traditionelere invloed van de Neo-Renaissance is zichtbaar aan de gepleisterde horizontale sierbanden en -blokken ter plaatse van de wissel- en bovendorpels van de (over het algemeen) smalle schuiframen op de begane grond en de stolpramen op de verdieping, alsmede op de verdiepingscheiding. De modernere invloeden uiten zich onder meer in de asymmetrisch opzet van de gevels en de vormgeving van de luifels, de serre en de erker met glas-in-lood, de ingangspartij, de torenopbouwen en de balkonhekjes waarin zweepslagmotieven zijn verwerkt.
De gevels worden aan de bovenzijde afgesloten met een breed gepleisterd fries en een deels gecorniste, zwaar geprofileerde goot op houten klossen. De schuin aflopende dakschilden aan de zijden van de Kronenburgersingel en de Stieltjesstraat zijn met leien belegd en afgesloten met een geprofileerde horizontale lijst. Ook de torentjes zijn met leien belegd en hebben een zinken piron als afsluiting. De met het lage piramidevormige dak bekroonde noordoostelijke hoek van het pand heeft twee kleine uitkragende topgevels die met hardstenen deklijsten zijn afgedekt en zijn voorzien van een in hardsteen uitgevoerde vogel (pelikaan). De schuin aflopende dakschilden hebben drie oorspronkelijke dakkapellen, elk met een geheel eigen vorm en een zinken piron als afsluiting.
De asymmetrisch ingedeelde VOORGEVEL wordt gedomineerd door de centraal geplaatste ingangspartij in een smal en torenvormig beÙindigd risaliet dat op de verdieping is voorzien van een stolpraam met 3-ruits bovenlicht en ter plaatse van de zolder drie gekoppelde rondboogramen bevat. Daarboven kraagt het metselwerk uit met een gedeeltelijk gepleisterd baksteenfries en tandlijsten. De deels ingezwenkte torenbekroning bevat drie kleine dakkapellen. De verdiepingscheidingen worden in het risaliet aangegeven door in profielsteen uitgevoerde cordonlijsten. De entreepartij heeft de oorspronkelijk dubbele paneeldeur met deurroosters in een kozijn met een rondboogvormig afgesloten bovenlicht waarin zich nog de oorspronkelijke indeling bevindt. Boven de ingang bevindt zich een houten luifelconstructie met fraai bewerkte houten schoren en een mastiekbedekking. Het gevelgedeelte links wordt gedomineerd door een zeer fraai bewerkte, getrapt uitgevoerde, houten erker met gesneden houten kolommen en nog de oorspronkelijke indeling met smalle glas-in-lood bovenlichten met Art Nouveau motieven. Op het gedeeltelijk met mastiek bedekte dak van de erker bevindt zich een fraai gesneden houten balkonhek. Het hardstenen basement van de erker bevat een kelderraam. Het samengestelde verdiepingkozijn bevindt zich in een iets terugspringend gevelveld, is geprofileerd en voorzien van een brede balkondeur met twee zijlichten en vijf bovenlichten. Boven de getande latei bevinden zich rondboogmotieven in het metselwerk. Het gevelgedeelte rechts van het risaliet heeft een symmetrische indeling. Op de begane grond bevinden zich twee schuif- en op de verdieping twee stolpramen, elk met een 3-ruits bovenlicht en een gemetselde rondboog boven de getande latei. Boven de verdiepingramen bevindt zich een uitkragende topgevel waarin een smal driedelig kozijn is gevat. Op de begane grond bevindt zich voor de ramen een onderkelderd en omlopend bordes met een in hardsteen uitgevoerde trappartij en een eveneens in hardsteen uitgevoerde en bewerkte balustrade. Het haaks op de voorgevel gerichte smalle deel van de RECHTERZIJGEVEL aan de Stieltjesstraat heeft een in baksteen uitgevoerde erker met deels schuin geplaatste zijwanden. De erker heeft zijlichten en naar binnen slaande deuren en bevindt zich op hoog bordes waarvan de in hardsteen uitgevoerde balustrade gedeeltelijk omloopt. Een deel van de bovenlichten van de erker bevat nog de oorspronkelijke glas-in-loodramen. Ter plaatse van dit smalle gedeelte van de zijgevel is de tuin gedeeltelijk uitgegraven en bevindt zich een zeer korte oprit naar het monumentale hek aan de straatzijde. Vermoedelijk hebben de kelders onder het gebouw ooit gefunctioneerd als grote opslagruimten. Dit gedeelte van de zijgevel is voorzien van een risaliet ter breedte van het middendeel van de erker. Boven de erker bevinden zich in dit risaliet een dubbele balkondeur met bovenlichten en ter plaatse van de zolder een getrapt driedelig kozijn in een uitkragende topgevel, identiek aan die in de voorgevel. Het gesmede balkonhek is met zweepslagmotieven vormgegeven.
Het gevelgedeelte rechts is schuin geplaatst en bevindt zich in de rooilijn van de bebouwing aan de Stieltjesstraat. Dit gedeelte heeft boven de kelder een vijftal schuif- en stolpramen, alsmede een, nu dichtgezette, zijingang.
De RUIMTELIJKE INDELING van het pand is goed bewaard gebleven en wordt voor een deel bepaald door de stedenbouwkundige situatie. Het pand wordt door een doodlopende middengang met trappenhuis in twee helften gedeeld. De oorspronkelijke kamer en suite en de huiskamer zijn nog in de huidige indeling herkenbaar. Ook de zeer grote kelderruimten zijn nog aanwezig. Van de INTERIEURELEMENTEN zijn onder meer de rijk bewerkte stucplafonds met kooflijsten in de voormalige kamer en suite en de voormalige huiskamer bewaard gebleven, alsmede een viertal eenvoudige stucplafonds op de verdieping en ÚÚn op de zolderverdieping. Ook in de gedeeltelijk met marmer beklede gang zijn de plafonddecoraties, de oorspronkelijke trapelementen en de rijk vormgegeven stucdecoraties boven de zwaar geprofileerde deuromlijstingen nog aanwezig. Deze 'opzetstukken' bestaan uit een in een cirkelmotief gevatte bloemvazen, gevat in een door voluten, consoles en een gedeeltelijk gebogen kroonlijst afgesloten paneel. Het glas-in-lood in de bovenramen op de begane grond is gedeeltelijk ongeschonden uit de oorlog gekomen. De oorspronkelijke geÙtste glazen deuren zijn nog in het tochtportaal aanwezig, evenals de meeste paneeldeuren..
Waardering
HERENHUIS uit 1898, ontworpen door de architecten Van de Pluijm & Gielen in Overgangsarchitectuur.
- Van architectuurhistorische waarde als goed bewaard voorbeeld van een herenhuis, gebouwd in de stadsuitleg van Nijmegen in een Overgangsarchitectuur, typerend voor een gedeelte van de bebouwing aan de Singels in Nijmegen. Deze architectuur bevat vernieuwende elementen, gecombineerd met de wat traditionelere invloeden van bijvoorbeeld de Neo-Renaissance. Dit pand heeft een ongewone vorm en wordt gekarakteriseerd en gedomineerd door de torenachtige opbouwen. Het pand is bijzonder in de combinatie van de gaaf bewaard gebleven interieurelementen en de zorgvuldige detaillering van het gaaf bewaard gebleven exterieur. Er is bovendien een sterke ensemblewaarde en een stijlovereenkomst met het hekwerk aan de straatzijden.
- Van stedenbouwkundige waarde als onderdeel van het vanuit rijkswege beschermde deel van de binnenstad van Nijmegen, vanwege de zeer markante en in de architectuur vertaalde hoekligging en vanwege de situering van het pand aan de rand van het Kronenburgerpark, alwaar het in combinatie met de aanwezige groenaanleg een schilderachtig geheel vormt.
- Van cultuurhistorische waarde als herkenbaar element uit een maatschappelijke ontwikkeling. Het pand is gebouwd als huisvesting voor de nieuwe en kapitaalkrachtige stedelijke elite, die zich bij voorkeur vestigde in kapitale herenhuizen in de nieuw aangelegde straten rond de oude stad; een stadsuitbreiding die met het verwijderen van de vestingwerken aan het eind van de 19de eeuw mogelijk was geworden.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
Dit HERENHUIS met HEKWERK werd in 1898 ontworpen en gebouwd door de architecten VAN DE PLUIJM & GIELEN op de hoek van de Kronenburgersingel en de Stieltjesstraat. De Kronenburgersingel ligt in de vanaf 1879 ontwikkelde stadsuitleg van Nijmegen en valt binnen het sinds 1980 van Rijkswege beschermde gedeelte van de binnenstad van Nijmegen. Het markante, in Overgangsarchitectuur gebouwde, hoekpand grenst aan de westzijde van het Kronenburgerpark en werd ontworpen in opdracht van de Nijmeegse parapluiefabrikant Johannes Eduardus Meulenberg. Beide architecten ontwierpen ook de drie aangrenzende woningen aan de linkerzijde van het pand. Deze vallen niet onder de bescherming.
Het pand heeft een ongewone, stedenbouwkundig bepaalde, driehoekige vorm en bestaat uit twee bouwlagen met een zolderverdieping op een hoge kelder. Het aan twee zijden vrijliggende pand heeft een kleine tuin, die wordt omsloten door een monumentaal hekwerk, waarvan de detaillering overeenkomt met die van het huis.
Waardering
Complex, bestaande uit een HERENHUIS met HEKWERK, gebouwd in 1898 door de architecten Van de Pluijm & Gielen in Overgangsarchitectuur.
- Van architectuurhistorische waarde als goed bewaard voorbeeld van een herenhuis met een in stijl bijpassend hekwerk, gebouwd in de stadsuitleg van Nijmegen in een Overgangsstijl die typerend is voor een deel van de bebouwing aan de Singels in Nijmegen. Deze architectuur bevat vernieuwende elementen, gecombineerd met de wat traditionelere invloeden van bijvoorbeeld de Neo-Renaissance. Het pand heeft een ongewone vorm en wordt gekarakteriseerd en gedomineerd door de torenopbouw ter plaatse van het trappenhuis. In het hekwerk is de architectuur van het huis herkenbaar. Het huis en het hekwerk hebben op zichzelf, in combinatie met elkaar en vanuit stedenbouwkundig oogpunt een belangrijke monumentale waarde.
- Van stedenbouwkundige waarde binnen het bescherming genietende deel van de binnenstad van Nijmegen, vanwege de zeer markante en in de architectuur vertaalde hoekligging en de situering van het pand aan de rand van het Kronenburgerpark.
- Van cultuurhistorische waarde als herkenbaar element uit een maatschappelijke ontwikkeling. Het pand is gebouwd als huisvesting voor de nieuwe en kapitaalkrachtige stedelijke elite, die zich bij voorkeur vestigde in kapitale herenhuizen in de nieuw aangelegde straten rond de oude stad; een stadsuitbreiding die met het verwijderen van de vestingwerken aan het eind van de 19de eeuw mogelijk was geworden.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Woonhuis | Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Kronenburgersingel | 231 | – | 6511 AR | Nijmegen | Centrum | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | – | Herenhuis |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | B | 3030 | – | Nijmegen |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1898 | 1898 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Pluym, van der ; Gelderland | architect / bouwkundige / constructeur | – |
Gielen, J. ; Gelderland | architect / bouwkundige / constructeur | – |