Prins Bernhardstraat 1, Nijmegen
Inleiding
Halfvrijstaand HERENHUIS met oorspronkelijk SMEEDIJZEREN HEKWERK rond de voor- en zijtuin, gelegen op de hoek van de Oranjesingel en de Prins Bernhardstraat. Het huis is gebouwd in 1909 naar ontwerp van de Nijmeegse architect Oscar Leeuw (1866-1944) in een overgangsstijl met onder meer invloeden van de (late, strakke) Art Nouveau en het eclecticisme. Opdrachtgever was de bankier L.C. van Engelenburg, voor wie Leeuw in 1920/1921 ook een bankgebouw aan de Hertogstraat te Nijmegen ontwierp. Het woonhuis lijkt niet geheel conform het bouwplan te zijn gerealiseerd of het is kort na de bouw gewijzigd. De huidige entree met portiek komt niet overeen met de ingangspartij op het ontwerp.
Het pand is thans in gebruik als kantoor, waarvoor met name op de begane grond rechts verbouwingen hebben plaatsgevonden. Zo is de serre tegen de rechter zijgevel sterk verbouwd en heeft vrijwel alle monumentale waarde verloren. Achter de tuinmuur rechts van het pand is een doorgang naar het pand Prins Bernhardstraat 3 gerealiseerd.
Omschrijving
Het in kruisverband gemetselde, bakstenen gebouw is opgetrokken op nagenoeg vierkante grondslag en telt twee bouwlagen onder een met rode tuiles du Nord gedekt afgeplat schilddak. Het metselwerk is in de voor- en linker zijgevel voorzien van diverse natuurstenen onderdelen, waaronder een waterlijst ter hoogte van de onderdorpel van de vensters op de verdieping en geornamenteerde hoekblokken en een geornamenteerde latei boven de vensters op de begane grond. De vensters op de verdieping en de topgevels worden ontlast door een anderhalf steens strek. Tenzij anders vermeld, zijn de bovenlichten bezet met meerkleurig glas-in-lood.
De asymmetrische VOORGEVEL bevat op de begane grond in het midden de entree, bereikbaar via een portiek. De portiek heeft een hardstenen stoep en een gemetselde borstwering. Het dak, dat zich bevindt ter hoogte van het kalf, rust op Ionische zuilen. Het onvolledige hoofdgestel heeft onder de kroonlijst een eierlijst. Het fries bevat snijwerk. Boven de ingang is het fries ingekort en komt de kroonlijst naar voren en rust op gesneden consoles. Tussen de consoles is de kroonlijst gewelfd. Onder de welving is in Romeinse cijfers het jaartal 1909 aangebracht. De entree bestaat uit een houten paneeldeur met boven de portiek een 20-ruits bovenlicht. Links van de deur is een witmarmeren, zogenaamde eerste steen aangebracht met inscriptie `1 mei 1909' en de inscriptie `J.H. en J.J.v R v C'. Rechts heeft de gevel op de begane grond een driezijdige erker met afgeschuinde zijden. Het voorvlak bevat drie vensters, een breed en twee smalle, en de zijvlakken één venster met meerruits bovenlichten.
De verdieping is door lisenen onderverdeeld in vakken van onregelmatige breedte. De lisenen bevatten een console en een pseudo-kapiteel van rijk gesneden natuursteen en worden gekoppeld via een fries van siermetselwerk. Boven de lisenen bevinden zich sierankers. Boven de entree bevindt zich een enkelruits schuifvenster met 9-ruits bovenlicht. Boven de erker bevindt zich een balkon, toegankelijk via een 2-ruits stolpdeur met 24-ruits bovenlicht. Het balkon heeft een bakstenen balustrade met, aan de onderzijde gebogen, openingen gevuld met siersmeedwerk. Boven het balkon gaat de gevel hoger op en eindigt in een topgevel met gebogen zijkanten van natuursteen. De gevel heeft hier twee 2-ruits stolpvensters met 8-ruits bovenlicht bezet met geel kathedraalglas. Links wordt de gevel beëindigd met een houten bakgoot op klossen. Het dakvlak heeft hier twee getoogde dakkapellen met 2-ruits stolpramen.
Op de hoek bevat het pand een ronde, torenvormige uitbouw, die zich naar boven achthoekig verjongt en afgesloten wordt met een achthoekig koepeldak gedekt met rode daktegels. De begane grond en de verdieping hebben elk vier schuifvensters met 16-ruits bovenlicht, op de begane grond bezet met geel kathedraalglas. De achthoekige geleding heeft in de zijvlakken om en om een venster of twee smalle rondboognissen. De hoeken zijn geaccentueerd met steunberen.
De LINKER ZIJGEVEL bevat links een driezijdige erker met afgeschuinde zijden over twee bouwlagen. De zijden bevatten een schuifvenster, in het voorvlak met een 15-ruits, in de zijvlakken met een 12-ruits bovenlicht, op de begane grond bezet met geel kathedraalglas. Boven de erker gaat de gevel hoger op en eindigt in een topgevel met gebogen zijkanten van natuursteen. De gevel heeft hier een vermoedelijk gewijzigde pui met een deur, die toegang geeft tot het balkon boven de erker. Het balkon heeft een borstwering van siersmeedwerk tussen bakstenen penanten, beëindigd met geornamenteerd natuursteen.
Rechts heeft de gevel een 2-ruits stolpdeur met 21-ruits bovenlicht, bezet met geel kathedraalglas. De verdieping is door lisenen onderverdeeld in twee vakken van onregelmatige breedte. De lisenen bevatten een console en een pseudo-kapiteel van rijk gesneden natuursteen en worden gekoppeld via een fries van siermetselwerk. Boven de lisenen bevinden zich sierankers. Het linker vak bevat een ovaal oeil-de-boeuf, het rechter een enkelruits schuifvenster met 15-ruits bovenlicht.
De RECHTER ZIJGEVEL bevat links op de begane grond een sterk verbouwde serre. Alleen de rechter zijgevel van de serre is nog enigszins intact. Op de serre een balkon met vernieuwde balustrade. Het balkon is toegankelijk via een 2-ruits stolpdeur met 30-ruits bovenlicht. Rechts heeft de begane grond deels gewijzigde vensters en een deur. De verdieping heeft hier links een schuifvenster met gewijzigd bovenlicht en met links een smalle blindnis en rechts een smal venster (vermoedelijk op de plaats van een blindnis). Rechts heeft de gevel een balkon met oorspronkelijke houten balustrade met gesneden hoofdbalusters en ondersteuningsbalken en toegankelijk via een 2-ruits stolpdeur met 24-ruits bovenlicht. De gevel bevat in het midden op zolderniveau een afgeknotte topgevel met twee vensters met 2-ruits stolpramen en 14-ruits bovenlichten bezet met geel kathedraalglas. De gevel wordt afgesloten met een overstekende houten bakgoot op gesneden klossen.
Het pand heeft een rijk INTERIEUR met als hoogtepunt de zeldzame, zeer rijk gedecoreerde traphal. Deze hal is van de begane grond tot en met de zolder voorzien van zeer bijzondere Art Nouveau sjabloonbeschilderingen in pasteltinten op wanden en plafond. Het trappenhuis wordt aangelicht door een zeer groot daklicht met meerkleurig glas-in-lood. De trap heeft gedraaide balusters en fraai gesneden trappalen. De hal en de entree hebben een beschilderd plafond en een vloer en een lambris van wit marmer. De entree bevat een fraai gesneden tochtpui, deels bezet met meerkleurig glas-in-lood. De deuren hebben een omlijsting die per verdieping verschilt en ook weer verschilt tussen de kamers en de traphal.Een deel van de omlijstingen is gesneden en daarin zijn gebundelde rietpluimen(?) te herkennen. Een deel van de kamers bevat een stucplafond met geometrische indeling met geornamenteerde perklijsten.
Voor- en zijtuin worden omgeven door het oospronkelijke smeedijzeren HEKWERK.
Waardering
Herenhuis met smeedijzeren hekwerk uit 1909 naar ontwerp van de Nijmeegse architect Oscar Leeuw (1866-1944) in een overgangsstijl met onder meer invloeden van de late Art Nouveau en het eclecticisme.
- Van architectuurhistorische waarde als goed en gaaf bewaard voorbeeld van een herenhuis met ornamentiek beïnvloed door de late Art Nouveau en het eclecticisme. Het pand valt op door hoogwaardige esthetische kwaliteiten, zoals het geavanceerde materiaalgebruik en de rijke ornamentiek. Karakteristiek zijn onder meer de ornamentiek in de voor- en linker zijgevel en het zeer rijk gedecoreerde Art Nouveau interieur. Er is sprake van een ensemblewerking als onderdeel van de bebouwing langs zowel de Prins Bernhardstraat als de Oranjesingel, waarbinnen het pand behoort tot de omstreeks 1900 gangbare herenhuizen, welke samen met de oudere en latere typen en stijlen goed de ontwikkeling van de bouw van herenhuizen weergeven.
- Van stedebouwkundige waarde door de prominente situering op de hoek van de Oranjesingel en de Prins Bernhardstraat. Deze wegen bezitten nog een in vrij gave staat bewaard gebleven bestand aan historische huizen, die een aantrekkelijk en waardevol straatbeeld vormen. De hoekbebouwing met torentje is karakteristiek voor de uitbreidingswijken in dit gedeelte van Nijmegen.
- Van cultuurhistorische waarde als herkenbaar element uit een maatschappelijke ontwikkeling. Het pand is gebouwd als huisvesting voor de nieuwe en kapitaalkrachtige stedelijke elite, die zich bij voorkeur vestigde in kapitale herenhuizen in de nieuw aangelegde straten rond de oude stad; een stadsuitbreiding die met het verwijderen van de vestingwerken aan het eind van de 19de eeuw mogelijk was geworden.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Woonhuis | Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Prins Bernhardstraat | 1 | – | 6521 AA | Nijmegen | Centrum | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | – | Herenhuis |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | B | 3915 | – | Nijmegen |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1909 | 1909 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Leeuw, Oscar ; Gelderland | architect / bouwkundige / constructeur | – |