Inleiding

Voormalig KLOOSTER van de zusters Dominicanessen met bijbehorend SCHOOLGEBOUW met SCHOOLPLEIN en MUUR, gebouwd in de periode 1886-1887 naar ontwerp van de Rotterdamse architect Th.L. Kanters, voorzien van een voorgevel in eenvoudige, Hollandse Neo-Renaissancestijl en kapel in Neo-Romaanse stijl.

Het klooster is gelegen op een L-vormig perceel tussen Korte Haven en Westmolenstraat.

Omschrijving

Het kloostergebouw bestaat uit twee bouwvolumes die door middel van een gang met elkaar zijn verbonden. Het eigenlijke klooster bestaat uit een L-vormig bouwvolume van twee bouwlagen onder een hoog zadeldak. Hierin bevinden zich, in de vleugel haaks op de rooilijn van de Korte Haven, de entree met achterliggende gang en rechts hiervan een aantal grote vertrekken. Op de eerste verdieping en op zolder het dormitorium met kleine slaapvertrekken van de zusters. Deze vleugel wordt onderbroken door een lichthof met binnenplaats aan de westzijde en heeft aan het uiteinde een ruim trappenhuis, gelegen aan een tweede lichthof. Op dit punt zet het klooster zich voort in een vleugel over de breedte van het perceel. Hiervan is de oostelijke helft aan de zuidzijde uitgebouwd met een vijfhoekig koor over twee verdiepingen, waarin zich, op de begane grond, de oorspronkelijke refter en, op de eerste verdieping, de kapel bevinden. Voorts in deze vleugel oorspronkelijk een recreatiezaal, de keuken, de ziekenzaal, de sacristie en, onder de kap, een aantal slaapvertrekken. Parallel aan deze vleugel, het iets bredere schoolgebouw, van eveneens twee bouwlagen hoog onder een zadeldak. Hierin aan de zuidzijde op beide verdiepingen een brede gang, waaraan de diverse lokalen zijn gelegen.

Aan de achterzijde van de school een geheel ommuurd binnenterrein, grenzend aan de Westmolenstraat. Het terrein bestaat uit twee delen, van elkaar gescheiden door een tussenmuur. Aan de oostzijde een schoolplein, door middel van twee ingangen te bereiken vanaf de Westmolenstraat. In het verlengde hiervan de toegangen tot de school. Aan de westzijde de achteringang van het klooster, die door middel van een lange gang langs de westzijde van het perceel en door het schoolgebouw, aansluit op het trappenhuis van het klooster. Tussen klooster en school een geheel omsloten binnenplaats.

De gevel aan de Korte Haven is drie vensterassen breed en is opgemetseld uit donkerrode baksteen, eindigend in een getrapte tuitgevel. Op de begane grond een hardstenen borstwering, links onderbroken door dito traptreden naar de diepliggende entree. Op de borstwering twee schuiframen met een meerruits roedenverdeling bekroond met gemetselde rondbogen met in de boogtrommels maaswerk van oranjerode en gele perssteen. Links de entree, bestaande uit een dubbele houten, geklampte deur met smeedijzeren sierbeslag en voorzien van getraliede Judasluikjes. Boven de deur een rondboog-bovenlicht voorzien van sierlijk snijwerk en een ijzeren lantaarn. Een brede, gepleisterde cordonlijst scheidt de begane grond van de verdiepingen. Direct op de cordonlijst drie meerruits schuiframen onder gemetselde rondbogen conform eerder beschreven. De drie vensters worden door een doorgaande korfboog gekoppeld. In de geveltop, die wordt omkaderd door een geprofileerde, gepleisterde lijst, een klein rondlicht. Aan weerszijden hiervan het ronde venster gepleisterde stenen met links het opschrift 'anno' en rechts het jaartal '1887'. In de top een gemetselde pilaster met smeedijzeren bekroning. De gevel wordt verder verlevendigd door gepleisterde speklagen, sierlijke, smeedijzeren muurankers en de in oranjerood en geel metselwerk uitgevoerde muurdammen en vensterbogen, voorzien van sluitstenen met platte diamantkoppen.

De overige gevels van het klooster zijn eenvoudig vormgegeven en opgemetseld uit donkerrode baksteen in een staand verband. Hierin diverse getoogde vensters onder strekken, voorzien van schuiframen met zesruits roedenverdeling en hardstenen vensterbanken. De kapel heeft hooggeplaatste rondboogvensters met glas-in-lood. Rechts van het uitgebouwde koor een hoog opgemetselde schoorsteen. De gevels worden afgesloten door geprofileerde houten goten. De kappen zijn belegd met zwarte kruispannen en hebben op beide vleugels kleine dakkapellen.

De gevels van de school zijn eveneens uit donkerrode steen opgemetseld. De lange gevel aan de binnenplaats heeft spaarvelden met aan de bovenzijde een dubbele reeks muizentanden. In de velden op elke verdiepingen twee hoge, getoogde meerruits schuiframen onder enigszins uitkragende, getrapte strekken. In de gevel aan het schoolplein tekent zich het trappenhuis af, door een reeks oplopende vensters. Ook hier getoogde meerruitsvensters. Op de begane grond, aan het schoolplein, twee ingangen in kleine uitgebouwde tochtportalen, aan de westzijde onder een houten afdak. Het tegenoverliggende afdak aan de oostzijde is verdwenen. Aan deze zijde wordt de gevel afgesloten door muizentanden en een geprofileerde houten goot op dito klossen. Ook hier op het dak zwarte kruispannen. Aan de zuidzijde vier hoge schoorstenen met sierlijke terracotta schoorsteenmonden en één grote dakkapel. Aan de noordzijde is later een brede dakkapel aangebracht. De zijgevels hebben alleen in de top kleine vensters.

Het schoolplein is geheel belegd met rode gebakken klinkers.

Het kloosterterrein, dat zich uitstrekt achter de panden Korte Haven 123 en 125, wordt aan de Westmolenstraat afgesloten door een, in de rooilijn geplaatste, bakstenen muur op een hardstenen plint. De muur is aan de kant van het schoolplein geheel bepleisterd. Aan de Westmolenstraat zijn spaarvelden aangebracht met hierin een geblokte rand van gele en rode perssteentjes en bovenin dubbele rijen muizentanden. Aan de bovenzijde van de muur bevond zich aan weerszijden als afsluiting, oorspronkelijk een dubbele rij dakpannen. De drie toegangen tot school en klooster bestaan uit dubbele houten deuren.

In het interieur is de indeling van klooster en schoolgebouw nog grotendeels intact. Het trappenhuis in het klooster heeft een bordestrap met balustrade voorzien van sierlijke gietijzeren spijlen en een doorlopende, blankgelakte eikenhouten leuning. In het trappenhuis achtkantige tuimelramen, uitkijkend op de achterliggende lichthof. Een met glas gevulde, houten binnenpui met dubbele deuren en ranke roedenverdeling scheidt het trappenhuis van de gang op de eerste verdieping. Het dormitorium op zolder heeft nog de oorspronkelijke indeling met kleine slaapvertrekken, voorzien van gekalkte wanden met geschilderde borstweringen in okergele kleur.

De gedeeltelijk in de kap gelegen kapel heeft een gewelfd stucplafond, bestaande uit vier kruisribgewelven en een vijfhoekig koor. De gewelven zijn van elkaar gescheiden door ronde gordelbogen die aan de onderzijde, tegen de wanden, zijn voorzien van gepleisterde bloemmotieven. Tussen gewelven en koor een brede koorboog. De schildbogen in de zijmuren hebben spaarvelden en zijn versierd met eierlijsten. Bogen en ribben komen bij elkaar in geornamenteerde kraagstenen op dunne pilasters. In het koor rondboogvensters met vergelijkbare versieringen en kraagstenen. De vensters zijn voorzien van gekleurd glas-in-lood met Latijnse opschriften en hebben een venstertracering in de bogen. Aan het plafond twee koperen kronen. Langs de binnengevel, boven de ingang van de kapel, een balkon bereikbaar vanaf de zolderverdieping. Het balkon heeft een opengewerkte houten balustrade, aan één zijde beschilderd met houtimitatie en bladmotieven. Tussen kapel en gang vensters met ook hier, bovenin, traceringen. De school heeft op de begane grond en verdieping lokalen die door middel van verplaatsbare houten binnenpuien worden gescheiden. De puien zijn opgebouwd uit geprofileerde stijlen en kalven, hebben meerruitsvensters met dunne roeden en hoge borstweringspanelen. De trappartij bevindt zich in het midden van de gang en bestaat uit een dubbele bordestrap met één enkel bordes. Ook hier balustrades met gietijzeren spijlen en blankgelakte eikenhouten trapleuningen.

Waardering

Voormalig klooster met bijbehorend schoolgebouw, schoolplein en ommuring gebouwd in 1886-1887 naar ontwerp van de Rotterdamse architect Th.L. Kanters met een gevel in Hollandse Neo-Renaissancestijl en kapel in Neo-Romaanse stijl, van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische en architectuurhistorische waarde. Daarnaast is het gebouw van belang als onderdeel van een in zijn geheel waardevolle straatwand en vanwege de gaafheid van het exterieur en delen van het interieur. Tevens van belang binnen het oeuvre van de architect Th.L. Kanters.